direct naar inhoud van Artikel 3 Gebruiks- en bouwregels
vastgesteld
NL.IMRO.0612.BV00001-3001

Artikel 3 Gebruiks- en bouwregels

3.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

3.2 Aanvulling op lid 3.1 ten aanzien van het gebruik
3.2.1 Aan huis gebonden beroep

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om een aan huis gebonden beroep in samenhang met wonen uit te oefenen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. Het in gebruik nemen van de woning of delen van de woning als een kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan;
  • b. Het gebruik van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 4, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning (inclusief de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) met een maximum van 25 m2;
    • 2. de woning mag hierdoor niet, c.q. niet in betekende mate het karakter van een woning verliezen;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 4. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving en mag niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkt verkoop, die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
3.2.2 Afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels zoals vastgelegd in lid 3.2.1 onder a om een kamerverhuurbedrijf toe te staan, mits:
    • 1. de belangen van direct omwonenden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. er voldoende parkeergelegenheid is.
  • b. Het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan het gebruik van de woning als kamerverhuurbedrijf.
  • c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder b toestaan dat er kleinschalige bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in een hogere milieucategorie dan categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 4, worden toegestaan, voor zover deze bedrijfsactiviteiten naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 4, mits vooraf een milieudeskundige hierover is gehoord.
3.2.3 Bed & breakfast

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om een bed & breakfast in samenhang met wonen uit te oefenen indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.

3.2.4 Afwijken milieucategorie

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels zoals vastgelegd in lid 3.1 om bedrijvigheid toe te staan in een hogere milieucategorie dan bestaand, onder de voorwaarde dat een milieudeskundige instemt met de afwijking.

3.3 Aanvulling op lid 3.1 ten aanzien van het bouwen
3.3.1 Hoofdgebouwen

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 onder b mogen per bouwperceel hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd of uitgebreid met inachtneming van de bouwaanduidingen als opgenomen op de kaart met bijbehorende verklaringen (bijlage 1) en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. Voor hoofdgebouwen gelden de volgende maxima:
    • 1. Goothoogte, zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)';
    • 2. Bouwhoogte, zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
    • 3. Goot- en bouwhoogte, zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
    • 4. Het bebouwd oppervlak, voor zover aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage'.
3.3.2 Bijbehorende bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om bijbehorende bouwwerken te bouwen ten dienste van de functies Wonen - 2 en Wonen - 3, zoals weergegeven op de kaart Bestaande situatie waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. aangebouwde bijbehorende bouwwerken en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de ruimte tussen een aanwezig bijbehorend bouwwerk op het voorerf en de bestaande voorgevel worden bebouwd;
  • c. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;
  • d. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de oorspronkelijke zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter;
  • f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen; indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter bedragen;
  • g. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
  • h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 40% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 25 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • j. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • k. in aanvulling op de vergunningvrije zone grenzend aan het hoofdgebouw mag, indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder maximaal 40% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd met een maximum van 25 m2;
  • l. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen bedoeld onder h. mag de maximale goothoogte 3 meter en de maximale bouwhoogte 6 meter bedragen.
3.3.3 Hekwerken bij balkons

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om de bestaande bouwhoogte van hoofdgebouwen te overschrijden ten behoeve van het plaatsen van hekwerken of borstweringen voor dakterrassen, met dien verstande dat de bestaande bouwhoogte van het hoofdgebouw ten hoogste 1,50 meter wordt overschreden.

3.3.4 Bouwen in openbare ruimte

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om in openbare ruimte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 meter;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a bedraagt de bouwhoogte van speelvoorzieningen niet meer dan 4 meter.

Het bepaalde onder a geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer.