direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk/lokaal beleid
Plan: Woudhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0005-0002

3.3 Gemeentelijk/lokaal beleid

3.3.1 Stadsvisie

Op 28 september 2009 heeft de raad de “Stadsvisie Schiedam 2030” vastgesteld. Deze stadsvisie geldt als een structuurvisie als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. De stadsvisie is tot stand gekomen in samenspraak met veel partijen uit de stad. In dit kader is van december 2008 tot en met april 2009 een interactief traject uitgevoerd met een grote betrokkenheid van burgers, partners, ondernemers en raadsleden. De uitkomsten van dit traject zijn opgenomen in de stadsvisie.

In de stadsvisie wordt geconcludeerd dat het onmogelijk is om alle hoofdopgaven tegelijk uit te voeren. Daarom vormen de hoofdopgaven het kader waar, binnen de periode 2010-2030, ruimtelijke werkzaamheden uit voortvloeien. In de stadsvisie worden acht ruimtelijke opgaven onderscheiden. Op deze opgaven wil de gemeente zich de komende jaren focussen. Een tweetal is relevant voor het plangebied.

Versterken groene longen

Voor de groengebieden wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijk inrichtingsniveau met goede gebruiksmogelijkheden voor de stedeling, gekoppeld aan een hoogwaardig beheer. Dit streven betreft de gebieden Poldervaart, Polderwetering, Harreweg, Park Kethel, Beatrixpark en de diverse stadsparken. Daarnaast is het een opgave om het landschap van Midden-Delfland voor de toekomst te behouden en de functies voor boeren, recreanten en natuur te combineren. Deze opgave is verwoord in de “Toekomstvisie Midden-Delfland 2025” en wordt verder uitgewerkt in een landschapsontwikkelingsplan.

De groengebieden behorende bij de Harreweg zijn gedeeltelijk gelegen in het plangebied. In het bestemmingsplan hebben de gebieden behorende bij de Harreweg een specifieke groenbestemming gekregen. Binnen deze bestemming bestaan mogelijkheden voor ontwikkeling van deze gebieden, zonder dat daarbij het recreatieve gebruik van deze natuurlijke gebieden wordt beperkt.

Doorgaan met de wijkenaanpak

In het kader van integrale gebiedsontwikkeling wordt de wijkenaanpak doorgezet. De aanpak richt zich op het verbinden van de Grotestedenbeleid-thema's sociaal, fysiek, economie en veiligheid. In het kader hiervan krijgen de wijken middelen ter beschikking om in het kader van de sociale en fysieke thema's hun wijk aan te pakken.

Bij het wijkgericht werken staat de betrokkenheid van bewoners centraal. De aanpak is dan ook niet alleen gericht op het bestrijden van overlast, het tegengaan van verloedering en het wegnemen van onveiligheidsgevoelens, maar ook het bestrijden van werkloosheid en het wegwerken van opvoedings- en integratieproblemen. Ook het onderhouden van gebouwen, fysieke herstructurering en een mooie open-bare ruimte maken onderdeel uit van de aanpak.

De openbare ruimte in Woudhoek heeft verschillende bestemmingen gekregen in het bestemmingsplan. De verschillende bestemmingen bieden voldoende flexibiliteit om herstructurering van de openbare ruimte mogelijk te maken. De wijkgerichte aanpak is hierdoor mogelijk.

3.3.2 MeerjarenOntwikkelingsProgramma

Het Meerjaren ontwikkelingsprogramma Schiedam 2010-2015 (MOP) is op 19 december 2009 vast-gesteld. Het MOP geeft, als onderdeel van het nationale Grotestedenbeleid, voor de periode van 2010 tot 2015 weer op welke wijze enkele fysieke dimensie van de stadsvisie zullen worden uitgewerkt. Projecten uit het MOP die betrekking op het plangebied hebben zijn:

  • bevorderen van de kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad;
  • bevorderen van de fysieke kwaliteit van de leefomgeving.

In dit bestemmingsplan wordt voor wat betreft het wonen de bestaande situatie vastgelegd. Dit houdt in dat de bestaande woningdifferentiatie behouden blijft. De belangrijke groen- en watergebieden zijn lexibel bestemd om de openbare ruimte zo aantrekkelijk en gevarieerd mogelijk te houden. Voor het wijkpark is een groenbestemming opgenomen. Deze bestemming biedt ruimte voor het inrichten van het wijkpark met speelvoorzieningen en straatmeubilair. De mogelijkheid om het wijkpark op een dergelijke wijze in te richten kan de aantrekkelijkheid en de leefbaarheid van het park vergroten.

