direct naar inhoud van 8.7 Waterhuishouding
Plan: De Dijk en Het Land
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00030-4001

8.7 Waterhuishouding

8.7.1 Inleiding

Door klimaatverandering, zeespiegelrijzing, bodemdaling en verstedelijking komt de waterhuishouding van Nederland in de 21e eeuw onder druk te staan. Daarom is in het “Nationaal Bestuursakkoord Water” afgesproken dat de waterproblematiek, gezamenlijk met de diverse betrokken partijen, opgelost moet worden. Onderdeel van die afspraak is dat voor ruimtelijke plannen een watertoets verplicht is. De watertoets omvat onder meer overleg met zowel de waterbeheerder het waterschap Hollandse Delta, als ook Rijkswaterstaat en de opname van een waterparagraaf. Het waterschap Hollandse Delta is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het oppervlaktewater binnen het stedelijk gebied van Spijkenisse en Rijkswaterstaat vervult deze functie voor de Oude Maas. In het kader van de watertoets heeft de gemeente overleg gevoerd met de waterbeheerder, waterschap Hollandse Delta.
Het waterschap Hollandse Delta is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het oppervlaktewater binnen het stedelijk gebied van Spijkenisse en Rijkwaterstaat vervult deze functie voor de Oude Maas.

Hieronder wordt het beleid van de diverse betrokken partijen aangegeven.

8.7.2 Huidige waterhuishouding

De gemeente Spijkenisse ligt in de delta van de grote rivieren. Het plangebied De Elementen grenst direct aan de Oude Maas. Door de ligging op de waterkerende dijk is het deelplan De Dijk onderdeel van het riviersysteem.
Het plandeel Het Land ligt in peilgebied 6.18 met een vast streefpeil van NAP – 1.60 m. Het plangebied grenst aan twee andere peilgebieden:

  • De Schenkelweg – de zuidwestelijke plangrens – vormt een peilscheiding met peilgebied 6.17 (NAP – 2.60 m);
  • De Elementenweg – de noordwestelijke plangrens – vormt een peilscheiding met buitendijks gebied (peilgebied 5.18, NAP + 0,25 m) en is een regionale waterkering (peilverschil 1,85 m).

Spijkenisse ligt in het beheergebied van het waterschap Hollandse Delta.

8.7.3 Oppervlaktewater

Binnen het stedelijk gebied van Spijkenisse is een aantal peil- en afvoergebieden te onderscheiden. De Schenkelweg vormt een waterscheiding binnen dit stelsel. Het aan de dijkzone grenzende peilgebied Schenkel heeft een peil van -1,60 m NAP. De afvoer van overtollig water door neerslag en kwel vindt plaats via een stelsel van hoofdwatergangen en gemalen.
Deelplan De Dijk beschikt zelf niet over enig oppervlaktewater. Het Stroomschema Putten (website van het WSHD) geeft een goed inzicht in de waterhuishoudkundige relaties van het plangebied met de omgeving.
Nabij de Korte Schenkeldijk staat een opvoergemaal dat via de Schenkel het gebied Schenkel en Het Land voorziet van water. Het gaat alleen om aanvoer van water (opvoer en rondpompen). De afvoer van Schenkel en Het Land gaat via een stuw nabij de Schenkelweg. Vervolgens wordt het water via diverse watergangen afgevoerd naar het gemaal De Volharding aan het Spui.
Langs de Groenoordweg ligt een deel van de ringvormige hoofdwatergang van het peilgebied. Voor het overige beschikt het deelplan Het Land niet over oppervlaktewater. In tegenstelling tot het verleden wordt tegenwoordig meer en constanter water voor het stedelijk gebied van Spijkenisse ingelaten ten behoeve van de waterkwaliteit.

