17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
-
b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
-
c. het graven en/of verbreden van sloten, vijvers en andere wateren;
-
d. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
-
e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
17.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod
Het verbod van 17.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
-
a. een oppervlakte beslaan van niet meer dan 100 m² én niet dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld;
-
b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 17.3.1 in acht is genomen;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
-
d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
-
e. normaal beheer en onderhoud betreffen;
-
f. worden uitgevoerd in bestaande weg- en leidingcunetten.
17.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 17.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
-
a. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
-
b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
17.3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien:
-
a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
-
b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
17.3.5 Strafbaar feit
Overtreding van het verbod van lid 17.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.