direct naar inhoud van 6.6 Flora en fauna
Plan: Uitbreiding begraafplaats Rozenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP2059BegraafplRB-oh01

6.6 Flora en fauna

Voor het aspect flora en fauna is een ecologische quickscan uitgevoerd. Deze is als bijlage 1 opgenomen bij deze toelichting.

Op basis van de quickscan wordt geconcludeerd dat er een kans is op de aanwezigheid van verblijfplaatsen van vleermuizen in de aanwezige bomen die gekapt worden. Er staan hoge, dikke bomen met natuurlijke gaten en ruimten achter schors. Essentiële effecten door de geplande ruimtelijke ingreep op foerageergebied of vliegroutes worden niet verwacht. Om dit nader te kunnen bepalen is onderzoek naar verblijfplaatsen van vleermuizen uitgevoerd, dit is opgenomen in bijlage 2. Hieruit blijkt dat er geen verblijfplaatsen van vleermuizen zijn aangetroffen en het gebied geen essentieel onderdeel van het leefgebied van vleermuizen uitmaakt. Verdere maatregelen ten behoeve van vleermuizen zijn daarom niet noodzakelijk.

Bij de quickscan is bovendien een veldbezoek uitgevoerd. Hierbij zijn geen vissen of amfibieën aangetroffen. Er is echter een kans dat vissen en/of amfibieën wel aanwezig zijn. Tijdens de uitvoering dient hier rekening mee worden gehouden.

Het plangebied wordt door vogels als broedlocatie gebruikt, waaronder de boomkruiper. De broedperiode per vogelsoort kan variëren. Hierdoor is de termijn van 1 maart tot 15 september indicatief. Uitgangspunt is dat een broedende vogel niet verstoord mag worden gedurende het broeden. Specifiek voor de boomkruiper geldt dat het broedseizoen in de periode 1 februari-20 juni valt.

Conclusie

Wanneer rekening wordt gehouden met bovengenoemde uitvoeringsmaatregelen, staat het aspect flora en fauna de uitvoering van het plan niet in de weg.