direct naar inhoud van 6.2 Geluid
Plan: Elzenlaan, Rozenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP2042Elzenlaan-oh01

6.2 Geluid

Bij geluidshinder wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende bronnen/typen geluid. In dit plan is sprake van de volgende bronnen:

  • Wegverkeerslawaai;
  • Railverkeerslawaai.
  • Industrielawaai.

Deze worden ieder in een eigen paragraaf toegelicht en onderzocht.

6.2.1 Wegverkeerslawaai

Toetsingskader

Normstelling

Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven- bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidhinder vanwege de weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen of buiten stedelijke ligging. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook bij 30 km/h-wegen de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting te worden onderbouwd.

De geluidhinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.


Nieuwe situaties

Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. Voor de beoogde binnenstedelijke ontwikkeling geldt een uiterste grenswaarde van 58 dB. De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB. Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Van deze aftrek is gebruik gemaakt.


30 km/h wegen

Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Voor de beoordeling van de geluidsbelasting wordt gebruik gemaakt van de classificering van de kwaliteit van de akoestische omgeving in een milieukwaliteitsmaat volgens de 'methode Miedema'.

Hierin wordt de geluidsbelasting geclassificeerd en beoordeeld op basis van klassen van 5 dB. Omdat de Wgh niet van toepassing is, wordt bij de berekening van de geluidsbelasting geen correctie ex artikel 110g Wgh toegepast.

Tabel 6.1 Lden classificering milieukwaliteit volgens de methode Miedema

geluidsklasse   beoordeling  
< 50 dB   Goed  
50 - 54 dB   Redelijk  
55 - 59 dB   Matig  
60 - 64 dB   Tamelijk slecht  
65 - 69 dB   Slecht  
= 70 dB   Zeer slecht  

Hogere waarde beleid

In het Ontheffingsbeleid van de gemeente Rotterdam (DCMR Milieudienst Rijnmond, Ontheffingsbeleid Wet geluidhinder, voor bouw- en bestemmingsplannen in de gemeente Rotterdam., d.d. december 2006) zijn voorwaarden en criteria voor het vaststellen van hogere waarden vastgelegd.

Het ontheffingsbeleid baseert zich op de grenswaarden van de Wet geluidhinder en streeft ernaar het nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen met een hoge geluidsbelasting te verminderen door bron- en overdrachtsmaatregelen, een goed stedenbouwkundig ontwerp en maatregelen voor het binnenniveau. Eveneens zijn specifieke ontheffingscriteria voor wegverkeerslawaai beschreven.

Onderzoek

In het plangebied zullen een verpleeghuis en bijbehorende zelfstandige huurappartementen een gerealiseerd worden. Hiervoor wordt de bestemming 'Gemengd' toegepast waarbinnen 'andere gezondheidszorggebouwen' als bedoeld in de Wgh niet zijn toegestaan.

De ontwikkeling is gelegen binnen de geluidszone van de snelweg A15. Deze weg heeft een buiten stedelijke ligging, 5 rijstroken en derhalve een geluidszone van 600 m. De locatie ligt niet binnen de geluidszone van de Tienmorgenseweg, Wilgensingel, Esdoornlaan, Droespolder of de Botlekweg. De geluidszone van deze wegen zijn variërend van 200 m (binnen de bebouwde kom) tot 250 m (buiten de bebouwde kom).

Om de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting van niet-gezoneerde wegen te beoordelen, is de geluidsbelasting van de Eikenlaan, Elzenlaan en Laan van Blankenburg berekend.


Rekenmethodiek en invoergegevens

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 1.


Verkeersgegevens

De verkeersgegevens (in mvt/etmaal) staan vermeld in tabel 6.2. De verkeersgegevens van de A15 zijn afkomstig van Rijkswaterstaat en gebaseerd op tellingen in 2008. Voor de extrapolatie naar het maatgevende jaar 2020 (voor wegverkeerslawaai) is voor de A15 uitgegaan van een autonome groei van 1,4 % per jaar.

In de nabijheid van de locatie zijn de verkeersintensiteitsgegevens bekend van de Laan van Blankenburg, de Eikenlaan en de Elzenlaan. De verkeersintensiteiten zijn gebaseerd op het verkeersmodel 2020 aangeleverd door de gemeente Rozenburg.

Voor de voertuigverdeling van het verkeer op de A15 is uitgegaan van een standaard verdeling van het verkeer op een autosnelweg. Voor de overige wegen zijn de voertuigverdelingen gebaseerd op de verdelingen uit het verkeersmodel. De wegdekverharding op de verschillende wegen is weergegeven in tabel 6.3.

Tabel 6.2 Verkeersintensiteiten (mvt/etmaal), afgerond op 50-tallen naar boven

weg   2020  
Rijksweg A 15   92.850  
Laan van Blankenburg   150  
Eikenlaan   150  
Elzenlaan   50  

Tabel 6.3 Wegdekverharding

weg   type verharding  
Rijksweg A 15   asfalt (ZOAB)  
Laan van Blankenburg   asfalt (DAB)  
Eikenlaan   elementen verharding  
Elzenlaan   elementen verharding  

Resultaten gezoneerde weg

Ten gevolge van het verkeer op de A15 bedraagt de maximale geluidsbelasting 47 dB. Hierbij wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschreden. Er is dan ook sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.


