Plan: | Parapluherziening Aanpassing Leidingstrook Hoogspanning Maasvlakte |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP2231PapluLsHsMA-va01 |
Het bestemmingsplan 'Parapluherziening Aanpassing Leidingstrook Hoogspanning Maasvlakte' met identificatienummer NL.IMRO.0599.BP2231PapluLsHsMA-va01 van de gemeente Rotterdam.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
Een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg maatgevend.
de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld.
De voor ''Leiding - Hoogspanning'' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de mede voor ''Leiding - Hoogspanning'' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, ook niet als dit op grond van de bouwregels voor de andere geldende bestemmingen wel is toegestaan.
Het verbod bedoeld in artikel 3.2.1 geldt niet voor bouwen ten behoeve van de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' en (vervangende nieuwbouw van) legale bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van vaststelling van dit bestemmingsplan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van bouwwerken die toegelaten zijn krachtens de andere ter plaatse geldende bestemming(en) dan 'Leiding - Hoogspanning', mits het belang en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsverbinding, aan de hand waarvan voorwaarden kunnen worden verbonden aan de vergunning, ter bescherming van het belang en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden is het verboden zonder omgevingsvergunning de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, bedoeld in artikel 3.4.1, geldt niet voor:
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in artikel 3.4.1 geen gevaar oplevert voor de hoogspanningsverbinding of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsverbinding, aan de hand waarvan voorwaarden kunnen worden verbonden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsverbinding.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij omgevingsvergunning kan door het college worden afgeweken van dit bestemmingsplan indien op ondergeschikte punten een geringe afwijking in de begrenzing, het gebruik, het beloop van de weg, de ligging of de vorm van een terrein, in het belang van een behoorlijke bebouwing of inrichting noodzakelijk is.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Aanpassing Leidingstrook Hoogspanning Maasvlakte' gemeente Rotterdam.