direct naar inhoud van Regels
Plan: Zomerhofkwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP2203Zohokwart-va02

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

Het bestemmingsplan Zomerhofkwartier met identificatienummer NL.IMRO.0599.BP2203Zohokwart-va02.

1.2 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.3 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4 Appartementenhotel

Het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en bijbehorende voorzieningen, waaronder zelfvoorzienende (incl. koken) kamers, gericht op gasten voor een verblijf van minimaal 3 nachten tot maximaal een half jaar.

1.5 Archeologisch deskundige

Het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) of een andere deskundige op het gebied van archeologie.

1.6 Archeologisch monument

Monument als bedoeld in artikel 1.1. van de Erfgoedwet.

1.7 Bebouwing

Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 Bedrijven

De bedrijven genoemd in de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels.

1.9 Beperkt kwetsbare objecten
  • woningen, kantoorgebouwen, hotels, restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover deze objecten niet tot de categorie Kwetsbare objecten behoren;
  • sporthallen, zwembaden, speeltuinen;
  • sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet tot de categorie Kwetsbare objecten behoren;
  • andere objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten niet tot de categorie Kwetsbare objecten behoren;
  • objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.10 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.11 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0599.BP2203Zohokwart-on01 met de bijbehorende regels en bijlagen die bij de regels zijn gevoegd.

1.12 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 Bouwaanduidingen

Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken.

1.14 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.15 Bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.16 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.17 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.18 Bruto vloeroppervlak (b.v.o.)

Het vloeroppervlak van een bouwwerk conform NEN 2580, inclusief de niet direct voor het hoofddoel bruikbare ruimten (bijvoorbeeld bij een productiebedrijf of winkel, de magazijn-, expeditie-, kantoorruimten). Gebouwde parkeervoorzieningen worden niet tot het b.v.o. gerekend.

1.19 Cultuur en ontspanning

Voorzieningen ten behoeve van culturele en sportieve activiteiten. Bioscopen en filmhuizen vallen hier niet onder.

1.20 Dakterras

Een buitenruimte op een plat dak met bijbehorende afrastering en vloerconstructie, ten dienste van de bewoners van de erop aansluitende woning(en).

1.21 Daktuin

Een groenvoorziening op het platte dak van een gebouw, dat in overwegende mate niet voor verharding in aanmerking komt en dat een voor mensen toegankelijk verblijfsgebied vormt.

1.22 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.23 Dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. Een belwinkel en een seksinrichting worden hier niet onder begrepen.

1.24 Erf

Terrein ten behoeve van de ontsluiting van de aanliggende bebouwing, voor parkeren, groenvoorzieningen, waterlopen en bouwwerken van lichte constructie (carports, slagbomen, fietsenstallingen e.d.).

1.25 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.26 Gebruiksoppervlakte (g.o.)

Het gebruiksoppervlakte (g.o.) is gelijk aan het Bruto vloeroppervlak (b.v.o.), minus

  • gevels en dragende wanden;
  • de vloeroppervlakken waarboven de vrije hoogte minder is dan 1,5 meter, met uitzondering van vloeren onder de trappen;
  • trapgaten, liftschachten of vide's groter dan 4 m2.
1.27 Geluidsgevoelige objecten

Hieronder worden verstaan de in de Wet geluidhinder aangewezen objecten: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven.

NB: Delen van deze gebouwen kunnen worden uitgezonderd wanneer deze een bestemming krijgen voor een functie die niet als geluidsgevoelig kan worden beschouwd.

1.28 Gemakswinkel

Een winkel voor kleine en snelle aankopen met een beperkt assortiment van dagelijkse of direct te gebruiken artikelen.

1.29 Gevellijn

Een op de verbeelding aangegeven lijn, waarin de gevel van de gebouwen aan de betreffende zijde moet worden opgericht.

1.30 Hoofdgebouw

Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.31 Horeca

Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en drank.

1.32 Horeca 1 (daghoreca)

Horecainrichtingen die geopend zijn tussen 07.00 uur en 23.00 uur, die al dan niet een terras exploiteren gedurende de openingstijden en die alleen inpandig achtergrondmuziek ten gehore brengen, met uitzondering van: het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie.

1.33 Horeca 2 (avondhoreca zonder geluid)

Horecainrichtingen die van zondag t/m donderdag geopend zijn tussen 07.00 uur en 01.00 uur en op vrijdag en zaterdag tussen 07.00 uur en 02.00 uur, die al dan niet een terras exploiteren gedurende de openingstijden en die alleen inpandig achtergrondmuziek mogen produceren, met uitzondering van: het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie.

1.34 Horeca 3 (avondhoreca met geluid)

Horecainrichtingen die van zondag t/m donderdag geopend zijn tussen 07.00 uur en 01.00 uur en op vrijdag en zaterdag tussen 07.00 uur en 02.00 uur, die al dan niet een terras exploiteren gedurende de openingstijden en die inpandig meer dan achtergrondmuziek mogen produceren, met uitzondering van: het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie.

1.35 Horeca 4 (24 uurs horeca)

Horecainrichtingen die 24 uur per dag open mogen zijn, die al dan niet een terras exploiteren op zondag t/m donderdag tussen 07.00 uur en 01.00 uur en op vrijdag en zaterdag tussen 07.00 uur en 02.00 uur en die inpandig meer dan achtergrondmuziek mogen produceren, met inbegrip van het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie.

1.36 Hotel

Het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en bijbehorende voorzieningen zoals ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, gericht op gasten voor een verblijf van maximaal een half jaar.

1.37 Kantoren

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.38 Kleinschalige speeltoestellen

Speeltoestellen niet hoger dan 4 meter.

1.39 Maaiveld

De bovenkant van het aansluitende, afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden.

1.40 Maatschappelijke voorzieningen

Voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg, kinderopvang, maatschappelijke dienstverlening en publieke dienstverlening. Ziekenhuizen zijn hiervan uitgesloten.

1.41 Milieudeskundige

De DCMR Milieudienst Rijnmond of de daarvoor in de plaats tredende instantie.

1.42 Nieuw hoog-risico biologisch laboratorium

Nieuwvestiging van een hoog-risico biologisch laboratorium of uitbreiding van een bestaand (hoog-risico biologisch) laboratorium met een hoog-risico biologisch laboratorium.

1.43 Nutsvoorzieningen

Op het leidingen net aangesloten voorzieningen op het vlak van gas-, water-, elektriciteitsdistributie, warmte- /koudedistributie, blokverwarming, (riool)gemalen (een gasdrukregelstation wordt niet hieronder begrepen).

1.44 Peil (straat-)

Voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de kruin van de weg;

voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang, na voltooiing van de aanleg van dat terrein;

indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg maatgevend.

1.45 Publieke dienstverlening

Bestuursorganen van de overheid en de daaraan gekoppelde ambtelijke diensten ten behoeve van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering, alsmede politie, brandweer, reinigings- en gezondheidsdiensten.

1.46 Sportvoorzieningen

Gebouwde en/of ongebouwde voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, zoals bijvoorbeeld een sporthal, boulderhal, e.d.

1.47 Straatmeubilair

Voorzieningen ten behoeve van de weggebruiker, zoals verkeersborden, straatverlichting, zitbanken, plantenbakken e.d.

1.48 Uitstekende delen aan gebouwen

Erkers, luifels, balkons, galerijen e.d.

1.49 Water

Waterlopen (sloten, singels, vijvers e.d.) ten behoeve van de waterberging, alsmede de aan- en afvoer van oppervlaktewater.

1.50 Winkelvloeroppervlak (w.v.o.)

Het oppervlak van een (winkel)unit dat voor het publiek vrij toegankelijk is, dan wel zichtbaar is.

1.51 Wet geluidhinder

De Wet geluidhinder zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp voor dit bestemmingsplan.

1.52 Wet ruimtelijke ordening

De Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp voor dit bestemmingsplan.

1.53 Woonzorgvoorziening

Een voorziening met zorg voor mensen die vanwege hun leeftijd, gezondheid of beperkingen aangewezen zijn op zorg en ondersteuning, ongeacht of deze door een professional, vrijwilliger of mantelzorger wordt verstrekt.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.2 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, pergola's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 de breedte van een gebouw

Van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels verspringen of niet evenwijdig lopen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.

2.5 de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens

Vanaf het punt van de gevel van een gebouw welke het dichtst bij de perceelsgrens is gelegen, haaks op de perceelsgrens.

2.6 de diagonaal van het hoogteaccent

De diagonaal wordt berekend over de verst van elkaar liggende hoeken in het horizontale vlak. Balkons, die ingesloten zijn door ten minste drie geveldelen worden meegerekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een aannemersbedrijf met werkplaats, met maximaal milieucategorie 2;
  • b. bedrijven in milieucategorie 1 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels;
  • c. bij bovengenoemde functies behorende erven en terreinen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de voor ''Bedrijf' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.

3.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. bedrijven t/m categorie 2 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • c. kantoren, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • d. een gemakswinkel en bijbehorende functies, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – gemakswinkel', waarbij het winkelvloeroppervlak uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
  • e. ondergeschikte detailhandel, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • f. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • g. horeca in de categorie 'Horeca 1 (daghoreca)' ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - horeca' en 'specifieke vorm van gemengd - horeca 2', alsmede horeca in de categorie 'Horeca 2 (avondhoreca zonder geluid)' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - horeca 2', uitsluitend op de begane grond en 1e verdieping;
  • h. hotel en/of appartementenhotel;
  • i. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • j. woonzorgvoorziening;
  • k. sportvoorzieningen, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • l. cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • m. terrassen ten behoeve van een horecavestiging die is toegelaten op grond van deze bestemming, ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven functieaanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - horeca' en 'specifieke vorm van gemengd - horeca 2';
  • n. parkeergarages (boven- en/of ondergronds);

met daaraan ondergeschikt:

  • o. berg- en stallingsruimten;
  • p. dakterrassen en daktuinen;
  • q. groen en water;
  • r. nutsvoorzieningen;
  • s. ontsluitingswegen en -paden alsmede verblijfsgebied;
  • t. kleinschalige voorzieningen voor verkeer en vervoer;
  • u. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de voor 'Gemengd' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient een onderste horizontale laag van een gebouw, tot een hoogte van minimaal 6,5 meter vanaf (straat)peil, gebouwd te worden in de gevellijn;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - overkapte sportvoorziening' is op de begane grondlaag uitsluitend een overkapte sportvoorziening toegestaan, die aan minimaal 1 zijde voor minimaal 50% van het deel dat aan de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' grenst te openen is.
  • d. gebouwen zijn toegestaan, met dien verstande dat wordt voldaan aan de minimale afstanden, zoals aangeduid op de bouwenveloppenkaarten in Bijlage 2 Bouwenveloppenkaarten bij deze regels;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' gelden de volgende regels:
    • 1. een hoogteaccent is toegestaan met een minimale bouwhoogte van 30 meter en een maximale bouwhoogte van 45 meter, waarbij de diagonaal van het hoogteaccent ten hoogste 40 meter mag bedragen;
    • 2. voor het overige deel is een maximale bouwhoogte van 24 meter toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' gelden de volgende regels:
    • 1. een hoogteaccent is toegestaan met een minimale bouwhoogte van 40 meter en een maximale bouwhoogte van 54 meter, waarbij de diagonaal van het hoogteaccent ten hoogste 40 meter mag bedragen;
    • 2. voor het overige deel is een maximale bouwhoogte van 24 meter toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' gelden de volgende regels:
    • 1. een hoogteaccent is toegestaan met een minimale bouwhoogte van 30 meter en een maximale bouwhoogte van 41 meter, waarbij de diagonaal van het hoogteaccent ten hoogste 40 meter mag bedragen;
    • 2. voor het overige deel is een maximale bouwhoogte van 24 meter toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' gelden de volgende regels:
    • 1. een hoogteaccent is toegestaan met een minimale bouwhoogte van 40 meter en een maximale bouwhoogte van 47 meter, waarbij de diagonaal van het hoogteaccent ten hoogste 40 meter mag bedragen;
    • 2. voor het overige deel is een maximale bouwhoogte van 24 meter toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5' gelden de volgende regels:
    • 1. een hoogteaccent is toegestaan met een minimale bouwhoogte van 25 meter en een maximale bouwhoogte van 32 meter, waarbij de diagonaal van het hoogteaccent ten hoogste 40 meter mag bedragen;
    • 2. voor het overige deel is een maximale bouwhoogte van 24 meter toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' geldt dat een gebouw niet is toegestaan;
  • k. ter plaatse van 'specifieke bouwaanduiding - uitkraging' is bebouwing toegestaan vanaf een hoogte van 10 meter;
  • l. uitstekende delen aan gebouwen, zoals balkons, zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan en mogen niet dieper zijn dan 2 meter en ten minste 10 meter boven maaiveld. Uitstekende
    delen aan gebouwen, zoals balkons, zijn bij de hoogteaccenten alleen toegestaan binnen de maximale diagonaal van het hoogteaccent en binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1 t/m - 6', voor zover het om bebouwing gaat binnen de bestemming Gemengd;
  • m. in uitzondering op 4.2.2 onder l, zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' uitstekende delen aan gebouwen toegestaan vanaf een hoogte van 7 meter boven maaiveld, waarbij de uitkraging onverminderd niet dieper dan 2 meter mag zijn;
  • n. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van gemengd - tribune' is een tribune toegestaan;
  • o. ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeergarage' dient een parkeergarage gerealiseerd te zijn alvorens de gronden ingebruik genomen worden ten behoeve van de toegestane functies;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' is op het hoogst gelegen dak één specifieke kunstuiting in de vorm van letters toegestaan, met een maximale bouwhoogte van 10 meter gemeten vanaf de dakrand.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend binnen het bestemmingsvlak toegestaan;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Algemeen