Resultaten niet-gezoneerde wegen

Uit onderzoek blijkt dat ten gevolge van het verkeer op de Eikenlaan de maximale geluidsbelasting 44 dB bedraagt (zonder aftrek artikel 110g Wgh). Hierbij is sprake van een goed akoestisch klimaat. Ten gevolge van het verkeer op de Elzenlaan bedraagt de maximale geluidsbelasting 41 dB (zonder aftrek artikel 110g Wgh) en ten gevolge van het verkeer op de Laan van Blankenburg 30 dB (zonder aftrek artikel 110g Wgh). Ook hierbij is sprake van een goed akoestisch klimaat.


Conclusie

Voor het nieuwe verpleeghuis en bijbehorende appartementen is sprake van een aanvaardbare akoestische situatie. De Wgh staat de realisatie van de nieuwe functies dan ook niet in de weg.

6.2.2 Railverkeerslawaai

Toetsingskader

Normstelling

Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone van een spoorweg worden gerealiseerd, dient onderzoek plaats te vinden naar de geluidbelasting vanwege deze spoorweg. Voor verpleeghuizen bedraagt de voorkeursgrenswaarde 53 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. De uiterste grenswaarde mag daarbij niet worden overschreden. De uiterste grenswaarde bedraagt 68 dB. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

Onderzoek

Geluidszones

De spoorlijn traject 696 is wettelijk gezoneerd. De zonebreedte van deze spoorlijn bedraagt 900 meter uit de kant van de buitenste spoorstaaf en overlapt daarmee het plangebied dat op circa 575 meter afstand van het spoor gelegen is.


Berekeningsgegevens

Voor de berekeningen is uitgegaan van de berekeningsgegevens uit het Akoestisch Spoorboekje uit 2009 (ASWIN 2009). In ASWIN 2009 zijn net als in ASWIN 2008 geen prognoses meer geleverd. Dit is een uitvloeisel van het Reken- en Meetvoorschrift 2006 waarin gesteld wordt: “Omdat er omtrent de prognose voor het maatgevende jaar in de toekomst geen generieke uitspraken kunnen worden gedaan, is dat deel van het emissieregister vervallen”. Er wordt in de geluidsberekeningen dan ook niet van prognosejaren uitgegaan zoals voorheen, maar van de toekomstige geluidsproductieplafonds. Het wetsvoorstel ten aanzien van de geluidsproductieplafonds ligt ter advies bij de Raad van State. Verwacht wordt dat de plafonds worden gebaseerd op de waarden van het peiljaar 2007 plus 1,5 dB. Deze waarden zullen de uiteindelijke geluidsproductieplafonds voorlopig het beste benaderen. We spreken hier dan ook van een voorlopige methode welke kan worden toegepast tot het moment van in werking treden van de geluidsproductieplafonds (bron: Deltarail, aanbieding ASWIN versie 2008, 28 april 2008). De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 2.


Resultaten

Ten gevolge van het railverkeer bedraagt de maximale geluidsbelasting 51,4 dB (inclusief 1,5 dB correctie). Derhalve wordt de voorkeursgrenswaarde van 53 dB niet overschreden. Hierbij is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Conclusie

Voor het nieuwe verpleeghuis en de bijbehorende appartementen is sprake van een aanvaardbare akoestische situatie. De Wgh staat de realisatie van de nieuwe functies dan ook niet in de weg.

6.2.3 Industrielawaai

Normstelling en beleid

Volgens de Wet geluidhinder moeten alle terreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, gezoneerd zijn. Bedoelde inrichtingen - vroeger ook wel 'A-inrichtingen' genoemd - werden nader genoemd in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) inwerking getreden. Hierdoor zijn de bedoelde inrichtingen in het Besluit omgevingsrecht te vinden. Rondom deze industrieterreinen geldt een geluidszone die wordt vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.


Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidsgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidsgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidsgevoelige functies (bijvoorbeeld woningen) mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht. Wanneer er voor een locatie binnen zone industrielawaai wordt aangetoond dat de geluidsbelasting onder de 50 dB(A) ligt, is de bouw van geluidsgevoelige functies op die locatie toegestaan. Bij een geluidsbelasting van meer dan 50 dB(A) kan door het college van burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Het maximum van deze hogere grenswaarde voor het verpleeghuis en bijbehorende appartementen is 65 dB(A).

Onderzoek

Het plangebied ligt binnen de geluidszones van de industrieterreinen Botlek-Pernis. Het beoogde verpleeghuis is een geluidsgevoelige functie. Voor deze functie moet dus getoetst worden aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Uit de zonekaart bij het saneringsprogramma industrieterreinen zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland blijkt dat de geluidsbelasting ter plaatse van het plangebied 58 dB(A) bedraagt.

Aangezien de hoogst toelaatbare grenswaarde voor een verpleeghuis niet wordt overschreden en de beoogde appartementen onderdeel uitmaken van dit verpleeghuis, is het vaststellen van een hogere grenswaarde in principe mogelijk. In het kader van het besluit hogere waarde moet nog wel aandacht worden besteed aan maatregelen ter reductie van de geluidbelasting, cumulatie van de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein en andere bronnen en aan geluidbelasting in de woningen (het binnenniveau). Ook moet hierbij rekening worden gehouden met het Ontheffingsbeleid van de gemeente Rotterdam. Op grond van dit beleid moet minimaal één geluidluwe gevel en buitenruimte worden gerealiseerd. Hierbij dient bij de verdere uitwerking van het plan rekening te worden gehouden. Het ontwerphogerewaardebesluit dient tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage te worden gelegd.

Conclusie

Omdat de geluidsbelasting ter plaatse van de ontwikkelingen onder maximaal toelaatbare geluidsbelasting ligt, kan deze als hogere grenswaarde worden vastgesteld. Daarom wordt geconcludeerd dat het aspect industrielawaai de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat.