direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Strijen Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.BPBG2012-VG01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn – onder verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten – bestemd voor:

  • a. bedrijven vallende onder de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

alsmede voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4': tevens een machinebedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen;

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor zover gebouwen niet in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 3 m te bedragen;
  • c. verder geldt het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max. oppervlak   max.
inhoud  
max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen)   één, tenzij middels een maatvoerings- aanduiding anders is aangegeven     750 m³   6 m    
overige bedrijfsgebouwen     bestaand* + 10%     6 m    
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten het bouwvlak
- overige plaatsen  
       

1 m
1 m
2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. erf- of terreinafscheidingen)           3 m  

* Het oppervlak zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • b. inwoning ten behoeve van mantelzorg is toegestaan;
  • c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • g. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • h. prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan;
  • i. het permanent stallen van caravans buiten de bebouwing is niet toegestaan.

5.4 Ontheffing van de gebruiksregels
5.4.1 Ten behoeve van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit een categorie hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.

5.4.2 Ten behoeve van mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en artikel 15 ten behoeve van het creëren van een zelfstandige woonvorm in een bijgebouw of een niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouw ten behoeve van mantelzorg met inachtneming van het volgende:

  • a. er dient aantoonbaar sprake te zijn van een zorgbehoefte welke van tijdelijke aard is;
  • b. per perceel blijft er sprake van 1 huishouding;
  • c. indien de noodzaak van mantelzorg vervalt, dient het gebruik van het bijgebouw of de niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouw als afhankelijke woonruimte te worden beëindigd;
  • d. nieuwbouw ten behoeve van mantelzorg is toegestaan, mits het oppervlak aan bijgebouwen binnen de bebouwingsregeling blijft zoals opgenomen in lid 5.2;
  • e. het gebruik van bijgebouwen of niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouwen bij een woning ten behoeve van mantelzorg mag niet meer dan 75 m² bedragen;
  • f. indien de zorgvraag het gebruik van een groter oppervlak noodzakelijk maakt mag, mits aanwezig, een groter oppervlak in gebruik worden genomen;
  • g. het bijgebouw of de niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouw in gebruik voor mantelzorg mag geen extra of nieuwe zelfstandige woning vormen;
  • h. het gebruik van een bijgebouw of de niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouw mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
  • i. het bijgebouw of de niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouw dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Ten behoeve van vervolgfuncties

Burgemeester en wethouders zijn, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming van het betreffende bouwvlak te wijzigen ten behoeve van de in tabel 4.1 genoemde vervolgfuncties, met inachtneming van het volgende:

  • a. de vervolgfunctie is alleen toegestaan binnen het bouwvlak en binnen de bestaande bebouwing;
  • b. de bestemming van het gehele bouwvlak dient gewijzigd te worden in een op de vervolgfunctie toegesneden bestemming;
  • c. na de bestemmingswijziging dient een aanduiding te worden opgenomen dat aangeeft dat het een voormalig bedrijfscomplex betreft;
  • d. het uitbreiden van bestaande bebouwing is in geen geval toegestaan;
  • e. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
  • f. de bouw van nieuwe woningen is in geen geval toegestaan;
  • g. de vervolgfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • h. de vervolgfunctie dient landschappelijk inpasbaar te zijn;
  • i. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties dient in verhouding te staan tot de capaciteit van de betrokken wegen.

Tabel 4.1 Vervolgfuncties waarvoor gebruikgemaakt kan worden van een wijzigingsbevoegdheid

vervolgfunctie  
wonen  
bed & breakfast  
kinderboerderij  
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets)/paardenpension (inclusief paardenbak)  
manege/rijschool  
kleinschalige horecagelegenheid  
theetuin  
kampeerboerderij  
kleinschalig kamperen  
aan-huis-gebonden beroep  
sociale functies (zorgboerderij, kinderopvang, resocialisatie)  
museum/tentoonstellingsruimte  
dierenpension, hondenfokkerij