Woningen, als bedoeld in artikel 4.1 onder a, mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;
  • b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclame-uitingen;
  • d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
  • e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het aan huis gebonden beroep of bedrijf.
4.3.2 Woningen

Woningen, als bedoeld in artikel 4.1 onder a zijn uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. het maximum aantal woningen in het plangebied bedraagt 600 woningen, waarbij het totale oppervlakte van de woningen niet meer dan 54.140 m2 b.v.o. mag bedragen;
  • b. het gebruiksoppervlakte (g.o.) van de woningen bedraagt minimaal 50 m2;
  • c. minimaal 156 woningen zijn groter dan 85 m2 b.v.o.
4.3.3 Niet-woonfuncties

De functies als bedoeld in artikel 4.1 onder b tot en met k zijn uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. bedrijven en kantoren, als bedoeld in artikel 4.1 onder b en c, zijn toegestaan met een maximale oppervlakte van 10.000 m2 b.v.o. in totaal binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Kantoor' waarbij geldt dat kleinschalige zelfstandige kantoren tot een bruto vloeroppervlak van 1.000 m2 per vestiging zijn toegestaan;
  • b. een gemakswinkel, als bedoeld in artikel 4.1 onder d, is toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 550 m2 b.v.o. op de begane grond en eerste verdieping en ten hoogste 395 m2 w.v.o. op de begane grond;
  • c. ondergeschikte detailhandel, als bedoeld in artikel 4.1 onder e, is enkel toegestaan in de vorm van:
    • 1. detailhandel bij sport-, culturele, medische, onderwijs, recreatie- en vrije tijdsvoorzieningen, alsmede andere locaties met veel bezoekers of passanten, met een assortiment dat aansluit op de aard van deze voorzieningen of locaties;
    • 2. ondergeschikte detailhandel ten behoeve van ter plaatse vervaardigde goederen bij een productiebedrijf;
    • 3. ondergeschikte detailhandel bij een beroep aan huis of bij een ambachtelijk of dienstverlenend bedrijf, met een assortiment dat aansluit bij de hoofdbestemming;
    • 4. kringloopwinkels;
  • d. dienstverlening, als bedoeld in artikel 4.1 onder f, is toegestaan met een maximale oppervlakte van 1.000 m2 b.v.o. in totaal;
  • e. horeca, als bedoeld in artikel 4.1 onder g, is toegestaan met een maximale oppervlakte van 2.300 m2 b.v.o. in totaal binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Kantoor', een hotel en/of appartementenhotel daarbij niet inbegrepen;
  • f. een hotel en/of appartementenhotel met bijbehorende voorzieningen, als bedoeld in artikel 4.1 onder h, is toegestaan met maximaal 4.700 m2 bvo en maximaal 120 kamers in totaal binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Kantoor';
  • g. maatschappelijke voorzieningen, als bedoeld in artikel 4.1 onder i, zijn toegestaan met een maximale oppervlakte van 2.000 m2 b.v.o. in totaal;
  • h. een woonzorgvoorziening, als bedoeld in artikel 4.1 onder j, is toegestaan met een maximale oppervlakte van 2.600 m2 b.v.o.;
  • i. sportvoorzieningen, als bedoeld in artikel 4.1 onder k, zijn toegestaan met een minimale oppervlakte van 1.200 m2 bvo en een maximale oppervlakte van 1.700 m2 bvo in totaal binnen de bestemmingen ''Gemengd' en 'Kantoor';
  • j. de functies zoals genoemd in lid 4.3.3 onder sub a t/m g, maar met uitzondering van 1.500 m2 aan horeca zoals genoemd in lid 4.3.3 onder sub e, mogen gezamenlijk ten hoogste 15.860 m2 b.v.o. bedragen.
4.3.4 Toegestane bedrijven

Uitsluitend bedrijven t/m categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van de regels van dit bestemmingsplan als bedoeld in 4.2.2 onder j, ten aanzien van het toestaan van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6', mits:

  • 1. de minimale afstand tussen de gevels van gebouwen op maaiveldniveau ten minste 6,40 meter bedraagt;
  • 2. het beoogde bouwwerk vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • 3. de bouwhoogte maximaal 23 meter bedraagt;
  • 4. het woon- en leefklimaat ter plaatse van het beoogde bouwwerk en omliggende percelen niet onevenredig wordt geschaad.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Ontheffing toegestane bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.3.1 en 4.3.4 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.

4.6 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruik van de gronden ten behoeve van horeca en daarbij behorende terrassen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. voor activiteiten die vallen onder het Activiteitenbesluit milieubeheer:
    • 1. is aangetoond dat de geluidbelasting van een individuele horeca-inrichting met bijbehorende terrassen op de buitengevel van bestaande en geprojecteerde woning(en) voldoet aan de geluidgrenswaarden uit het eerste lid van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer of een hogere geluidgrenswaarde zoals vastgesteld bij maatwerkvoorschriften;
  • b. voor alle relevante horecaterrassen die niet onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer vallen:
    • 1. is aangetoond dat de geluidbelasting van een individuele horeca-inrichting met bijbehorende terrassen op de buitengevel van de bestaande en geprojecteerde woning(en) maximaal 55 dB(A) etmaalwaarde bedraagt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau én de geluidbelasting in de woning(en), bij gesloten ramen en deuren, maximaal 35 dB(A) etmaalwaarde bedraagt.

Artikel 5 Kantoor

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. bedrijven t/m categorie 2 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels, uitsluitend op de begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping;
  • c. horeca in de categorieën 'Horeca 1 (daghoreca)' en 'Horeca 2 (avondhoreca zonder geluid)' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - horeca', uitsluitend op de begane grond en 1e verdieping;
  • d. hotel en/of appartementenhotel;
  • e. terrassen ten behoeve van een horecavestiging die is toegelaten op grond van deze bestemming, ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven functieaanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - horeca' en 'specifieke vorm van gemengd - horeca 2';

met daaraan ondergeschikt:

  • f. berg- en stallingsruimten;
  • g. daktuinen;
  • h. groen en water;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. ontsluitingswegen en -paden alsmede verblijfsgebied;
  • k. kleinschalige voorzieningen voor verkeer en vervoer.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de voor 'Kantoor' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van 'specifieke bouwaanduiding - uitkraging' is bebouwing toegestaan vanaf een hoogte van 10 meter;
  • c. uitstekende delen, zoals balkons, zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan en mogen niet dieper zijn dan 2 meter en ten minste 10 meter boven maaiveld.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
5.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. kantoren en bedrijven, als bedoeld in artikel 5.1 onder a en b, zijn toegestaan met een maximale oppervlakte van 10.000 m2 b.v.o. in totaal binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Kantoor' waarbij geldt dat kleinschalige zelfstandige kantoren tot een bruto vloeroppervlak van 1.000 m2 per vestiging zijn toegestaan;
  • b. horeca, als bedoeld in artikel 5.1 onder c, is toegestaan met een maximale oppervlakte van 2.300 m2 b.v.o. in totaal binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Kantoor'.
  • c. een hotel en/of appartementenhotel met bijbehorende voorzieningen, als bedoeld in artikel 5.1 onder d, is toegestaan met een maximaal oppervlakte van 4.700 m2 bvo en maximaal 120 kamers in totaal binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Kantoor'.
5.4 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruik van de gronden ten behoeve van horeca en daarbij behorende terrassen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. voor activiteiten die vallen onder het Activiteitenbesluit milieubeheer:
    • 1. is aangetoond dat de geluidbelasting op de buitengevel van bestaande en geprojecteerde woning(en) voldoet aan de geluidgrenswaarden uit het eerste lid van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer of een hogere geluidgrenswaarde zoals vastgesteld bij maatwerkvoorschriften;
  • b. voor alle relevante horecaterrassen die niet onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer vallen:
    • 1. is aangetoond dat de geluidbelasting op de buitengevel van de bestaande en geprojecteerde woning(en) maximaal 55 dB(A) etmaalwaarde bedraagt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau én de geluidbelasting in de woning(en), bij gesloten ramen en deuren, maximaal 35 dB(A) etmaalwaarde bedraagt.

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen ten behoeve van wandelen, cultuur en ontspanning, verblijven en spelen, zoals trottoirs, voetpaden en trappen;
  • b. voorzieningen voor rijdende en stilstaande voertuigen, zoals rijstroken, fietspaden, parkeerplaatsen en parkeergarages;
  • c. groenvoorzieningen, waterpartijen, waterlopen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen;
  • d. bouwwerken voor nutsvoorzieningen, verkeer en vervoersvoorzieningen;
  • e. geluidswerende voorzieningen;
  • f. sportvoorzieningen;
  • g. cultuur en ontspanning;
  • h. uitstekende delen aan gebouwen, balkons en galerijen niet inbegrepen, die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
  • i. brugverbinding uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brugverbinding';
  • j. terrassen ten behoeve van een horecavestiging die is toegelaten op grond van een aangrenzende bestemming, uitsluitend grenzend aan de op de verbeelding aangegeven functieaanduidingen 'specifieke vorm van gemengd – horeca', 'specifieke vorm van gemengd – horeca 2' en/of 'specifieke vorm van kantoor – horeca';
  • k. 'Waarde - Archeologie 1' voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens het volgende:

  • a. in de bestemming passende bouwwerken (geen gebouwen zijnde), zoals straatmeubilair, huisvuilcontainers (al dan niet ondergronds) niet groter dan 10 m3, abri's, alsmede niet voor bewoning bestemde kleine gebouwen voor openbaar nut, verkeer en vervoer, welke gebouwen niet groter mogen zijn 80 m3, zijn toegestaan, met dien verstande dat bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van terrassen eveneens zijn toegestaan;
  • b. een brugverbinding als bedoeld in lid 6.1 onder i is toegestaan, waarbij sprake dient te zijn van een onderdoorgang met een hoogte van ten minste 5 meter.
6.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 1', is voor het bouwen het bepaalde terzake in de genoemde bestemmingen mede van toepassing.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 sub a, voor de bouw van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van terrassen, tot een maximum hoogte van 1,50 meter. Bij de afweging betrekken burgemeester en wethouders de op dat moment van toepassing zijnde en door hen vastgestelde kwaliteitseisen voor terrassen.

6.4 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruik van de gronden ten behoeve van bij horeca behorende terrassen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. voor activiteiten die vallen onder het Activiteitenbesluit milieubeheer:
    • 1. is aangetoond dat de geluidbelasting op de buitengevel van bestaande en geprojecteerde woning(en) voldoet aan de geluidgrenswaarden uit het eerste lid van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer of een hogere geluidgrenswaarde zoals vastgesteld bij maatwerkvoorschriften;
  • b. voor alle relevante horecaterrassen die niet onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer vallen:
    • 1. is aangetoond dat de geluidbelasting op de buitengevel van de bestaande en geprojecteerde woning(en) maximaal 55 dB(A) etmaalwaarde bedraagt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau én de geluidbelasting in de woning(en), bij gesloten ramen en deuren, maximaal 35 dB(A) etmaalwaarde bedraagt.

Artikel 7 Waarde - Archeologie 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Rapport archeologisch deskundige

In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) die een groter oppervlak hebben en tevens dieper reiken dan de oppervlakte- en dieptematen die genoemd zijn in 7.3.1.

7.2.2 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning voor het bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
  • c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.3.1 Verbod

In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) van burgemeester en wethouders de hierna onder 7.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 1,0 meter beneden maaiveld, ongeacht de terreinoppervlakte van de ingreep.

7.3.2 Het vergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden
  • a. grondbewerkingen (van welke aard dan ook);
  • b. het aanbrengen van diep wortelende beplantingen en/of bomen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, afgraven;
  • e. het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies e.d.;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
7.3.3 Uitgezonderde werkzaamheden

Het vergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.

7.3.4 Vergunning

Vergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan burgemeester en wethouders heeft voorgelegd van een archeologisch deskundige, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

7.3.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan vergunning

Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
  • c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.

Artikel 8 Waarde - Archeologie 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Rapport archeologisch deskundige

In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) die een groter oppervlak hebben en tevens dieper reiken dan de oppervlakte- en dieptematen die genoemd zijn in 8.3.1.

8.2.2 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning voor het bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
  • c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.3.1 Verbod

In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) van burgemeester en wethouders de hierna onder 8.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 1,0 meter beneden maaiveld die tevens een terreinoppervlakte groter dan 100 m² beslaan.

8.3.2 Het vergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden
  • a. grondbewerkingen (van welke aard dan ook);
  • b. het aanbrengen van diep wortelende beplantingen en/of bomen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, afgraven;
  • e. het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies e.d.;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
8.3.3 Uitgezonderde werkzaamheden

Het vergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.

8.3.4 Vergunning

Vergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan burgemeester en wethouders heeft voorgelegd van een archeologisch deskundige, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

8.3.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan vergunning

Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
  • c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.

Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - 2' aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de aan het gebied eigen zijnde cultuurhistorische waarden.

9.2 Bouwregels

In aanvulling op de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende bestemmingen, geldt:

  • a. voor de als 'Waarde - Cultuurhistorie - 2' bestemde gronden, die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan afgedekt zijn met een kap, voor zover deze kap vanaf de straatzijde zichtbaar is, bij herbouw afgedekt dienen te worden met een kap in de oorspronkelijke vorm (d.w.z. de kapvorm zoals die was ten tijde van de eerste oplevering van het gebouw).
9.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
9.3.1 Verbod

Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie - 2' bestemde gronden is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

9.3.2 Uitzondering op verbod

In afwijking van het bepaalde in lid 9.3.1 is geen vergunning vereist ingeval van:

  • a. een aanschrijving van burgemeester en wethouders op grond van de Woningwet (hoofdstuk III);
  • b. bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is;
  • c. een vergunning voor het slopen van een bouwwerk vereist is ingevolge een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening en deze vergunning verleend is;
  • d. sloopwerkzaamheden die reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • e. gebouwen die ten gevolge van een calamiteit verloren zijn gegaan.
9.3.3 Vergunning

Vergunning wordt verleend, indien:

  • a. sprake is van zwaarwegende maatschappelijke, technische, dan wel economische overwegingen, en
  • b. nieuwbouw mogelijk is en aanvrager aannemelijk heeft gemaakt dat op de plaats van het (gedeeltelijk) te slopen bouwwerk nieuwbouw zal plaatsvinden met inachtneming van de vanuit cultuurhistorisch oogpunt van belang zijnde stedenbouwkundige, bouwkundige, architectonische en ensemble waarden, die onder andere worden gevormd door de situering, schaal, vorm en geleding van de bebouwing.
9.3.4 Advies

Alvorens te beslissen op een aanvraag, winnen burgemeester en wethouders het advies in van de commissie voor Welstand en Monumenten.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Antidubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene bouwregels

11.1 Maximum bouwhoogte

Voor zover in de regels geen bepalingen zijn opgenomen terzake van de maximum toegestane bouwhoogte, gelden de maatvoeringsaanduidingen terzake op de verbeelding.

11.2 Afdekking van gebouwen

Ingeval noch de regels, noch de verbeelding duidelijkheid verschaffen over de wijze van afdekking van gebouwen, mogen gebouwen zowel met een kap als plat worden afgedekt.

11.3 Dakterrassen en daktuinen

Indien de maximum bouwhoogte van een gebouw is bereikt, dan is ten behoeve van het realiseren van een daktuin voor de daktoegang op het dak een gebouwde voorziening toegestaan, met een hoogte van maximaal 4 meter. De hoogte van het hekwerk op dakterrassen en daktuinen mag maximaal 1,2 meter bedragen, tenzij het hekwerk ten gevolge van de optredende geluidbelasting en het volgens het Bouwbesluit moeten realiseren van een geluidluwe buitenruimte hoger dan 1,2 meter moet zijn. Voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 2 meter.

