direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubeheersverordening parkeernormering Rijswijk
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.bvParapluparkeren-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 verordening

De beheersverordening "Paraplubeheersverordening parkeernormering Rijswijk" met identificatienummer NL.IMRO.0603.bvParapluparkeren-VA01 van de gemeente Rijswijk.

1.2 beheersverordening

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 onderliggende beheersverordeningen

de volgende beheersverordeningen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Rijswijk:

  • "Bomenbuurt, Rembrandtkwartier en Havenkwartier" (vastgesteld op 25 juni 2013);
  • "Cromvliet" (vastgesteld op 7 mei 2013);
  • "De Strijp" (vastgesteld op 12 juli 2013);
  • "Elsenburgerbos-TNO/Pasgeld" (vastgesteld op 25 juni 2013);
  • "Hoekpolder" (vastgesteld op 12 februari 2013);
  • "Kleurenbuurt-Huis te Landelaan" (vastgesteld op 25 juni 2013);
  • "Kraayenburg" (vastgesteld op 7 mei 2013).

Hoofdstuk 2 ALGEMENE REGELS

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Relatie met onderliggende beheersverordeningen

De in deze beheersverordening opgenomen regels gelden in aanvulling op c.q. in afwijking van de regels van de onderliggende beheersverordeningen in de gemeente Rijswijk voor wat betreft het onderwerp 'parkeren', en laten de overige regels uit die onderliggende beheersverordeningen ongewijzigd.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

4.1 Verbod

Tot een gebruik dat strijdig is met de in de onderliggende beheersverordeningen gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de 'Nota Parkeernormen Gemeente Rijswijk' zoals vastgesteld op 8 februari 2011, of de rechtsopvolger(s) daarvan, tenzij de aard en omvang van het gebruik niet leidt tot significante parkeerbehoefte.

4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 4.1, geldt niet voor bestaand legaal gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening.

Artikel 5 Voorwaardelijke verplichting

  • a. Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt slechts verleend indien wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. Bij een omgevingsvergunning wordt beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid op basis van de normen die zijn neergelegd in de 'Nota Parkeernormen Gemeente Rijswijk' zoals vastgesteld op 8 februari 2011. Als deze nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging;
  • c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het bepaalde onder a bij omgevingsvergunning af te wijken, indien:
    • 1. het geldende gemeentelijke parkeerbeleid daartoe mogelijkheid biedt;
    • 2. zij van oordeel zijn dat er op andere wijze is of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid; of
    • 3. zij van oordeel zijn dat het voldoen aan het geldende gemeentelijke parkeerbeleid door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit en geen sprake zal zijn van onevenredige toename van de parkeerdruk en geen afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid;
  • d. Parkeergelegenheid die is gerealiseerd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
6.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de verordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
6.1.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 6.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 6.1.1 met maximaal 10 %.

6.1.3 Uitzondering

Lid 6.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van die beheersverordening.

6.2 Overgangsrecht gebruik
6.2.1 Algemeen

Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

6.2.2 Veranderen strijdig gebruik

Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met die beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

6.2.3 Onderbreken strijdig gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het lid 6.2.1 na de inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

6.2.4 Uitzondering

Lid 6.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die beheersverordening.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening 'Paraplubeheersverordening parkeernormering Rijswijk'.