direct naar inhoud van Artikel 14 Waarde - Archeologie 1
Plan: Kleurenbuurt-Huis te Landelaan
Status: onherroepelijk
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.bvkleurenbhuistel-OH01

Artikel 14 Waarde - Archeologie 1

14.1 Omschrijving gebruiksvorm
14.1.1 Doeleinden

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende gebiedsregelingen, mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.

14.1.2 Prioriteitenstelling

Indien er strijd ontstaat tussen het bepaalde in de gebiedsregeling 'Waarde - Archeologie 1' en het bepaalde in de overige gebiedsregelingen, prevaleert het bepaalde in de gebiedsregeling 'Waarde - Archeologie 1'.

14.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd die dieper reiken dan 0,50 meter onder maaiveld en een oppervlakte hebben van meer dan 100 m².

14.3 Afwijken van de bouwregels
14.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2, voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de in lid 14.1.1 bedoelde gebruiksvorm, mits de archeologische waarden niet worden geschaad.

Alvorens de omgevingsvergunning (voor het bouwen) te kunnen verlenen, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning aan burgemeester en wethouders hieromtrent een schriftelijk advies van de gemeentelijke archeoloog te overleggen.

14.3.2 Voorwaarden aan een te verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen

Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen de volgende regels worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een door de gemeente aan te wijzen deskundige op archeologisch gebied.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.4.1 Verbod zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden met de gebruiksvorm 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;
  • b. het bodemverlagen of afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • d. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanbrengen van ondergondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten;
  • g. het verhogen of verlagen van de grondwaterstand.
14.4.2 Uitzonderingen op het verbod

Het verbod van 14.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:

  • a. tussen maaiveld en 0,50 meter onder maaiveld;
  • b. een oppervlakte van minder dan 100 m²;
  • c. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen en gericht zijn op en noodzakelijk zijn voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • d. in uitvoering waren ten tijde van de inwerkingtreding van de beheersverordening, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van deze beheersverordening;
  • e. werkzaamheden in het kader van het uitvoeren van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige.
14.4.3 Voorwaarden

Het in lid 14.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:

  • a. indien uit een door de aanvrager van de vergunning te overleggen rapport of andere beschikbare informatiebron de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag mogelijk kunnen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld en hieruit blijkt dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden;
  • b. voor zover de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden::
    • 1. de verlichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  • c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.