Duurzaam bouwen (dubo) is het op dusdanige manier bouwen, dat gedurende de gehele levensloop van het gebouw en de gebouwde omgeving zo min mogelijk (milieu-)belasting oplevert en zoveel mogelijk voordelen op ecologisch, economisch en sociaal gebied ontstaan. Duurzame stedenbouw is een belangrijk en voorwaardenscheppend onderdeel van dubo.
Het verduurzamen van de samenleving kent nog nauwelijks wettelijke kaders. Wel zijn verschillende partijen, waaronder gemeenten, al vele jaren actief met het ontwikkelen en implementeren van lokaal beleid en stimuleringsinstrumenten inzake duurzaamheid. Het enige wettelijke kader voor duurzaam bouwen zijn de planregels in het bestemmingsplan. De gemeente kan hierin stedenbouwkundige randvoorwaarden voor duurzaamheid vastleggen, zoals zongericht verkavelen.
Gemeentelijk beleid inzake duurzaam bouwen
In 2005 is in de regio Midden-Holland een overkoepelend integraal Regionaal Beleidskader Duurzaam Bouwen vastgesteld door de Bestuurscommissie Omgevingsdienst Midden-Holland. In november 2005 heeft het College van B en W van Schoonhoven ingestemd met dit beleidskader. Hierin wordt duurzaamheid in een integrale aanpak gekoppeld aan gezondheid en veiligheid van de leefomgeving.
Het Regionaal Beleidskader Duurzaam Bouwen biedt uitgangspunten voor bestaande en nieuwe woningbouw, gemeentelijke gebouwen, utiliteitsbouw, bedrijventerreinen, stedenbouw en GWW (Grond-, weg- en waterbouw). De aanpak sluitaan bij de projectmatige manier van werken van gemeenten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het instrument GPR-Gebouw, waarmee gedurende de bouwontwikkeling op gebouwniveau prestaties op het gebied van duurzaam en toekomstgericht bouwen gemonitord worden. Op de volgende thema’s wordt de kwaliteit van de gebouwen met behulp van rapportcijfers beoordeeld: energie, milieu, gebruikerskwaliteit, toekomstwaarde en gezondheid. Hierin zijn labels als woonkeur en politiekeurmerk veilig wonen verwerkt. Duurzaamheid wordt zo meegenomen als een van de aspecten van de totale woningkwaliteit. GPR-scores worden weergegeven in een schaal van 6 tot 10. In de regio is een minimumniveau van 7,2 afgesproken voor alle thema’s.
In de gemeente Schoonhoven dient regelmatig te worden opgehoogd. Het voorbelasten van bouwterreinen met zand, leidt tot onvermijdelijke bodemdaling. Het ophogen van bouwterreinen met lichtere materialen (bijvoorbeeld vulkanische as materialen) zorgt voor minder inklinking van de bodem.
Voor Zilverstad geldt dat extra geluidwerende maatregelen nodig zijn om aan het bouwbesluit te voldoen. Door slim geluidisolatie met energie-isolatie te combineren is een winst op energiezuinigheid te behalen.
In de voorbereiding van het bestemmingsplan heeft de Omgevingsdienst Midden-Holland een advies uitgebracht over het bestemmingsplan onderdeel van dit advies was een specifiek advies over duurzaamheid. Hieronder zijn de adviezen opgenomen. In de verdere planvorming wordt gekeken of invulling gegeven kan worden aan het bouwplan overeenkomstig het advies.
- Wanneer er niet op het dak geparkeerd wordt, kan worden overwogen een vegetatiedak te realiseren. Dit werkt isolerend, zorgt voor extra waterberging in het gebied en geeft een groene, rustgevende uitstraling. Daarmee is mogelijke wateroverlast in het gebied ten dele te verhelpen en worden de energielasten beperkt. Daartegenover staan onderhoudskosten voor het groen en een investering in een goede onderstutting voor de zwaardere dakconstructie.
- Breng in de onderhandelingen omtrent het programma van eisen van het project de voorwaarden toe uit het gemeentelijk klimaatprogramma: 10% aanscherping EPC, stimuleren duurzame energieopwekking, toepassen FSC hout en de GPR gebouw minimumscores.
Naast een duurzaam ontwerp van de te realiseren gebouwen verdient het aspect water binnen het plangebied extra aandacht. In verband met de lage ligging en de slappe bodem (inklinken), zijn maatregelen nodig die verdere bodemdaling tegengaan. Goed peilbeheer hoort daarbij. Hoe hoger het peil hoe beter bodemdaling wordt tegengegaan. Ook is er natte natuur in de (nabije) omgeving, die gebaat is bij een hoog waterpeil. Een hoog waterpeil brengt echter hoger risico op wateroverlast met zich mee. Zeker als neerslag vaker in grotere hoeveelheden valt. Daarom is het van belang de waterbergende capaciteit van het gebied zo groot mogelijk te maken. Dat kan door veel ruimte te bestemmen tot open oppervlaktewater, veel ruimte onverhard te laten en groene daken toe te passen.
Algemene duurzaamheidsprincipes:
- bomen die gekapt worden dienen terug te komen in de nieuwe inrichtingsplannen, mogelijkheid bekijken om bestaande bomen te verplaatsen in plaats van kappen.
- boomnorm minimaal 0,9 boom / woning
- groennorm minimaal 15 – 25% projectgebied of 50 - 75 m2 / woning
- nestelgelegenheid voor mus, zwaluw in de gebouwontwerpen opnemen. Ook door de mogelijke aanwezigheid van open water in de nabijheid is het belangrijk om mogelijke muggenoverlast zo te bestrijden.
- hemelwater niet via het riool afvoeren.
- pas ondergrondse afvalcontainers toe, op goed toegankelijke en veilige plekken.