direct naar inhoud van 4.10 Geluidshinder
Plan: Hoofdweg Oostvoorne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.1209bpHoofdweg-0100

4.10 Geluidshinder

4.10.1 Industrielawaai

Normstelling en beleid

Volgens de Wet geluidhinder moeten alle terreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, gezoneerd zijn. Bedoelde inrichtingen  - vroeger ook wel 'A-inrichtingen' genoemd - worden nader genoemd in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Hierdoor zijn de bedoelde inrichtingen in het Besluit omgevingsrecht te vinden. Rondom deze industrieterreinen geldt een geluidszone die wordt vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.

Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidsgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidsgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidsgevoelige functies (bijvoorbeeld woningen) mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht. Wanneer er voor een locatie binnen zone industrielawaai wordt aangetoond dat de geluidsbelasting onder de 50 dB(A) ligt, is de bouw van geluidsgevoelige functies op die locatie toegestaan. Bij een geluidsbelasting van meer dan 50 dB(A) kan door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Het maximum van deze hogere grenswaarde is in principe 55 dB(A).

Onderzoek

Het plangebied ligt binnen de geluidszone van het industrieterrein Maasvlakte-Europoort. Dit is op de verbeelding weergegeven. Uit de 1 dB(A)-contourenkaart, opgesteld door de DCMR Milieudienst Rijnmond in opdracht van de gemeente Westvoorne, blijkt dat de geluidsbelasting ter plaatse van het plangebied tussen de 51 en 52 dB(A) ligt, zie ook Bijlage 9. De geluidsbelasting ligt daarmee onder de hoogst toelaatbare grenswaarde van 55 dB(A). Hiertoe is door burgemeester en wethouders een hogere waarde besluit genomen.

Conclusie

Wanneer de hogere grenswaarde is vastgesteld wordt voldaan aan de normstelling rondom industrielawaai. Daarom wordt geconcludeerd dat het aspect industrielawaai de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat.

4.10.2 Wegverkeerslawaai

Beoogde ontwikkeling

In het kader van de akoestische toetsing maakt de Wet geluidhinder onderscheid tussen verschillende situaties. In dit ruimtelijk plan zijn de volgende akoestisch relevante situaties aan de orde:

  • Nieuwe woningen

Binnen het plangebied zullen nieuwe woningen gerealiseerd worden. Het effect van de bestaande wegen aan de gevels van de nieuwe woningen dient inzichtelijk te worden gemaakt.

  • Nieuwe weg

Tevens zal een nieuwe interne ontsluitingsweg aangelegd worden. Het effect van de nieuwe weg op de geluidshindersituatie aan de gevels van de bestaande en nieuwe woningen dient inzichtelijk te worden gemaakt.

  • Reconstructie

De Hoofdweg zal over een lengte van circa 100 m worden verbreed tussen de in/uitgang van het plangebied en de noordelijker gelegen kruising. Deze verbreding is planologisch reeds mogelijk op grond van het vigerende bestemmingsplan. De Hoofdweg valt dan ook grotendeels buiten dit bestemmingsplan. Dit neemt echter niet weg dat de uitvoerbaarheid van de verbreding moet worden aangetoond. Omdat langs de Hoofdweg geluidsgevoelige bestemmingen (woningen) zijn gelegen, wordt het effect van de wegverbreding op de geluidshindersituatie aan de gevels van de bestaande woningen inzichtelijk gemaakt.

Toetsingskader

Normstelling

Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidshinder vanwege de weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen of buiten stedelijke ligging. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook bij 30 km/h-wegen de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting te worden onderbouwd.

De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.

Nieuwe situatie

Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB. Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Van deze aftrek is gebruikgemaakt.

