direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Bedrijventerreinen 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0623.BP0950BT001-VG01

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroepsuitoefening aan huis;
  • c. tuinen en erven;
  • d. aan de functie onder a en b gebonden parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen en water;
  • f. ter plaatse van de gebiedsaanduiding “archeologie” voor het behoud van de aanwezige archeologische waarden;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "woonwagenstandplaats" tevens voor een woonwagenstandplaats;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "garage" uitsluitend voor huishoudelijke bergruimten en stallingen voor motorvoertuigen.
12.2 Bouwregels
12.2.1

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. de hoofdgebouwen uitsluitend binnen de aangegeven bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak voldaan moet worden aan de aangegeven aanduiding ten aanzien van de verschijningsvorm van de woning (vrijstaand of twee-aan-eengebouwd);
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen hoogte is bepaald mag de goothoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan 7 m en de bouwhoogte niet meer dan 11 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a bij iedere woning aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd mits:
    • 1. deze niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van het perceel, direct behorend bij de woning, met een maximum van 100m2;
    • 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 0,25 m boven de eerste verdiepingsvloer, met een maximum van 4 m;
    • 3. de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedraagt dan 3 m;
    • 4. de bouwhoogte van aan- uit-, en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 5 m;
    • 5. de aan-, uit- en bijgebouwen ten minste 3 meter vanuit (het verlengde van) de voorgevel wordt gebouwd;
  • f. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • g. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • h. aanbouwen voor de voorgevel, waaronder begrepen erkers en ingangspartijen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte niet meer mag bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel;
    • 2. de diepte niet meer mag bedragen dan 1,5 m, gerekend vanaf de voorgevel van de woning;
    • 3. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 5 m2;
    • 4. de hoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag tot een maximum van 3 m;
  • i. dakkapellen, uitsluitend op hoofdgebouwen, zijn toegestaan, mits:
    • 1. de breedte maximaal 75% van het zij- of achterdakvlak is en de dakkapel minimaal 0,5 m uit de zij-, onder- en bovenkant van het dakvlak en minimaal 0,5 m en maximaal 2 m uit de dakvoet van de desbetreffende woning wordt gesitueerd;
    • 2. de breedte maximaal 50% van het voorgeveldakvlak is en de dakkapel minimaal 1 m uit de zijkanten en minimaal 0,5 m uit de bovenkant van het dakvlak en minimaal 0,5 m en maximaal 2 m uit de dakvoet van de desbetreffende woning wordt gesitueerd.
  • j. voor zover de goot- en/of bouwhoogte(s) van bestaande bebouwing afwijken van de bepalingen in dit lid, geldt als maximale maatvoering de bestaande maatvoering;
12.2.2

In afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 mogen ter plaatse van de aanduiding "woonwagenstandplaats" standplaatsen met woonwagens worden gebouwd waarbij:.

  • a. het aantal woonwagens niet meer mag bedragen dan aangegeven door de aanduiding "maximum aantal wooneenheden";
  • b. de oppervlakte van een standplaats ten minste 150 m2 dient te bedragen;
  • c. per standplaats ten hoogste één woonwagen mag worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van een woonwagen ten hoogste 60 m2 mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een woonwagen ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • f. per woonwagen één bijgebouw met een grondoppervlakte van maximaal 20 m2 en een hoogte van maximaal 3 m mag worden gebouwd.
12.2.3

In afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 mogen ter plaatse van de bouwvlakken waarin de aanduiding "garageboxen" is opgenomen, uitsluitend huishoudelijke bergruimten en stallingen voor motorvoertuigen worden gerealiseerd met een goothoogte van maximaal 3 m en een hoogte van maximaal 5 m.

12.3 Ontheffing van de bouwregels

Indien op een perceel met de bestemming als bedoeld in lid 12.1 meer dan 100 m2 aan bijgebouwen aanwezig is, zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen tot een totale oppervlakte aan bijgebouwen van maximaal 200 m2, onder de voorwaarde dat de aanwezige m2 aan bijgebouwen boven de 100 m2 met minimaal de helft wordt teruggebracht.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 12.1 is het gebruik van vrijstaande bijgebouwen anders dan als huishoudelijke bergruimte of stalling van voertuigen in strijd met het plan.