Plan: | Bedrijfsgebied Baanhoek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0610.bp19bedrbaanhoek-3001 |
Normstelling en beleid
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat als de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig moet worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen moeten bij voorkeur op schone grond worden gerealiseerd.
Het bestemmingsplan Bedrijfsgebied maakt echter geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en is conserverend van aard. Op grond van de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is bij een conserverend plan geen uitgebreid onderzoek naar de bodemkwaliteit nodig, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 12 oktober 2008, LJN: BG1162, 200706507/1. Daarin stelt de Afdeling dat kan worden volstaan met een overzicht in de plantoelichting van de reeds bekende gegevens over de bodemkwaliteit.
De omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft een Bodembeheernota Zuid-Holland Zuid en een bodemkwaliteitskaart opgesteld. Op deze kaart staan zones met bodemkwaliteiten. De zones op de kaart zijn tot stand gekomen op basis van verschillen in bodemopbouw, historisch en huidig bodemgebruik en chemische kwaliteit. De kaart kan niet gebruikt worden voor het bepalen van de grondkwaliteit voor een specifieke locatie. Daarvoor zal een nader onderzoek moeten worden gedaan.
Hieronder is in figuur 4.4. een uitsnede van de bodemkwaliteitskaart opgenomen.
Figuur 4.4 Bodemkwaliteitskaart, Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Omdat het bestemmingsplan geen functiewijzigingen mogelijk maakt, de terreinen zijn nu ook al bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten, is nader onderzoek niet nodig.