direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Maaswijkweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BV00003-3001

Artikel 1 Begrippen

1.1 aan huis verbonden beroep /-bedrijf

beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend waarvan de ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie verenigbaar is en waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en degene die het beroep of het bedrijf uitoefent ook bewoner van de woning is;

hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, een afhaalzaak, een horecabedrijf, een belhuis en een (raam)prostitutiebedrijf; hieronder wordt wel verstaan: een kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang.

1.2 aanduiding

een geometrisch bepaald figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het bebouwen van deze gronden.

1.3 achtererfgebied

het erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, vanaf 1 meter van (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw.

1.4 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.5 bebouwingspercentage

een in de regels of kaart (bijlage 1 bestaande situatie) aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak en indien geen bouwvlak aanwezig, van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.

1.6 besluitsubvlak

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 bestaande bouwwerken

bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening

  • 1. aanwezig zijn of
  • 2. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen.

1.8 bestaand gebruik
  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken
  • b. onder bestaand gebruik valt niet het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen het overgangsrecht.

1.9 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.10 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak.

1.11 bouwen

plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.12 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.13 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.14 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.15 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.16 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.17 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.18 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie.

1.19 kamerverhuur

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

1.20 landschappelijke waarde

waarden in landschappelijk-esthetische en geomorfologische zin.

1.21 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.22 openbare ruimte

wegen, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat - al dan niet - voor publiek algemeen toegankelijk is.

1.23 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.24 seksinrichting

hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub een privéhuis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.25 staat van bedrijfsactiviteiten

de staat van bedrijfsactiviteiten die deel uitmaakt van deze verordening (Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten).

1.26 verordening

beheersverordening 'Maaswijkweg e.o.' overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0612.BV00003-3001 met bijbehorende bestanden.

1.27 verordeningsgebied

het gebied waarop deze verordening van toepassing is zoals aangegeven in besluitvlak 1.

1.28 voorgevel

een gevel van het hoofdgebouw, die door zijn aard, functie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.29 voorgevelrooilijn

de lijn, die evenwijdig aan de as van de weg, langs een wegzijde met een regelmatige ligging van de voorgevel van de bestaande bebouwing is gelegen, die zoveel mogelijk aansluit aan de voorgevels van de bestaande bebouwing en zoveel mogelijk overeenkomstig de richting van de weg loopt.

1.30 waterkering

natuurlijke of kunstmatige begrenzing of afscheiding, die het water in zijn loop tegenhoudt en achterliggend gebied beschermt tegen inundatie.

1.31 wegen

alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

1.32 woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.