Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Zilverstad
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0608.201240BPZilverstad-VG01

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;
  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. geluidwerende voorzieningen;
  4. fiets- en voetpaden;
  5. speelvoorzieningen;
  6. kunstwerken; 
  7. straatmeubilair;
  8. parkeervoorzieningen;
  9. nutsvoorzieningen;
alsmede voor tuinen, zonder bouwmogelijkheden, ten behoeve van aanliggende woonpercelen.

3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, met een maximum oppervlak per gebouwtje van 25 m2, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 m;
  3. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 8 m;
  4. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m;
  5. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3 m.

3.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
  1. de situering en afmeting van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    2. de ruimtelijke of landschappelijke inpassing;
    3. de verkeersveiligheid;
    4. de sociale veiligheid;
    5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  2. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen.

3.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:
  1. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en / of handhaving van de bestemming dient;
  2. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en / of handhaving van de bestemming dient;
  3. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  4. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.