direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bedrijventerrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.2111166100-0001

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 2': lokaal gebonden bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 3.1': lokaal gebonden bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 3.2': lokaal gebonden bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met bedrijfscategorie 4.1': lokaal gebonden bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-1 tot en met 13': tevens een lokaal gebonden bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein':
    aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
    specifieke vorm van bedrijf-1   28.1   4.1  
    specifieke vorm van bedrijf-2   90   3.1  
    specifieke vorm van bedrijf-3   51.4   3.1  
    specifieke vorm van bedrijf-4   60.2   3.1  
    specifieke vorm van bedrijf-5   15.84 / 51.21 / 51.22   4.2  
    specifieke vorm van bedrijf-6   29   3.2  
    specifieke vorm van bedrijf-7   28.51 / 50.1 / 50.2   3.2  
    specifieke vorm van bedrijf-8   22.2   3.2  
    specifieke vorm van bedrijf-9   28.1 / 28.51   4.1  
    specifieke vorm van bedrijf-10   50.1 / 50.2   3.2  
    specifieke vorm van bedrijf-11   51.7   3.1  
    specifieke vorm van bedrijf-12   45.1 / 45.2 / 50.1 / 50.2   3.1  
    specifieke vorm van bedrijf-13   15.3   3.2  
  • f. detailhandel in volumineuze goederen, zoals bedoeld in artikel 1.25, met dien verstande dat:
    • 1. detailhandel in zeer volumineuze goederen niet is toegestaan;
    • 2. meubelbedrijven inclusief detailhandel in keukens en badkamers uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus' zijn toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel zoals bedoeld in artikel 1.24;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': tevens een brandweerkazerne/gemeentewerken;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': tevens een sportcentrum;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten, met dien verstande dat uitsluitend een broodjeszaak of lunchroom is toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-14': tevens een videotheek;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, met lpg': uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief lpg, met daarbij behorende andere detailhandel en een autowasstraat;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt': tevens een vulpunt;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorzieningen': uitsluitend nutsvoorzieningen;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast': uitsluitend voorzieningen ten behoeve van de mobiele telecommunicatie;
  • q. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning;
  • r. alsmede voor het uitoefenen van detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge het voorafgaande toegestaan;
  • s. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

In, op of boven deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoningen' een bedrijfswoning;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en de volgende bepalingenregels:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd in het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
  • b. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde niet minder bedragen dan 3 m, terwijl deze afstand aan de andere zijde niet minder mag bedragen dan 1 mPM;
  • c. van de afstand van 1 m tot de zijdelingse perceelgrens, zoals genoemd onder b, mag worden afgeweken indien de gebouwen op twee naast elkaar gelegen percelen aan elkaar en in dezelfde zijdelingse perceelgrens worden gebouwd;
  • d. aan de zijde(n) waar een gebouw niet aan een ander gebouw wordt aangebouwd, moet de afstand tussen de gebouwen op één perceel ten minste 3 m bedragen;
  • e. een lpg-tank is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' mogen uitsluitend gebouwen in de vorm van overstekken op de 2e en 3e bouwlaag van het (aangrenzende) gebouw, inclusief ten behoeve van de constructie noodzakelijke voorzieningen worden gebouwd;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3' mag uitsluitend een overkapping met een hoogte van maximaal 5 m worden gebouwd;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' mag de oppervlakte van het gebouw niet meer bedragen dan 15 m² met een bouwhoogte van 3 m en de hoogte van de antennedrager mag niet meer bedragen dan 53,5 m;
  • i. het op de kaart aangegeven percentage geeft aan hoeveel van de oppervlakte van een bouwperceel mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen; indien geen percentage is aangegeven, dan mogen de gronden volledig worden bebouwd;
  • j. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m³, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • k. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 50 m²;
  • l. draagconstructies voor reclamevoorzieningen op gebouwen zijn uitsluitend toelaatbaar tot een hoogte van 1 m, gemeten vanaf de bovenkant van de draagconstructie en de hoogte van het gebouw waarop de draagconstructie is bevestigd;
  • m. solitaire draagconstructies ten behoeve van reclamevoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 6 m en niet hoger dan de bouwhoogte van het op het betreffende perceel gesitueerde hoofdgebouw.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn - met inachtneming van de maxima en minima, zoals hiervoor aangegeven - bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering van de ontsluiting vanaf de weg en de situering van de bebouwing op het perceel met het oog op het realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein;
  • b. de situering van gebouwen en de inrichting van de gronden in verband met de consequenties van de sectorale milieuwetgeving;

met dien verstande dat:

  • c. daardoor de gebruikswaarde van het bedrijventerrein niet onevenredig wordt geschaad;
  • d. geen inbreuk wordt gedaan op de maximaal toegestane bouwmogelijkheden.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • c. seksinrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. ten hoogste 50% van het bedrijfsoppervlak per bedrijf, niet zijnde kantoren zoals onder lid 3.1 onder o bedoeld, voor kantooractiviteiten mag worden gebruikt met een maximum van 2.000 m;
  • f. de brutovloeroppervlakte van kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' mag niet meer bedragen dan 750 m²;
  • g. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 125 m².
3.5 Vrijstelling Ontheffing van de gebruiksregels

3.5.1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstellingontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.1 van dit artikel:

  • a. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de in lid 3.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.5.2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstellingontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.1 van dit artikel voor vestiging van lokaal gebonden zelfstandige kantoren ter plaatse van gronden zonder de aanduiding 'kantoor', met dien verstande dat de brutovloeroppervlakte van een kantoor ten hoogste 750 m² mag bedragen.

3.5.3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstellingontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.4 van dit artikel voor een kantooroppervlak van:

  • a. maximaal 2.500 m², mits het kantooraandeel niet meer bedraagt dan 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte;
  • b. maximaal 3.000 m², mits het kantooraandeel niet meer bedraagt dan 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte.

3.5.4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstellingontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.1 van dit artikel juncto het bepaalde in artikel 1 lid 29 voor de vestiging van niet-lokaal gebonden bedrijven, indien de bedrijfskavel (en/of het bedrijfsgebouw) voor de duur van ten minste een jaar aaneengesloten redelijkerwijs niet verkoopbaar is gebleken, met dien verstande dat het bedrijf naar schaal en karakter past op de bedrijventerreinen in Strijen.

3.5.5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstellingontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.1 sub f teneinde detailhandel in zeer volumineuze goederen toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. de vrijstellingontheffingsbevoegdheid slechts wordt toegepast indien uit een onderzoek, waarin inzicht is verschaft in de (boven)gemeentelijke effecten van de voorgenomen detailhandelsvestiging, blijkt dat de betreffende vestiging de bestaande detailhandelsstructuur niet onevenredig aantast;
  • b. het parkeren ten behoeve van de detailhandelsvestiging op de bij de detailhandelsvestiging behorende gronden dient plaats te vinden;
  • c. er geen onevenredige vergroting van de verkeersdruk in de omgeving mag ontstaan.