Artikel 14 Algemene bouwregels
14.2 Afstanden van woningen tot wegen
-
a. Ingeval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging of via een afwijkingsbevoegdheid herbouw van een woning elders op een bouwvlak, mag de afstand van de woning (inclusief aanbouwen) tot de as van de weg – ter beperking van geluidshinder – in geen geval minder bedragen dan in onderstaande tabel aangegeven afstand.
Contouren geluidsbelasting (4,5 m maatgevende hoogte)
wegvak
|
afstand 48 dB-contour
1)
|
Kooilandsedijk
|
20 m
|
1) Alle waarden met aftrek volgens artikel 110g Wgh.
-
b. Nieuwe woningen ingevolge planwijziging of ontheffing mogen op een kleinere afstand worden gebouwd dan in sub a en de in sub a opgenomen tabel is aangegeven, indien:
-
1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
-
2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden.
-
c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid a en de tabel teneinde herbouw van woningen toe te staan op een kleinere afstand, indien:
-
1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
-
2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden.
14.3 Afstanden gevoelige objecten ten opzichte van landbouwbedrijven
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten:
|
inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden
|
inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden
|
minimumafstand tot objecten categorie I en II
|
100 m
|
50 m
|
minimumafstand tot objecten categorie III, IV en V
|
50 m
|
25 m
|
14.4 Afstand gevoelige objecten ten opzichte van kassen
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten:
soort objecten
|
aan te houden afstand
|
|
indien kassen voor 1 mei 1996 zijn opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen)
|
indien kassen na 30 april 1996 zijn opgericht
|
categorie I
|
25 m
|
50 m
|
categorie II
|
10 m
|
25 m
|
14.5 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
-
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
-
b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
-
c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
14.6 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
-
a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen de buitenwerkse gevelvlakken van een bovengronds hoofdgebouw;
-
b. de ondergrondse bouwdiepte bedraagt maximaal 3,5 m onder peil.