Tabel 4 Grenswaarden wegverkeerslawaai (nieuwe situaties)

afbeelding "i_NL.IMRO.0614.1209bpHoofdweg-0100_0006.png"

Reconstructie

Ingevolge de Wet geluidhinder is sprake van reconstructie indien als gevolg van fysieke wijzigingen aan een weg de geluidsbelasting aan de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen met 1,5 dB of meer toeneemt (afgerond 2 dB). Daarbij geldt dat, wanneer de feitelijke heersende geluidsbelasting voor reconstructie lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, de verhoging moet worden berekend vanaf 48 dB. Onder een fysieke wijziging aan of op de weg wordt onder meer verstaan een wijziging van het profiel of het wegdek, wijziging van de maximumsnelheid of verschuiving van de wegas waarbij de bestaande weg wordt opgeheven. Een wijziging van alleen de verkeersintensiteiten of de samenstelling van het verkeer is niet aan te merken als reconstructie.

De periode waarover de geluidsbelasting moet worden berekend, is die tussen het jaar vóór de reconstructie en 10 jaar na reconstructie. Alleen indien in deze periode de geluidsbelasting met meer dan 2 dB is toegenomen én indien de geluidsbelasting na reconstructie 48 dB of meer bedraagt, is er sprake van een reconstructiesituatie in de zin van de Wet geluidhinder.

Als voorkeursgrenswaarde bij een akoestisch te onderzoeken reconstructie dient de geluidsbelasting te worden aangehouden van de situatie, één jaar voor reconstructie. Indien deze geluidsbelasting lager is dan 48 dB, bedraagt de voorkeursgrenswaarde 48 dB en bedraagt ook de referentiewaarde 48 dB. Wanneer eerder een hogere waarde is vastgesteld, geldt de laagste van de volgende waarden als voorkeursgrenswaarde:

  • de heersende geluidsbelasting;
  • de hogere (vastgestelde) grenswaarde.

De geluidsbelasting mag ten gevolge van de reconstructie in principe niet met meer dan 5 dB toenemen en bij een binnenstedelijke ligging van de woningen mag de uiterste grenswaarde van 63 dB niet worden overschreden.

30 km/h-wegen

Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Voor de beoordeling van de geluidsbelasting wordt gebruikgemaakt van de classificering van de kwaliteit van de akoestische omgeving in een milieukwaliteitsmaat volgens de 'methode Miedema'.

Hierin wordt de geluidsbelasting geclassificeerd en beoordeeld op basis van klassen van 5 dB. Omdat de Wgh niet van toepassing is, wordt bij de berekening van de geluidsbelasting geen correctie ex artikel 110g Wgh toegepast.

Tabel 5 Lden classificering milieukwaliteit volgens de methode Miedema

geluidsklasse   beoordeling  
< 50 dB   goed  
50-54 dB   redelijk  
55-59 dB   matig  
60-64 dB   tamelijk slecht  
65-69 dB   slecht  
= 70 dB   zeer slecht  

Onderzoek

Het plangebied is gelegen binnen de geluidszones van de Hoofdweg en de Brielseweg. De Hoofdweg heeft een geluidszone van 250 m uitgaande van 1-2 rijstroken en een buitenstedelijke ligging. De Brielseweg heeft een geluidszone van 200 m uitgaande van 1-2 rijstroken en een binnenstedelijke ligging. De locatie is net gelegen buiten de 250 m brede geluidszone van N218.

De nieuwe weg heeft een maximumsnelheid van 30 km/h en is daarmee niet-gezoneerd. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is inzichtelijk gemaakt of sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Rekenmethodiek en invoergegevens

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. De berekeningen zijn opgenomen in Bijlage 11 en Bijlage 12.

Voor de gehanteerde verkeersgegevens van de Brielseweg en de Hoofdweg wordt verwezen naar de paragraaf verkeer. Daar zijn echter werkdagcijfers voor 2010 opgenomen. Voor het akoestisch onderzoek zijn weekdagcijfers nodig. De omrekenfactor van werkdag naar weekdag bedraagt 0,92%. Uitgaande van de verbreding van de Hoofdweg in 2012 dient voor het jaar 2011 (1 jaar voor reconstructie) en voor het jaar 2022 (10 jaar na reconstructie) te worden gerekend. Voor de nieuwe situatie is het maatgevende jaar 2022. Voor de extrapolatie naar 2011 en 2022 is uitgegaan van een autonome verkeersgroei van 1% per jaar. Voor de intensiteit van de nieuwe weg is de totale verkeersgeneratie aangehouden. Ook hier is het werkdagcijfer van 350 mvt/etmaal omgerekend naar een weekdagcijfer.