3.3.3 Beleidsnota Wonen

In augustus 2003 heeft het college de 'Beleidsnota Wonen' vastgesteld. Deze nota biedt de visie van de gemeente op het wonen in het algemeen en de herstructurering in het bijzonder. Voor het plangebied is herstructurering niet aan de orde, maar algemene gemeentelijke ambities op het gebied van wonen zijn wel terug te vinden in het plangebied. Met haar woonbeleid streeft de gemeente Schiedam naar:

  • 1. gevarieerde wijken (verschillende woningtypen, verschillende huishoudens);
  • 2. synergie in de wijk om binding aan de wijk te bevorderen (duurzaamheid, veiligheid, wooncarrière);
  • 3. de wijk is biotoop van de dagelijkse voorzieningen (kernbegrip is leefbaarheid);
  • 4. bewoners moeten trots kunnen zijn op hun wijk (beeldbepalende, herkenbare elementen);
  • 5. bestaande woningvoorraad ook verbeteren (de hele wijk moet ervan profiteren);
  • 6. perspectief bieden aan alle inwoners (behoefte van bewoners voor doorstroming binnen de wijk).

Volkshuisvestingsplan 2008-2010

De Beleidsnota Wonen is aan actualisatie toe. Daarom heeft de gemeente inmiddels een nieuw Volkshuisvestingsplan opgesteld. Het plan is nog niet vastgesteld maar geeft wel een meer actueel inzicht in het woonbeleid van de gemeente Schiedam. Het plan is nog steeds gebaseerd op het Beleidsplan Wonen uit 2003, met als belangrijkste aanvulling dat meer wordt ingezet op een veelzijdiger aanbod aan woonmilieus. Hoofddoel van het plan is 'het realiseren van een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad voor alle doelgroepen'. Actiepunten daarbij zijn:

    • 1. 20% bereikbare woningen in elk plan of deelgebied, met daarnaast een goede spreiding over alle prijsklassen en woningtypen;
    • 2. bij nieuwbouw van grotere aantallen: differentiatie in woningtypen en prijsklassen;
    • 3. extra aandacht voor eengezinswoningen in zowel bereikbare huur- als bereikbare koopwoningen;
    • 4. forse uitbreiding van het aantal bereikbare starterswoningen;
    • 5. uitbreiding van het aantal toegankelijke woningen voor ouderen.

In het voorliggend bestemmingsplan wordt voor wat betreft het wonen de bestaande situatie vastgelegd. Veel van de uitgangspunten zijn niet meer direct door te vertalen in de verschillende woonbestemmingen. Binnen de woonbestemmingen wordt de mogelijkheid geboden voor beperkte uitbreidingen en verbeteringen in en om de woning. Daarnaast worden mogelijkheden geboden voor een beroep/bedrijf aan huis en het bieden van mantelzorg in de woning.

3.3.4 Groenstructuurplan

In het Groenstructuurplan uit 1995 is het gemeentelijk groenbeleid vastgelegd. Het structuurplan is een belangrijk instrument voor de langere termijn (10 jaar) en geeft een integrale visie op de openbare ruimte en de manier waarop groen daarin een rol speelt. Het doel van het Groenstructuurplan is samen te vatten als “het veiligstellen en ontwikkelen van de specifieke kwaliteitskenmerken van de openbare ruimte in Schiedam”. In het Groenstructuurplan is ingegaan op de instrumenten om dit te bereiken.

In het Groenstructuurplan ligt het accent op de kwaliteit van de openbare ruimte en de manier waarop groen daarin een rol speelt. Uitgangspunt is dat het groen in Schiedam een hoge kwaliteit moet hebben. Het groen moet aan vier voorwaarden voldoen om te kunnen spreken van een hoge kwaliteit:

  • het groen moet duurzaam zijn, met name de hoofdgroenstructuur;
  • het groen moet functioneel zijn;
  • het groen moet een eigen sfeer hebben;
  • er moet een samenhang zijn tussen de groenelementen (visueel en ecologisch).

In het Groenstructuurplan worden verschillende ontwikkelingen geformuleerd die zijn uitgevoerd, of nog niet zijn of konden worden uitgevoerd. Het gaat hier om de volgende ontwikkelingen:

  • versterking van de ecologische weidelinten langs de Harreweg;
  • aanpassen van de inrichting van het wijkpark;
  • reeds aanwezige groengebieden tussen de toekomstige A4 en Woudhoek recreatief ontwikkelen;
  • uitzichtlocaties die uitzicht bieden over Midden-Delfland verbeteren;
  • ontwikkeling van recreatiegebied Woudhoek Noord;
  • kleinschalige op wijkniveau gerichte ontwikkelingen.

