direct naar inhoud van Artikel 18 Algemene gebruiksregels
Plan: Actualisatie Landelijk Gebied Westvoorne 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.0000bpALGW2012-0100

Artikel 18 Algemene gebruiksregels

18.1 Bijzondere gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. het storten c.q. lozen en/of het opslaan van bagger, grondspecie, puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    • 2. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, containers, oude en nieuwe bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen hiervan, afval, puin, zand, grind en brandstoffen;
    • 3. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
    • 4. paardenbakken, behoudens de bestaande paardenbakken ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden' met de aanduiding 'paardenfokkerij', 'Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - paardenrusthuis' of 'specifieke vorm van bedrijf - pensionstalling' en 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - paardenbak';
    • 5. het opslaan van mest, anders dan voor de aanwending ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering van de betreffende agrarische bedrijven, het paardenrusthuis en de pensionstalling.
  • b. Onverminderd het bepaalde in sub a is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor seksinrichting en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan in gevolge de bestemmingsbepalingen.
  • c. Het is niet toegestaan om woningen ten behoeve van bed & breakfast te gebruiken indien daarvoor meer dan 1 kamer binnen de woning wordt aangewend.

18.2 Uitzonderingen bijzonder gebruiksverbod
  • a. Het bepaalde in lid 18.1 sub a is niet van toepassing op:
    • 1. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
    • 2. opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;
    • 3. het plaatsen van onderkomens overeenkomstig het bepaalde in de gebruiksbepalingen binnen de bestemmingsbepalingen in hoofdstuk 2 van deze regels;
    • 4. het opslaan of storten van afvalstoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen;
    • 5. de stalling van één toercaravan op de bij een woning behorende grond gelegen naast of achter de woning;
  • b. Het in lid 18.1 sub b bepaalde is niet van toepassing op detailhandel in goederen, voor zover zulks een ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel vormt van de bedrijfsvoering van de in het plan toegestane bestemmingen.