direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Vogelenzang 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00034-4001

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie B.1 zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteitenten 'functiemenging', met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. productiegebonden detailhandel;
  • c. horeca in de categoriĆ«en 1 en 3a zoals genoemd in artikel 1.42 van de begripsbepalingen;
  • d. ter plaatse van de functieaanduiding 'vm': een verkooppunt voor motorbrandstoffen met uitzondering van LPG;
  • e. een overbouwing ter plaatse van de aanduiding 'overbouwing';
  • f. ter plaatste van de aanduiding 'dhv': detailhandel in volumineuze goederen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'bouwhoogte', mag niet worden overschreden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'sba-over' is een overbouwing toegestaan.
  • d. voor gebouwen geldt het volgende maximum:

- bouwhoogte: zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)'.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal 1 meter hoog mogen zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten: 9 m;
    • 2. bouwhoogte van een overbouwing als bedoeld in 4.2.1 sub c: 6 m;
    • 3. bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.

4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.