direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden
Plan: Strijen Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.BPBG2012-VG01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van een volwaardig agrarisch bedrijf, zoals bedoeld in lid 1.7 sub a en b;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van:
    • 1. de in dit gebied voorkomende natuurwaarden in de vorm van waardevolle sloot- en oevervegetaties en weidevogels;
    • 2. de in het gebied voorkomende landschapswaarden in de vorm van waardevolle openheid, graslandkarakter, slotenpatroon, verkavelingsstructuur en kleine landschapselementen;
    • 3. de in dit gebied voorkomende cultuurhistorische waarden in de vorm van de historische bebouwing en het ontginningspatroon;

alsmede:

  • c. de in tabel 3.1 genoemde toegestane nevenfuncties;

met de daarbij behorende:

  • d. voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

Tabel 3.1 Niet-agrarische nevenfuncties die rechtsreeks toegestaan zijn

nevenfunctie   toegestaan aantal m²  
  bebouwing   gebruik van onbebouwde gronden  
agrarisch natuur- en landschapsbeheer   -   gehele boerenland  
blauwe diensten (waterberging)   -   gehele boerenland  
wandel- fiets- of ruiterpaden over het boerenland   -   gehele boerenland  
natuur- en milieueducatie rondleidingen   -   gehele boerenland  

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden zijn uitsluitend terreinafscheidingen niet zijnde terreinafscheidingen ten behoeve van paardenbakken toegestaan;
  • b. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is toegestaan, voor zover deze teelt overwegend voorziet in de behoefte van het eigen grondgebonden veehouderijbedrijf en ten hoogste 20% van het bedrijfsoppervlak bedraagt;
  • b. paardenbakken zijn niet toegestaan.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren;
  • c. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • d. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanbrengen van opgaande beplanting.

3.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

3.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

3.4.4 Advisering over de omgevingsvergunning

Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een natuur-, landschaps- of/of cultuurhistorische deskundige omtrent de vraag of wordt voldaan aan het bepaalde in lid 3.4.3.

3.4.5 Strafbaar feit

Overtreding van het verbod van lid 3.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid
3.5.1 Nieuwe Natuur

Burgemeester en wethouder zijn bevoegd om ten behoeve van de realisatie van ecologische verbindingszones de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden te wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:

  • a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen aan een terreinbeherende instantie dan wel via particulier natuurbeheerschap worden gerealiseerd;
  • b. verwerving dient op vrijwillige basis te geschieden;
  • c. er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging voor omringende bestaande bestemmingen.