Evaluatie groenstructuurplan

In 2007 is het Groenstructuurplan geëvalueerd In deze evaluatie zijn de beoogde maatregelen uit het Groenstructuurplan tegen het licht gehouden. Met betrekking tot Woudhoek zijn in het Groenstructuurplan de volgende maatregelen genoemd:

  • 1. het aanpassen van de inrichting van het wijkpark in Woudhoek ten behoeve van het gebruik door kinderen in verschillende leeftijdsklassen. Dit moet ondermeer bewerkstelligd worden door het verbeteren van de beplanting in het noordelijk deel en het ontwikkelen van ecologische beplanting in het driehoekige parkdeel langs de IJzerdraatsingel;
  • 2. met de recreatieve ontwikkeling van de groengebieden langs het toekomstige tracé van de A4 is al gestart, maar de koppeling tussen Woudhoek en Groenoord kan hier nog verbeterd worden;
  • 3. het open houden van de zichtlocaties vanaf de uitzichtspunten naar de omgeving;
  • 4. het realiseren van een aaneengesloten laanbeplanting langs de Brederoweg en de Kasteelweg;
  • 5. het verbeteren van de indeling van de openbare ruimte door bij de ophogingen de diverse kleine vakjes om te vormen tot enkele grotere groenstroken;
  • 6. het stimuleren van natuurontwikkeling in privé-tuinen;
  • 7. het verder ontwikkelen van natuurwaarden door middel van inrichtings- en beheermaatregelen;
  • 8. het in noordoostelijke richting uitbreiden van het natuurontwikkelingsproject in overleg met de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Uit de evaluatie blijkt dat het Groenstructuurplan lang niet alle doelen die het nastreefde heeft gehaald. In de evaluatie komt dan ook naar voren dat veel maatregelen die voor Woudhoek van toepassing waren wel (gedeeltelijk) zijn uitgevoerd maar dat nieuwe andere maatregelen alweer nodig zijn om de kwaliteit van het openbaar groen naar een hedendaags niveau te tillen. Daarnaast blijkt dat in vergelijking met andere wijken in Schiedam in Woudhoek minder maatregelen zijn uitgevoerd.

In het plangebied hebben de bestaande structuurbepalende groengebieden een specifieke groen-bestemming gekregen. Door deze gebieden als 'groen' te bestemmen behouden ze hun uitstraling en blijven ze van waarde voor de uitstraling van het openbaar gebied. De kleinere groenstroken zijn over het algemeen opgenomen in de bestemmingen “Verkeer” of “Verkeer - Verblijfsgebied”, omdat deze niet bepalend zijn voor de groenstructuren in het plangebied en ze eenvoudig opgenomen kunnen worden in de verkeersbestemmingen.

3.3.5 Bestemmingsplan Groene Long

In november 2007 heeft de gemeenteraad, ter bescherming van de belangrijkste en structuurbepalende groengebieden, het bestemmingsplan “Groene Long 2007” vastgesteld. De gemeente heeft al sinds 1995 een Groenstructuurplan. Dit plan is nog steeds actueel, maar heeft voor burgers geen juridisch bindende waarde. Het bestemmingsplan “Groene Long 2007” is de juridische vertaling van het Groenstructuurplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0606.BP0005-0002_0005.jpg"

Afbeelding 5 - Bestemmingsplan Groene Long

Het bestemmingsplan “Groene Long 2007” kan gezien worden als een herziening/aanvulling op de geldende bestemmingsplannen in het plangebied. De gebruiksfuncties uit deze plannen zijn in het bestemmingsplan “Groene Long 2007” min of meer indirect bestemd. De gebruiksfuncties zijn positief bestemd door middel van een “parapluregeling”. Dit houdt in dat een nadere afweging vereist is wanneer aanspraak wordt gemaakt op de gebruiksfuncties uit de vigerende plannen.

In het plangebied zijn diverse gebieden gelegen die opgenomen zijn in het bestemmingsplan “Groene Long 2007”. Het betreft de open agrarische weilanden (weide en lintgebieden) in het oosten van het plangebied (rondom de Harreweg). Op deze gebieden is de specifieke bestemming “Groen - 2” gelegd. Door de gebieden op deze manier te bestemmen zijn de doelstellingen zoals deze zijn geformuleerd in het bestemmingsplan “Groene Long 2007” gecontinueerd.

