Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Zilverstad
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0608.201240BPZilverstad-VG01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Zilverstad' van de Gemeente Schoonhoven.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0608.201240BPZilverstad-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan- en uitbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.6 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
1.7 archeologisch onderzoek
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
1.8 archeologisch rapport
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
1.9 archeologische verwachting
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten.
1.10 archeologische waarde
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten.
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.12 bedrijfsmatige activiteiten in de woning
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen detailhandelsbedrijf zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving; het betreft derhalve uitsluitend bedrijven uit maximaal de categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
1.13 beroepsmatige activiteiten in de woning
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving; een praktijkruimte aan huis is hierbij toegestaan.
1.14 bestaande situatie
  1. t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
  2. t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
1.15 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.16 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.19 bouwlaag
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en ruimte onder de kap.
1.20 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 bouwperceelgrens
grens van het bouwperceel.
1.22 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.23 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die het-zij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
1.24 bijbehorend bouwwerk
een functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak.
1.25 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps-/bedrijfsactiviteit.
1.26 gebouw
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.27 hoofdfunctie
een functie waarvoor het gebouw hoofdzakelijk mag worden gebruikt.
1.28 huishouden
persoon of groep personen die een huidhouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling daarvan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
1.29 mantelzorg
het bieden van zorg aan een iemand die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak op vrijwillige basis en buiten een georganiseerd verband.
1.30 ondergeschikte detailhandel
detailhandel die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan een bedrijf, instelling of functie en die in directe relatie staat tot het bedrijf dan wel de betreffende instelling of functie.
1.31 ontmoetingsruimte
Ruimte ten behoeve van maatschappelijke en zorggerelateerde doeleinden, niet zijnde commerciële activiteiten, waarbij ontmoeting tussen bewoners centraal staat.
1.32 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.33 praktijkruimte, zelfstandig
een gebouw waarin beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten worden verricht die het karakter hebben van een praktijk in de sfeer van de vrije beroepen (arts, fysiotherapeut, tandarts, psycholoog, notaris, accountant), waarbij het feit dat een zelfstandig beroep of bedrijf wordt uitgeoefend blijkt uit een aankondiging die vanaf de openbare weg zichtbaar is.
1.34 praktijkruimte aan huis
een ruimte in of bij de woning, waarin door de bewoner beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten worden verricht die het karakter hebben van een praktijk in de sfeer van de vrije beroepen (arts, fysiotherapeut, tandarts, psycholoog, notaris, accountant), waarbij het mogelijk is een deel van het gebouw aan te wijzen waar deze activiteiten plaatsvinden.
1.35 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.36 straatmeubilair
Bij of in de openbare ruimte behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals draagconstructies voor reclame, voorwerpen van beeldende kunst, vitrines, zitbanken, bloemen of planten en banken, gedenktekens, speeltoestellen, straatverlichting en wegbewijzering, alsmede telefooncellen of abri’s.
1.37 voorgevellijn
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
1.38 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
1.39 woning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
1.40 (zorg)woning
een zelfstandige woning waarin zorg geleverd kan worden.