direct naar inhoud van 4.7 Externe veiligheid
Plan: Rivierdijk 182
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp22rivierdijk182-3001

4.7 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Daarbij geldt een kans van 10-6 als de grenswaarde. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht1. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 meter strekken.

Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Weg en Basisnet Water opgenomen in de circulaire.

Onderzoek en conclusie

In de omgeving van het plangebied zijn geen Bevi-inrichtingen aanwezig of inrichtingen die anderszins als risicovol zijn aan te merken. Over de Rivierdijk vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats met een zodanige omvang dat er sprake is van externe veiligheidsrisico's in de omgeving van de weg. In de direct omgeving van de Beneden-Merwede dient rekening te worden gehouden met externe veiligheidsrisico's vanwege het transport van gevaarlijk stoffen over water. De Beneden-Merwede is in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen getypeerd als zwarte vaarroute aangezien de Beneden-Merwede een belangrijke vaarverbinding vormt tussen Rotterdam en Duitsland. Uit het Basisnet Water en uit de Circulaire volgt de PR 10-6 contour niet buiten de oever van de vaarweg is gelegen. Het plan voldoet daarmee aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico aangezien het plangebied op ruime afstand van de oever is gelegen. De ontwikkeling van één extra woning heeft geen invloed op het groepsrisico. De oriënterende waarde voor het groepsrisico van vaarwegen wordt pas overschreden bij zeer hoge personendichtheden die in de omgeving van het plangebied niet voorkomen. Een nadere beschouwing van het groepsrisico is daarom achterwege gelaten.

Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.