3.3.6 Nota Snippergroen 'Groen brengt leven in de stad'

Momenteel wordt door de gemeente Schiedam gewerkt aan de 'Nota Snippergroen, De waarde van groen'. De Nota is nog niet vastgesteld maar kan, wanneer dit in de toekomst wel is gebeurd, gezien worden als vervanging van het Groenstructuurplan uit 1995. Hoofddoel van de 'Nota Snippergroen' is niet de uitgifte van openbaar groen, maar vooral de 'bescherming' er van. (Beperkte) uitgifte van openbaar groen zal alleen plaatsvinden als daarmee de uitstraling van de stad en de rest van het openbaar groen verbeterd kan worden, doordat bijvoorbeeld het straatbeeld wordt verfraaid, de samenhang wordt versterkt of het onderhoud kan worden verbeterd.

In het plangebied hebben de bestaande structuurbepalende groengebieden de specifieke bestemming 'groen' gekregen. Door deze gebieden als 'groen' te bestemmen behouden ze hun uitstraling en blijven ze van waarde voor de uitstraling van het openbaar gebied. De kleinere groenstroken zijn over het algemeen opgenomen in de bestemmingen “Verkeer” of “Verkeer - Verblijfsgebied”, omdat deze niet bepalend zijn voor de groenstructuren in het plangebied.

3.3.7 Kadernota "Parkeerbeleid 2009-2013"

De raad heeft op 17 april 2009 de kadernota “Parkeerbeleid 2009-2013” vastgesteld. Doel van de nota is een duidelijk beleidskader te stellen voor de aanpak van verschillende parkeervraagstukken, waaronder het toenemend autobezit en de daarmee samenhangende parkeerdruk in verschillende wijken. Het beleid is er op gericht om in wijken met een hoge parkeerdruk, door uitbreiding van de parkeercapaciteit, de parkeerdruk op straat terug te brengen tot 80 à 90%. In verschillende delen van Woudhoek is sprake van een hoge parkeerdruk. De openbare ruimte in deze gebieden zal, in samenhang met de ophoging van deze gebieden worden heringericht waarbij gezocht zal worden naar de mogelijkheden het aantal parkeerplaatsen uit te breiden en knelpunten met betrekking tot de bereikbaarheid voor nooddiensten op te lossen. De verkeersbestemmingen maken herinrichting van de openbare ruimte mogelijk.

3.3.8 Nota Architectuur & Welstand

In november 2003 heeft de gemeente Schiedam de Nota Architectuur & Welstand vastgesteld. In deze nota zijn voor alle wijken in Schiedam de architectonische en stedenbouwkundige kenmerken beschreven.

De wijk Woudhoek is in het zuiden overwegend verkaveld in grondgebonden orthogonale bouwblokken. Er is veel baksteen en betonsteen toegepast in de vormgeving. In het noordelijk deel, gebouwd in de jaren tachtig, komen naast grondgebonden woningen ook veel gestapelde woningbouw voor. De grond-gebonden woningen zijn voor het merendeel verkaveld in rechte bouwblokken in halfopen bebouwing.

De stedenbouwkundige opzet van Woudhoek onderscheidt zich in algemene zin niet van andere woonwijken uit dezelfde periode. Een uitzondering vormt het energiezuinige project van 180 grondgebonden woningwetwoningen in het noorden, die bestaat uit waaiervormige blokken georiënteerd op optimaal gebruik van de zon. De gevels van deze bebouwing bestaan in tegenstelling tot de in de wijk aanwezige baksteenarchitectuur uit stucwerk. Het corporatiebezit zorgt echter al voor voldoende waarborg om de afwijkende vormgeving en het beheer van de directe woonomgeving te handhaven. De stedenbouwkundige opzet en de architectuur bezitten uit een oogpunt van welstand geen toegevoegde waarde. In dit gebied gelden dan ook de criteria behorende bij het basisniveau. Voor veel voorkomende kleine bouwwerken zijn de loketcriteria voor dakkapellen, aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen, erfafscheidingen en gevelwijzigingen van toepassing.

Barkentijn/Nijhoffplein

Naast de wijkgerichte invalshoek van de nota, gaat de nota ook in op bijzondere gebieden. Het betreft de gebieden Binnenstad, Historische kern van Kethel, Sveaparken (Spaland) Nijhoffplein en Barkentijn (beiden Woudhoek), waar hoge eisen worden gesteld aan het behoud en versterking van het karakter.