11.4 Overschrijding maximale bouwhoogte voor ondergeschikte bouwdelen

De maximum bouwhoogte van een gebouw mag overschreden worden ten behoeve van technische voorzieningen op het dak, welke noodzakelijk zijn voor het doelmatig functioneren van het bouwwerk, zoals liftopbouwen, lichtkoepels, schoorstenen, antennemasten, luchtverversingsapparatuur, gevelonderhoudsinstallatie, glazenwas installatie, constructies ten behoeve van zonnepanelen, e.d., mits de overschrijding van de maximum bouwhoogte niet meer dan 1 meter bedraagt.

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

12.1 Afwijking toegestane afmetingen, maten en percentages

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen - afgezien van de maximale bouwhoogte voor gebouwen en afgezien van de omvang van de toegestane functies als bedoeld in artikel 4.3 en 5.3 - afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor afwijkingen van toegestane afmetingen, maten (waaronder minimale en maximale afstanden) en percentages tot niet meer dan 5 % van die afmetingen, maten en percentages, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, bezonning, de verkeersveiligheid, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de milieusituatie.

12.2 Afwijking toegestane bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van de regels van dit bestemmingsplan ten aanzien van de maximum toegestane bouwhoogte van een gebouw, ten behoeve van technische voorzieningen op het dak, welke noodzakelijk zijn voor het doelmatig functioneren van het bouwwerk, zoals liftopbouwen, lichtkoepels, schoorstenen, antennemasten, luchtverversingsapparatuur, gevelonderhoudsinstallatie, glazenwas installatie, constructies ten behoeve van zonnepanelen, e.d., mits de overschrijding van de maximum bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

12.3 Afwijking locaties horeca

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan ten aanzien van gebruik van de gronden ten behoeve van horeca, anders dan aangeduid op de verbeelding met 'specifieke vorm van gemengd - horeca' en 'specifieke vorm van gemengd - horeca 2' als bedoeld in artikel 4.1 lid g en 'specifieke vorm van kantoor - horeca' als bedoeld in artikel 5.1 lid c. Horeca kan op andere locaties worden toegestaan indien uit een akoestisch onderzoek volgt dat ter plaatse van bestaande en geprojecteerde woningen - rekening houdend met stemgeluid - voldaan wordt aan de van toepassing zijnde grenswaarden uit het Activiteitenbesluit milieubeheer dan wel de van toepassing zijnde maatwerkvoorschriften.

Artikel 13 Overige regels

13.1 Voorwaardelijke verplichting over parkeren

Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen of een omgevingsvergunning voor het gebruik van gronden of bouwwerken kan uitsluitend worden verleend als voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, overeenkomstig de 'Beleidsregeling parkeernormen voor auto en fiets gemeente Rotterdam 2022'. Indien dit beleid wordt gewijzigd of herzien, wordt een aanvraag voor een omgevingsvergunning getoetst aan het op dat moment geldende beleid.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken
14.1.1 Aanwezige bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
14.2 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

14.3 Overgangsrecht gebruik
14.3.1 Bestaand gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

14.3.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

14.3.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

14.3.4 Uitzonderingen op het overgangsrecht gebruik

Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Zomerhofkwartier", gemeente Rotterdam.

Bijlagen

Bijlage 2 Bouwenveloppenkaarten

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP2203Zohokwart-va02_0027.jpg"

Bouwenveloppenkaart LAB-laag : de minimale maatvoeringen die dienen te worden aangehouden tussen de gebouwdelen ter plaatse van de laag zijn met rode lijnen weergegeven

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP2203Zohokwart-va02_0028.jpg"

Bouwenveloppenkaart LAND-laag : de minimale maatvoeringen die dienen te worden aangehouden tussen de gebouwdelen ter plaatse van de laag zijn met rode lijnen weergegeven

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP2203Zohokwart-va02_0029.jpg" Bouwenveloppenkaart STAD-laag : de minimale maatvoeringen die dienen te worden aangehouden tussen de hoogteaccenten ter plaatse van de laag zijn met rode lijnen weergegeven