8.7.4 Toekomstige inrichting en gevolgen voor water
8.7.4.1 Algemeen

Aangezien een deel van het plangebied onderdeel uitmaakt van het buitendijksgebied is een vergunning in het kader van de Waterwet aangevraagd bij Rijkswaterstaat en verstrekt.
Een deel van het plan bestaat ook uit de Oude Maas, die bij Rijkswaterstaat in beheer is. Het beleid voor de Oude Maas valt onder het rijksbeleid, zoals dat is verwoord in de Beleidslijn Grote Rivieren.
De Beleidslijn Grote Rivieren (BGR) heeft tot doel de beschikbare afvoer en bergingscapaciteit te handhaven en belemmeringen voor toekomstige verruiming van het rivierbed tegen te gaan. Binnen de BGR wordt onderscheid gemaakt tussen het stroomvoerend regime en het bergend regime.
Het plangebied valt onder het stroomvoerend regime van de BGR. Hiermee kan de noodzakelijke ruimte voor de rivier (voor afvoer en berging) – en de noodzakelijke, toekomstige uitbreiding daarvan – het best worden gewaarborgd.
Bij de reeds in gang gezette ontwikkeling van delen van de deelplannen De Dijk en Het Land is gezorgd voor het zodanig situeren en uitvoeren van de activiteit, dat het veilig functioneren van de waterstaatswerken gewaarborgd blijft (art. 7, lid 1.a BGR).
Veiligheid in het buitendijkse gebied is een verantwoordelijkheid van lokale overheden. In bestemmingsplannen en bouwvoorschriften zijn door gemeenten, in aanvulling op de wettelijke voorschriften, bepalingen opgenomen, die onveilige situaties kunnen voorkomen. In het plangebied is de bouwwijze en de situering van de activiteit zo gekozen, dat de kans, of de gevolgen van hoog water zo gering mogelijk zijn.
Voor een goede afstemming is in dit kader voor de geplande activiteiten binnen het plangebied diverse malen overleg gevoerd met de overige betrokken bestuurlijke actoren (provincie, VROM-inspectie, waterschap), voordat een aanvraag voor een Wbr-vergunning is ingediend.

8.7.4.2 Oppervlaktewater

Het deelplan De Dijk heeft slechts een beperkte hoeveelheid oppervlaktewater gelegen in Het Park.
Bij de planvoorbereiding van Het Land is rekening gehouden met de uitgangspunten die in het waterstructuurplan zijn opgenomen om te komen tot een duurzame inrichting van het watersysteem, een duurzaam stedelijk waterbeheer en het streven naar gezond oppervlaktewater. Om de waterkwaliteit van de nieuwe hoofdwatergang rondom plandeel Het Land acceptabel te houden, is een goede doorspoeling ervan noodzakelijk. Deze doorstroming zal door middel van een knijpconstructie in de watergang langs de Groenoordweg worden geregeld.
Zoals aangegeven in de stedenbouwkundige visie voor Het Land zullen zoveel mogelijk oevers natuurvriendelijk worden ingericht.

8.7.4.3 Waterkering

Het hooggelegen groene dijklichaam in het plangebied (het hooggelegen gedeelte ) ligt op + 8,50 m NAP (leggerhoogte) en heeft de functie van hoofdwaterkering welke beheerd wordt door het waterschap Hollandse Delta. Het dijktafelniveau bevindt zich bij de hoofdwaterkering van de Hongerlandsedijk op + 3,75/+ 3,80 m NAP.

Het aangrenzende gebied achter de bebouwing ligt gemiddeld vier meter lager + 4,50 m NAP. Het daarachter liggende park is weer hoger en ligt op + 5,75 NAP. Het totale gebied voldoet ruimschoots aan de toekomstige normen voor de hoogte van het maaiveld. Het maaiveld bevindt zich ook in de toekomstige situatie boven de norm van + 3,50 m NAP. Uit de keur van het waterschap is af te leiden, dat er binnen de beschermingszones van de waterkeringen niet mag worden gebouwd. Bij de begrenzing van het reeds gerealiseerde deel van De Dijk is, in verband met deze hoge ligging, hiervan in het verleden reeds afgeweken en is het destijds toegestaan, om met vergunning op de nu bestaande maat (de gegunde bebouwingslijn), binnen de beschermingszone te bouwen. Binnen de grenzen van de waterkering (kernzone) en de rivier wordt niet gebouwd.
Voor deelplan Het Land is een stabiliteitsberekening gemaakt om de invloed van de verbreding van de watergang op de regionale waterkering te toetsen. De zone van de Elementenweg en de doortrekking daarvan naar de Hongerlandsedijk, heeft de functie van regionale waterkering. Aangezien de Elementenweg een compartimenteringsdijk is, is een keurvergunning vereist voor de aanleg van de nieuwe watergangen en voor de verkeersontsluiting van deelplan Het Land naar de Elementenweg. In de genoemde regionale waterkering mogen geen ontgravingen plaatsvinden zonder ontheffing van het waterschap. Er mogen geen afvoerbuizen in de dijk worden aangelegd. De ontwikkeling van deelplan Het Land heeft geen consequenties voor de hoofdwaterkering, gezien de afstand tot deze waterkering.

8.7.4.4 Grondwater

Het deelplan De Dijk behoudt de hoge ligging op de waterkering. Ook in de nieuwe situatie zal om die reden geen grondwateroverlast optreden.
Ter hoogte van deelplan Het Land is een slecht waterdoorlatende deklaag aanwezig, bestaande uit klei met een dikte van ongeveer 18 m. Op basis van grondwaterstandgegevens van TNO zal de gemiddeld hoogste grondwaterstand in het plangebied naar verwachting NAP – 0,50 m zijn. Uit de genoemde TNO-gegevens blijkt, dat een peilfluctuatie van ongeveer 1,0 m verwacht kan worden (NAP -0,50/-1,50).
In verband met de genoemde deklaag, wordt onder de verhardingsconstructie van de wegen in het plangebied een drainagesysteem aangelegd. De drainage is bedoeld om te hoge grondwaterstanden tijdens een periode van langdurige neerslag te voorkómen. Onder de kruipruimten van de woningen wordt ook een drain aangelegd, waarvoor de gemiddeld hoogste grondwaterstand maatgevend is gesteld. Om het totale deelplan Het Land is een 10 meter brede ringvaart aangelegd, waarop het drainagesysteem uitkomt.

