direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Bestemmingsplanherziening Buitensluis, starterswoningen Wilhelminastraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.BPbuitenslwilhelst-OH01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', maximaal 12 gestapelde woningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. bijgebouwen; galerij,
  • d. trappenhuis;
  • e. tuinen en erven.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Op de gronden mogen hoofdgebouwen worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. als hoofdgebouw uitsluitend gestapelde woningen mogen worden gebouwd;
  • b. het hoofdgebouw binnen het bouwvlak dient te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van het hoofdgebouw maximaal 6 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van het hoofdgebouw maximaal 10 meter mag bedragen;
  • e. het hoofdgebouw voorzien dient te worden van een kap.
4.2.2 Bijgebouwen

Bij het hoofdgebouw mogen enkel bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. bijgebouwen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen maximaal 3 meter mag bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij het hoofdgebouw mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen maximaal 2 meter mag bedragen, met uitzondering van de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan, deze mogen maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3 meter mag bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • c. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • d. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
4.3.2 Aan-huis-verbonden beroepen

Het gebruik van de woning voor aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, onder de voorwaarden dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • e. de beroepsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • f. er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de beroepsmatige activiteiten, geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan voor het toestaan voor het gebruik van woningen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • e. de bedrijfsuitoefening geschiedt door degene die op het perceel woonachtig is;
  • f. er geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
  • g. er geen vergunningsplichtige activiteiten op grond van de Wet milieubeheer mogen plaatsvinden.