In de berekeningen is ervan uitgegaan dat het verkeer van de nieuwe ontwikkeling zich voor 95% zal afwikkelen over de Hoofdweg richting de Brielseweg en voor 5% richting de Valweg.

Tabel 6 Verkeersintensiteiten in mvt/werkdagetmaal afgerond op 50-tallen

  2011 (exclusief ontwikkeling)   2022  
Brielseweg6   7.650   8.900  
Hoofdweg tussen kruising en in/uitgang plangebied   300   650  
Hoofdweg tussen in/uitgang plangebied en Valweg   300   300  
Nieuwe weg   --   300  

Voor de voertuigverdeling van het verkeer op de Brielseweg is uitgegaan van een standaardverdeling van het verkeer op wijkverzamelwegen, op de Brielseweg van een standaardverdeling van het verkeer op plattelandswegen (erftoegangsweg type 2) en op de interne weg van een standaardverdeling van het verkeer op buurtverzamelwegen. De wegdekverharding op de Brielseweg en Hoofdweg bestaat uit asfalt, op de nieuwe weg liggen klinkers.

Resultaten bestaande gezoneerde wegen versus nieuwe woningen

Ten gevolge van het verkeer op de Brielseweg ligt de 48 dB-contour, de voorkeursgrenswaarde, op 63 m uit de as van de weg. Het plangebied is op grotere afstand gelegen. De 48 dB contour ten gevolge van het verkeer op de Hoofdweg tussen de kruising en de in/uitgang van het plangebied ligt op 12 m uit de as van de weg. De nieuwe woningen zijn ook hier verder weg gelegen. De nieuwe woningen langs het oostelijke plandeel ten zuiden van de nieuwe ingang van het plangebied zijn op een minimale afstand van 5 m uit de as van de weg gelegen. De geluidsbelasting bedraagt hier 48 dB. Hierbij wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB zodoende niet overschreden. Ten gevolge van het verkeer op de verschillende wegen is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat aan de gevels van de nieuwe woningen.

Resultaten nieuwe niet-gezoneerde weg versus bestaande en nieuwe woningen

Uit de berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting 50 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh) bedraagt op een afstand van 4 m uit de as van de weg. Bij een geluidsbelasting van 50 dB is nog sprake van een goede akoestische situatie. Zowel de bestaande als de nieuwe woningen zijn op grotere afstand gelegen zodat aan de gevels van de woningen ten gevolge van het verkeer op de nieuwe weg sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Resultaten reconstructie verbreding Hoofdweg

De resultaten van het uitgevoerde onderzoek zijn samengevat in tabel 7. In deze tabel is de geluidsbelasting aan de gevels van de maatgevende woningen langs de Hoofdweg weergegeven, hierbij is bepaald of sprake is van reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder.

Tabel 7 Geluidsbelasting (inclusief aftrek artikel 110g Wgh)

woning   Lden 2011 (dB)   Lden2022 (dB)   Toe- of afname boven voorkeursgrenswaarde (dB)   reconstructie  
Hoofdweg 2   43.53 dB   49.01 dB   + 1.01   nee  
Hoofdweg 8   36.65 dB   40.82 dB   n.v.t.   nee  

De geluidsbelasting aan de gevels van de bestaande woningen zal door de verbreding van de Hoofdweg met minder dan 1,5 dB toenemen. Hierbij geldt dat sprake is van een aanvaardbare geluidssituatie. Tevens is een toename van de geluidshinder van circa 1 dB voor het menselijk oor nauwelijks hoorbaar.

Conclusie

Ten gevolge van het verkeer op de Brielseweg, de Hoofdweg en de nieuwe weg is sprake van een aanvaardbare akoestische situatie aan de gevels van zowel de nieuwe als de bestaande woningen. Door het verbreden van de Hoofdweg is geen sprake van reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Het aspect wegverkeerslawaai staat de realisatie van de nieuwe woningen, de nieuwe weg en het verbreden van de Hoofdweg dan ook niet in de weg.