Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten gezoneerd industrieterrein' zijn opgenomen,
met een milieucategorie
|
ter plaatse van de aanduiding
|
1 en 2
|
bedrijven tot en met categorie 2
|
1, 2 en 3.1
|
bedrijven tot en met categorie 3.1
|
1, 2, 3.1 en 3.2
|
bedrijven tot en met categorie 3.2
|
1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1
|
bedrijven tot en met categorie 4.1
|
-
b. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 tot en met 3': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd:
aanduiding
|
SBI code
|
specifieke vorm van bedrijf - 1
|
351.4 en 311
|
specifieke vorm van bedrijf - 2
|
311
|
specifieke vorm van bedrijf - 3
|
1589.1
|
-
c. een bevi is alleen toegestaan binnen de aanduiding 'veiligheidszone bevi';
-
d. productiegebonden detailhandel;
-
e. wegen met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen;
-
f. parkeervoorzieningen;
-
g. fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen;
-
h. watergangen en waterpartijen;
-
i. groenvoorzieningen;
-
j. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;
met uitzondering van:
-
k. detailhandelsbedrijven;
-
l. bedrijven met activiteiten zoals bedoeld in artikel 7.2 lid 1 van de Wet milieubeheer.
-
m. bedrijven die krachtens artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
-
n. vuurwerkbedrijven.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. gebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
-
b. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 3 m;
-
c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen mag per perceel niet meer bedragen dan het ter plaatse van aangeduide bebouwingspercentage van het bouwvlak;
-
d. de hoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven.
3.2.2 Geen gebouwen
In afwijking van het bepaalde in 3.2.1 zijn op de gronden binnen de aanduiding 'verkooppunt voor brandstoffen met LPG' geen gebouwen toegestaan.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en vrijstaande reclamezuilen mag niet meer bedragen dan 3 m;
-
b. de bouwhoogte van lichtmasten behorende bij bedrijven mag niet meer bedragen dan 15 m;
-
c. de bouwhoogte van scheepvaartvoorzieningen, zoals radarmasten mag niet meer bedragen dan 18 m;
-
d. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schoorsteen' mag niet meer bedragen dan 50 m;
-
e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan onder a, b, c en d genoemd mag niet meer bedragen dan 20 m.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de ontsluiting vanaf de weg en de situering van de bebouwing met het oog op:
-
a. het realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein;
-
b. de consequenties van de sectorale milieuwetgeving;
-
c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
met dien verstande dat de gebruikswaarde van het bedrijf niet onevenredig wordt geschaad.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.1 en een bebouwingspercentage van 80% toestaan,mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.5 Specifieke gebruiksregels
-
a. activiteiten van Wgh-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overig - gezoneerd industrieterrein';
-
b. bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'overig - gezoneerd industrieterrein' zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij niet meer geluid produceren dan aan hen is toegekend op basis van het geluidverdeelplan dat onderdeel is van het zonebeheerplan d.d. februari 2012;
-
c. lichtmasten die verblindend zijn voor het scheepvaartverkeer zijn niet toegestaan;
-
d. op onbebouwde gronden is opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 12 m niet toegestaan;
-
e. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan;
-
f. kantoorvloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
-
g. de gronden binnen de aanduiding 'verkooppunt voor brandstoffen met LPG' mogen gebruikt worden ten behoeve van het aangrenzende verkooppunt voor motorbrandstoffen;
-
h. gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie is niet toegestaan.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
-
a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van:
-
1. bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen zijn met een bedrijf genoemd in de toegestane categorie, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
-
2. het toestaan van bedrijven indien zij voldoen aan een geactualiseerde versie van het zonebeheerplan.