direct naar inhoud van 2.2 De beheersverordening
Plan: Maaswijkweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BV00003-3001

2.2 De beheersverordening

2.2.1 Inhoudelijk

Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de horizon van de verordening.

Het begrip 'bestaand' kan zowel 'eng' als 'ruim' worden uitgelegd. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen dat op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd. Bij gebruik in ruime zin wordt het vigerende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen.

Gebruik in ruime zin kan weer worden onderscheiden in een beperkte en een brede variant. In de beperkte variant wordt het - met het bestemmingsplan in overeenstemming zijnde - bestaande gebruik met de bijbehorende bouwwerken vastgelegd met daarin opgenomen, al dan niet gerealiseerde, beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de erfbebouwing en beperkte uitbreidingen van het hoofdgebouw.

Daarentegen kunnen in de brede variant alle nog niet gerealiseerde gebruiks- en bouwmogelijkheden van een bestemmingsplan worden opgenomen.

In de beheersverordening Maaswijkweg e.o. is ervoor gekozen de ruimte die de onderliggende bestemmingsplannen bieden mee te nemen en is op die wijze invulling gegeven aan het begrip bestaand in ruime zin. Zoals uit het hiervoor in paragraaf 1.3 opgenomen overzicht blijkt vigeren echter voor het grootste deel van het verordeningsgebied uitwerkingsplannen, die functioneel niet aansluiten bij de meeste uiteindelijk gerealiseerde functies en gebouwen binnen dit gebied. Deze zijn bijna allemaal met toepassing van de vrijstelling op grond van artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening gerealiseerd.

2.2.2 Bestanddelen beheersverordening

Anders dan bij het bestemmingsplan bepaalt de Wet ruimtelijke ordening (Wro) niet uit welke elementen een beheersverordening bestaat. Het is wel duidelijk dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van dat gebied en voor het vastleggen van de bestaande situatie. De beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening.

Dat maakt dat een beheersverordening bestaat uit:

  • een object dat bestaat uit het gebied waarop de verordening betrekking heeft. Dat is op bijbehorende verbeelding aangegeven als verordeningsgebied, met een of meer objecten binnen het gebied, die op de verbeelding zijn aangeven als (sub)besluitvlak;
  • regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten en die kunnen gaan over gebruiken, bouwen, aanleggen, afwijken met een omgevingsvergunning en eventueel overgangsrecht.

Alhoewel de Wet ruimtelijke ordening dit evenmin bepaalt, is het noodzakelijk de beheersverordening vergezeld te laten gaan van een toelichting waarin de gemaakte keuzen zijn onderbouwd. De Wet ruimtelijke ordening bepaalt wel dat de beheersverordening de volgende elementen kan bevatten:

  • een verbod om bepaalde werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning;
  • een verbod om bepaalde gebouwen te slopen zonder omgevingsvergunning;
  • afwijkingsregels;
  • overgangsrecht.

Allen ten behoeve van de bescherming van het Rijksmonument aan de Korte Schenkeldijk wordt een sloopverbod opgenomen. Voor de rest van de in het verordeningsgebied aanwezige bouwwerken is daartoe geen noodzaak gebleken. Er zijn algemene afwijkingsregels opgenomen vergelijkbaar met de algemene afwijkingsregels die de gemeente standaard opneemt in een bestemmingsplan. De beheersverordening moet in overgangsrecht voorzien op het moment dat de toegestane gebruiksvormen afwijken van de feitelijk bestaande situatie. Dit feitelijk bestaande, maar afwijkende gebruik mag namelijk niet zonder meer worden wegbestemd. Omdat deze verordening juist de feitelijk bestaande situatie positief bestemd, is van wegbestemmen geen sprake en is een overgangsrechtelijke regeling dus niet nodig.

2.2.3 Procedureel

De beheersverordening is een gemeentelijke verordening. In tegenstelling tot een bestemmingsplan of omgevingsvergunning staat tegen de vaststelling van een beheersverordening geen beroep open. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan , zeker als er ontwikkelingen binnen het plan mogelijk worden gemaakt wordt vaak aan een ieder door middel van een consultatiemoment -in Spijkenisse wordt geen inspraak gehouden op bestemmingsplannen- de gelegenheid gegeven een reactie te geven. Dit wordt bij een beheersverordening echter niet zinvol geacht. Het geeft nl. een regeling van de bestaande (ruime) situatie. Hierbij speelt ook mee dat er geen bezwaar en beroep mogelijk is voor de verordening.

De beheersverordening wordt digitaal vastgesteld tegelijk met de verbeelding op papier. Bij verschil in uitleg is de digitale versie de beslissende.