8.7.4.5 Riolering

Conform de huidige eisen volgend uit de Wet milieubeheer dient voor het te realiseren nieuwbouwproject een gescheiden rioolstelsel te worden aangelegd. Daarnaast zal tevens de mogelijkheid open gehouden worden een gescheiden rioolstelsel met voorzieningen toe te passen. Het rioleringsplan voor het totale plangebied is ter beoordeling aan het waterschap voorgelegd.

In overleg met het waterschap en Rijkswaterstaat is voor De Dijk I en II (het dek en de achtersteven, + 8,50 m. NAP) gekozen om alle hemelwater van de woontorens direct in vrijverval te lozen op het buitenwater van de Oude Maas. Neerslag infiltreert in het dijklichaam en watert af op de Oude Maas.
Het vuile water (de DWA-afvoer) van De Dijk I en II wordt afgevoerd naar het gemengde rioolstelsel van de Groenoordweg in de wijk Schenkel. Het hemelwater van de parkeerplaatsen achter de woontorens voert af naar de Oude Maas en het hemelwater van het Park en Het Land voert af naar de watergang om Het Land.
Voor wat betreft het plandeel van De Dijk III (de boeg) is voor zowel het vuile water (de DWA-afvoer), als het hemelwater aangesloten op het gemengde rioolstelsel van de Elementenweg. Dit is een verouderd rioolstelsel, dat vervangen zal worden bij de ontwikkeling van dit onderdeel van deelplan De Dijk. Bij deze ontwikkeling zal worden aangesloten op het rioolstelsel van plandeel De Dijk I (het dek). In het lagere deel van dit deelgebied wordt het hemelwater op de haven van Spijkenisse geloosd.
De toename van de verharding betekent, dat de mogelijkheden voor infiltratie verminderen. Door de afvoer van het regenwater naar de Oude Maas en de haven zal dat echter niet tot problemen in het gebied zelf en in het aangrenzende gebied leiden. Bovendien blijft het groene talud van de dijk bijna geheel in tact, zodat zoveel mogelijk infiltratie mogelijk blijft. De waterhuishouding van het naastgelegen gebied Schenkel zal door de afvoer van het regenwater naar de Oude Maas en de buitenhaven niet veranderen.
Voor deelplan Het Land is gekozen voor een gescheiden rioolstelsel, bestaande uit een dwa-rioolstelsel en een rwa-rioolstelsel. Hierop worden zowel het regenwater, van de daken, als ook van de wegverharding aangesloten. Het rwa-stelsel loost via meerdere uitmondingen direct op het omringende oppervlaktewater. Voor drainage van de woningen wordt de mogelijkheid gegeven op het rwa-stelsel aan te sluiten. Het regenwaterriool stroomt onder vrij verval naar vier uitlaten ten zuiden en ten noorden van het plangebied. Lozing op open water ontlast de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bovendien draagt de lozing in belangrijke mate bij aan de doorspoeling van de nieuwe hoofdwatergang en van de singel rondom het plangebied.
Het dwa-rioolstelsel van deelplan Het Land krijgt geen nieuwe overstort op het open water. De bestaande overstort langs de Groenoordweg wordt gehandhaafd en verlengd, zodat de inham niet meer aanwezig is. Deze overstort bevindt zich in de nieuwe situatie nog steeds langs de hoofdwatergang. Hierdoor blijft een goede doorstroming langs de overstort gewaarborgd.

8.7.4.6 Belevingswaarde water

Door de transformatie van het gebied tussen de Schenkelweg en de Oude Maas, keert de stad zich naar de rivier toe. Dat versterkt de identiteit van Spijkenisse, als stad aan de rivier. De woningbouwontwikkeling op De Dijk (Hongerlandsedijk) met hoogbouw, die uitkijkt op de rivier, verbetert de relatie van Spijkenisse met de Oude Maas.
De realisatie van de totale nieuwe wijk De Elementen zal hierin de ontbrekende schakel gaan vormen.

8.7.5 Conclusie

De ontwikkeling van het plan De Dijk en Het Land is in overleg met de waterbeheerder tot stand gekomen en voldoet aan de waterstaatkundige uitgangspunten.
Waterschap Hollandse Delta heeft in de overlegfase ingestemd met dit bestemmingsplan.