Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Landgoed De Ackskeen |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0611.LandgoedDeAckskeen-0001 |
In deze regels wordt verstaan onder: | |
het plan: | |
Het bestemmingsplan “De Ackskeen” van de gemeente Cromstrijen. | |
de plankaart: | |
de plankaart van het bestemmingsplan “De Ackskeen”, bestaande uit de kaart met tekeningnummer 09.065, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven. | |
aanbouw (uitbouw): | |
Een uitbreiding van het hoofdgebouw in één bouwlaag (hieronder wordt tevens een uitbouw begrepen), welke uitbreiding onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. | |
aanduiding: | |
een op de plankaart aangegeven vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar - ingevolge de regels - regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. | |
aanduidingsgrens: | |
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft. | |
bebouwing: | |
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. | |
bebouwingspercentage: | |
de verhouding tussen de oppervlakte van het te bebouwen terreingedeelte en de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak; dit percentage wordt slechts berekend over het gedeelte van het bestemmingsvlak waarbinnen de bouwwerken mogen worden gebouwd. | |
bestemmingsgrens: | |
De grens van een bestemmingsvlak. | |
bestemmingsvlak: | |
een op de plankaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming. | |
bijgebouw: | |
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. | |
bouwaanduidingen: | |
alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken. | |
bouwen: | |
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. | |
bouwgrens: | |
de grens van een bouwvlak. | |
bouwperceel: | |
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. | |
bouwperceelgrens: | |
een grens van een bouwperceel. | |
bouwvlak: | |
een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. | |
bouwwerk: | |
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. | |
extensieve dagrecreatie: | |
recreatie in de open lucht uitsluitend gedurende een dagperiode, waarbij vooral het landschap of bepaalde delen ervan sterk beleefd worden, waarbij weinig of geen gebouwde voorzieningen nodig zijn en waarbij tevens in het algemeen het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, zoals wandelen, verpozen en natuur- en landschapsbeleving. | |
gebouw: | |
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. | |
hoofdgebouw: | |
gebouw dat door zijn constructie en/of afmeting als dominant is aan te merken ten opzichte van de bijbehorende bijgebouwen gelegen op hetzelfde perceel. | |
huiskavel | |
Het bouwperceel van een landgoed waarop de woning en bijbehorende erf mag worden gerealiseerd. | |
kap: | |
een afdekking van een gebouw met schuine zijden waarbij de hellingshoek tenminste 20 en ten hoogste 60 graden bedraagt. | |
maaiveld: | |
de hoogte van het terrein nadat het gereed gemaakt is voor bebouwing. | |
landgoed: | |
Een aaneengesloten, voor het publiek toegankelijk, natuurgebied met één huiskavel. | |
landschapswaarden: | |
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur. | |
natuurwaarden: | |
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door geologische, geomorfo-logische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang. | |
peil: | |
a. | voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang, |
b. | voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw, |
c. | indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil). |
tuin: | |
terrein ten behoeve van de aanleg van groenvoorzieningen, met de daarbij behorende verharding (paden, terrassen) en vijvers en dat in overwegende mate niet voor bebouwing in aanmerking komt. | |
uitbouw: | |
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. | |
verbeelding: | |
de analoge c.q. digitale plankaart. | |
water: | |
waterlopen (sloten, singels, vijvers e.d.) ten behoeve van de waterberging, alsmede de aan- en afvoer van oppervlaktewater. | |
Wet ruimtelijke ordening: | |
de Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan. | |
Woningwet: | |
de Woningwet zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan. |