Sommige
activiteiten brengen risico's op zware ongevallen met mogelijk grote
gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich
op het beheersen van deze risico's. Het gaat daarbij om onder meer de
productie, opslag, transport en het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Dergelijke activiteiten kunnen een beperking opleggen aan de omgeving.
Door voldoende afstand tot de risicovolle activiteiten aan te houden
kan voldaan worden aan de normen. Aan de andere kant is de ruimte
schaars en het rijksbeleid erop gericht de schaarse ruimte zo
efficiënt mogelijk te benutten. Het ruimtelijk beleid en het
externe veiligheidsbeleid moeten dus goed worden afgestemd.
De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op de volgende risico’s:
- risicovolle (Bevi-)inrichtingen;
- vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
- vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor.
Daarnaast wordt
er in de wetgeving onderscheid gemaakt tussen de begrippen kwetsbaar en
beperkt kwetsbaar en plaatsgebonden risico en groepsrisico.
Kwetsbaar en beperkt kwetsbaar
Kwetsbaar zijn
onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen,
kinderopvang- en dagverblijven en grote kantoorgebouwen (>1.500
m²). Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kleine kantoren, winkels,
horeca en parkeerterreinen. De volledige lijst wat onder (beperkt)
kwetsbaar wordt verstaan is in het Besluit externe veiligheid
inrichtingen (Bevi) opgenomen.
Plaatsgebonden risico en groepsrisico
Het
plaatsgebonden risico (voorheen individueel risico) wordt uitgedrukt in
een contour van 10-6 als grenswaarde. Het realiseren van kwetsbare
objecten binnen deze contour is niet toegestaan. Het realiseren van
beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour is in principe ook niet
toegestaan. Echter, voor beperkte kwetsbare objecten is deze 10-6
contour een richtwaarde. Mits goed gemotiveerd kan worden afgeweken van
deze waarde tot de 10-5 contour.
Het groepsrisico
is gedefinieerd als de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10,
100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun
aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon
voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken
is. Het groepsrisico wordt niet in contouren vertaald, maar wordt
weergegeven in een grafiek. In de grafiek wordt de groepsgrootte van
aantallen slachtoffers (x-as) uitgezet tegen de cumulatieve kans dat
een dergelijke groep slachtoffer wordt van een ongeval (y-as). Voor het
groepsrisico geldt geen grenswaarde, maar een zogenaamde
oriëntatiewaarde. Daarnaast geldt voor het groepsrisico een
verantwoordingsplicht. Het bevoegd gezag moet aangeven welke
mogelijkheden er zijn om het groepsrisico in de nabije toekomst te
beperken, het moet aangeven op welke manier hulpverlening,
zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid zijn ingevuld. Hierbij geldt hoe
hoger het groepsrisico, hoe groter het belang van een goede
groepsrisicoverantwoording.
Risicovolle (Bevi-)inrichtingen
Voor (de omgeving
van) de meest risicovolle bedrijven is het 'Besluit externe veiligheid
inrichtingen' (Bevi) van belang. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan
bedrijven die een risico vormen voor mensen buiten de inrichting. Het
Bevi is opgesteld om de risico's, waaraan burgers in hun leefomgeving
worden blootgesteld vanwege risicovolle bedrijven, te beperken. Het
besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een
minimaal (aanvaard) beschermingsniveau te bieden. Via een bijhorende
ministeriële regeling (Revi) worden diverse veiligheidsafstanden
tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten gegeven. Aanvullend op het
Bevi zijn in het Vuurwerkbesluit en het Activiteitenbesluit (Besluit
algemene regels inrichtingen milieubeheer) veiligheidsafstanden genoemd
die rond minder risicovolle inrichtingen moeten worden aangehouden.
Vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen
Met betrekking
tot het beleid en de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke
stoffen door buisleidingen zijn het Besluit externe veiligheid
buisleidingen en de Structuurvisiebuisleidingen van belang. Deze
Structuurvisie bevat een lange termijnvisie op het
buisleidingentransport van gevaarlijke stoffen. Het Besluit externe
veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe
veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking
getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden
moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen.
Op basis van het Bevb wordt het voor gemeenten verplicht om bij de
vaststelling van een ruimtelijk plan, op basis waarvan de aanleg van
een buisleiding of een kwetsbaar object of een risicoverhogend object
mogelijk is, de grenswaarde voor het PR in acht te nemen en het GR te
verantwoorden.
Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor
Het externe
veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen staat
beschreven in de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen
(Rnvgs). In de circulaire Rnvgs is dit beleid nader uitgewerkt. In de
nota en circulaire Rnvgs staan normen voor het vervoer van gevaarlijke
stoffen via weg, water en spoor. Deze normen hebben echter geen
wettelijke status.
Thans is het
Basisnet voor vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor
in voorbereiding. Dit Basisnet geeft de relatie aan tussen de
ruimtelijke ordening en de vervoersrisico’s. Zo wordt beschreven
welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan in een
gebied tot 200 m vanaf de infrastructuur. Om het Basisnet wettelijke
grondslag te geven zal bestaande wetgeving aangepast en nieuwe
wetgeving ontwikkeld moeten worden. Derhalve wordt een nieuwe Algemene
Maatregel van Bestuur opgesteld om de regels voor de ruimtelijke
ordening van het Basisnet vast te leggen: het Besluit transportroutes
externe veiligheid (Btev). Het Btev zal op korte termijn de circulaire
Rnvgs vervangen. Vanuit het Btev moet een basisveiligheidsniveau rond
transportassen (plaatsgebonden risico) opgenomen worden en moet een
transparante afweging van het groepsrisico worden gewaarborgd.
De Wet Basisnet,
het Btev en de ontwerp regeling Basisnet zijn reeds gepubliceerd maar
nog niet in werking getreden. Vooruitlopend op de inwerkingtreding zijn
de Basisnetten Weg en Water al als bijlage bij de circulaire Rnvgs
opgenomen.
Planspecifiek
Onderstaande
afbeelding geeft de ligging van het plangebied aan ten opzichte
van risicovolle inrichtingen of transportroutes in de omgeving.
Uitsnede risicokaart (plangebied zwart omcirkeld)
Voor de
bevoorrading van het lpg-tankstation aan de Trambaan 49 is voor de N491
ontheffing verleend voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Gezien de
beperkte frequentie waarmee deze transportroute wordt gebruikt en de
afstand ten opzichte van het plangebied (ruim 200 m), zal dit vervoer
van gevaarlijke stoffen geen gevolgen hebben voor de inrichting van het
plangebied. Van overig vervoer van gevaarlijke stoffen over het water,
de weg of het spoor is in en om het plangebied geen sprake. Tevens
vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen plaats.
Het plangebied
ligt niet binnen de invloedssfeer van gevaarlijke of risicovolle
inrichtingen. Met het oog op externe veiligheid zijn er geen
belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling.