Plan: | Merwe-Vierhavens |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1122VierhMerwh-va01 |
Het bestemmingsplan Merwe-Vierhavens met identificatienummer NL.IMRO.0599.BP1122VierhMerwh-va01 van de gemeente Rotterdam.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een uitbreiding van het hoofdgebouw in één bouwlaag (hieronder wordt een uitbouw begrepen).
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een gevel of zijde met een gecumuleerde geluidbelasting van maximaal 55 dB Lden. Bij het bepalen van de gecumuleerde geluidbelasting worden de volgende geluidbronnen betrokken: wegverkeerslawaai, scheepvaartlawaai, industrielawaai, nestgeluid en het geluid als gevolg van inrichtingen buiten een industrieterrein, voor elke inrichting die een hogere geluidbelasting veroorzaakt dan 50 dB(A) etmaalwaarde.
Een deel van een gevel of zijde met een gecumuleerde geluidbelasting van maximaal 55 dB Lden. Bij het bepalen van de gecumuleerde geluidbelasting worden de volgende geluidbronnen betrokken: wegverkeerslawaai, scheepvaartlawaai, industrielawaai, nestgeluid en het geluid als gevolg van inrichtingen buiten een industrieterrein, voor elke inrichting die een hogere geluidbelasting veroorzaakt dan 50 dB(A) etmaalwaarde.
Erf aan de achterkant van het oorspronkelijke hoofdgebouw en aan de zijkant(en) ervan, op meer dan 1 meter van de erfgrens aan de zijde van het openbaar toegankelijke gebied, alsmede op meer dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw.
Muziek in een horeca-inrichting met een maximaal niveau van:
Het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam of een andere deskundige op het gebied van archeologie.
Monument als bedoeld in artikel 1.1. van de Erfgoedwet.
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een percentage dat aangeeft hoeveel van het oppervlak van een bestemmingsvlak door gebouwen mag worden ingenomen.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
De bedrijven genoemd in de Lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels, of de bedrijven die anderszins toegestaan zijn op basis van de regels van dit bestemmingsplan.
Het 'Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond' dat als Bijlage 2 bij de regels van dit plan of een herziening of wijziging van dit beleidskader.
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen zoals dat luidt ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Het tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en plat dak) gelegen, voor verblijf geschikt deel van een gebouw. Een kap, vliering, zolder, souterrain, alsmede een dakopbouw binnen het theoretisch profiel van een kap, worden niet als een afzonderlijke bouwlaag beschouwd. Alleen ingeval een dakopbouw of dakkapel breder is dan tweederde van de pandbreedte, wordt dit als een aparte bouwlaag geteld.
NB: onder het 'theoretisch profiel van een kap' wordt verstaan de ruimte binnen een kap met schuine zijden waarvan de hellingshoek ten minste 20 en maximaal 60 graden bedraagt, tenzij in de bestemmingsregels in hoofdtstuk 2 anders is bepaald.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het vloeroppervlak van een bouwwerk, inclusief de niet direct voor het hoofddoel bruikbare ruimten (bijvoorbeeld bij een productiebedrijf of winkel, de magazijn-, expeditie-, kantoorruimten). Gebouwde parkeervoorzieningen worden niet tot het b.v.o. gerekend.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Vrijstaand gebouw dat door constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan een hoofdgebouw gelegen op hetzelfde perceel.
Voorzieningen op het gebied van cultuur, spel en ontspanning, zoals een atelier, creativiteitscentrum, dansschool, kookstudio, muziekschool, museum, theater en met uitzondering van: een bioscoop, filmhuis en automatenhal.
Horeca, met inachtname van de volgende voorwaarden:
Een Feestzaal valt hier niet onder.
Een bouwkundige voorziening op het platte dak van een gebouw dat bestaat uit een te betreden vlak, geheel of gedeeltelijk omgeven door een hekwerk waarvan de bouwhoogte minimaal 1,2 meter bedraagt, al dan niet voorzien van een gebouwde voorziening op het dak (ten behoeve van de daktoegang), met inachtneming van het bepaalde in artikel 39.3.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. Een belwinkel en een seksinrichting worden hier niet onder begrepen.
In dit verband wordt onder een geluidsgevoelige ruimte verstaan een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon- of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m2.
Een gebouw wordt tot het minimale uitgiftepeil waterdicht gemaakt.
Gevelconstructie bestaande uit een buiten- en binnengevel, waarbij de buitenste gevel fungeert als gebouwgebonden geluidsscherm dat ten hoogste 30 mm geopend kan worden.
Onder duurzame energieproductie wordt verstaan de productie van energie uit uitsluitend duurzame bronnen, zoals energie uit wind, waterkracht, zon, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa. Energieopwekking uit waterstof is hiervan uitgesloten.
Een door de gemeente beheerde periodiek te actualiseren parkeerbalans waarin inzichtelijk is gemaakt:
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
De Erfgoedwet (2016), zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
De etmaalwaarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr, Lt in dB(A) met betrekking tot een inrichting is de hoogste van de volgende drie waarden:
Een ruimte die bedrijfsmatig ter beschikking wordt gesteld voor uitsluitend het houden van feesten en partijen met een besloten karakter door middel van het verhuren van de accommodatie, waarbij het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en drank mogelijk is.
Het quotiënt van het bruto vloeroppervlak van een gebouw en de grootte van het perceel waarop dat gebouw staat.
Grens waarin de voorgevel gebouwd moet worden.
Een gevel met tenminste de volgende geluidwering tegen laagfrequent geluid (LFG):
Gevelopbouw | 25 Hz | 31,5 Hz | 40 Hz | 50 Hz | 63 Hz | 80 Hz | 100 Hz | 125 Hz |
gevel met geluidwerende beglazing | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 21 | 22 | 23 |
Een gevel met tenminste de volgende geluidwering tegen laagfrequent geluid (LFG):
Gevelopbouw | 25 Hz | 31,5 Hz | 40 Hz | 50 Hz | 63 Hz | 80 Hz | 100 Hz | 125 Hz |
gevel met extra geluidwerende beglazing | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 25 | 27 | 29 |
Het geluid in dB Lden als gevolg van wegverkeerslawaai, industrielawaai, nestgeluid, scheepvaartgeluid, en het geluid als gevolg van inrichtingen buiten een industrieterrein, voor elke inrichting die een hogere geluidbelasting veroorzaakt dan 50 dB(A) etmaalwaarde tegelijk, energetisch opgeteld zonder correctie voor de verschillen in hinderlijkheid.
Voorzieningen:
Een gemeenschappelijke buitenruimte bij een woningbouwblok met:
Stoffen of preparaten die krachtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten zijn ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 34, tweede lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen, zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Hieronder worden verstaan de in de Wet geluidhinder aangewezen objecten: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven.
NB: Delen van deze gebouwen kunnen worden uitgezonderd wanneer deze een bestemming krijgen voor een functie die niet als geluidsgevoelig kan worden beschouwd.
Een buitenruimte behorende bij een individuele woning met een gecumuleerde geluidbelasting van maximaal 50 dB Lden, met uitzondering van een buitenruimte achter een vliesgevel. Bij het bepalen van de gecumuleerde geluidbelasting worden de volgende geluidbronnen betrokken: wegverkeerslawaai, scheepvaartlawaai, industrielawaai, nestgeluid en het geluid als gevolg van inrichtingen buiten een industrieterrein, voor elke inrichting die een hogere geluidbelasting veroorzaakt dan 50 dB(A) etmaalwaarde.
Een gevel of zijde met een gecumuleerde geluidbelasting van maximaal 50 dB Lden. Bij het bepalen van de gecumuleerde geluidbelasting worden de volgende geluidbronnen betrokken: wegverkeerslawaai, scheepvaartlawaai, industrielawaai, nestgeluid en het geluid als gevolg van inrichtingen buiten een industrieterrein, voor elke inrichting die een hogere geluidbelasting veroorzaakt dan 50 dB(A) etmaalwaarde
Een deel van een gevel of zijde met een gecumuleerde geluidbelasting van maximaal 50 dB Lden. Bij het bepalen van de gecumuleerde geluidbelasting worden de volgende geluidbronnen betrokken: wegverkeerslawaai, scheepvaartlawaai, industrielawaai, nestgeluid en het geluid als gevolg van inrichtingen buiten een industrieterrein, voor elke inrichting die een hogere geluidbelasting veroorzaakt dan 50 dB(A) etmaalwaarde
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond.
Woningen met een eigen tuin.
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een biologisch laboratorium met een biologische veiligheidsklasse 3 of hoger zoals bedoeld in het 'Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond'.
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en drank.
Het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en bijbehorende voorzieningen zoals ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie.
Een afdekking van een gebouw met schuine zijden waarbij de hellingshoek ten minste 20 en ten hoogste 60 graden bedraagt.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Speeltoestellen niet hoger dan 4 meter.
Kleinschalige detailhandel bij sport-, culturele, medische, onderwijs, recreatie- en vrije tijdsvoorzieningen, alsmede andere locaties met veel bezoekers of passanten, met een assortiment dat aansluit op de aard van deze voorzieningen of locaties.
De bovenkant van het aansluitende, afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden.
Een aan drie zijden afsluitbare buitenruimte welke zich binnen of tegen het gevelvlak bevindt.
Voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg, cultuur, maatschappelijke dienstverlening en publieke dienstverlening. Bioscopen en filmhuizen vallen hier niet onder.
De DCMR Milieudienst Rijnmond of de daarvoor in de plaats tredende instantie.
Een gebouwde collectieve parkeervoorziening voor auto's en fietsen, waaronder voorzieningen ten behoeve van de realisatie van minimaal één vorm van deelmobiliteit. De voorziening is openbaar toegankelijk. Naast mobiliteitsvoorzieningen kunnen er ook andere voorzieningen worden aangeboden.
Horeca, met inachtname van de volgende voorwaarden:
Een Feestzaal valt hier niet onder.
Het Normaal Amsterdams Peil is de referentiehoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden gerelateerd.
Nieuwvestiging van een hoog-risico biologisch laboratorium of uitbreiding van een bestaand (hoog-risico biologisch) laboratorium met een hoog-risico biologisch laboratorium.
De zij- resp. achtergevel van een gebouw op het tijdstip van eerste oplevering van het gebouw.
Detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen bij een productiebedrijf, ondergeschikt aan de hoofdfunctie.
Op het openbaar leidingen net aangesloten voorzieningen op het vlak van gas-, water-, elektriciteitsdistributie, blokverwarming, (riool)gemalen (een gasdrukregelstation wordt niet hieronder begrepen).
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b. van de Wegenverkeerswet 1994, openbaar water, alsmede ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van de zogenaamde brandpaden voor de achterontsluiting van tuinen voor langzaam verkeer.
Een collectieve parkeervoorziening voor (deel)auto's op maaiveld die openbaar toegankelijk is en meerdere bouwplots bedient.
Indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg maatgevend.
Detailhandel in goederen die qua aard en omvang van de aangeboden goederen niet of niet goed inpasbaar is in centra, zoals detailhandel in auto's, boten, caravans, tuincentra artikelen, bouwmarkt, grove bouwmaterialen, keuken- en sanitair- en woninginrichting.
Een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
Bestuursorganen van de overheid en de daaraan gekoppelde ambtelijke diensten ten behoeve van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering, alsmede politie, brandweer, reinigingsdiensten, gezondheidsdiensten.
Elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte, met uitzondering van (brom)fietspaden.
Gedeelte van de rijbaan van een weg (welke door middel van doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd is) van zodanige breedte dat bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen daarvan gebruik kunnen maken.
De voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.
Een gedeeltelijk onder het maaiveld gelegen gebruiksruimte van een gebouw.
Voorzieningen ten behoeve van de weggebruiker, zoals verkeersborden, straatverlichting, zitbanken, plantenbakken e.d.
Terrein ten behoeve van de aanleg van groenvoorzieningen, met de daarbij behorende verharding (paden, terrassen) en vijvers en dat in overwegende mate niet voor bebouwing in aanmerking komt.
Erkers, luifels, balkons, galerijen e.d.
Referentiecurve Vercammen voor laagfrequent geluid
Tertsband | 25 | 31,5 | 40 | 50 | 63 | 80 | 100 | 125 | Hz |
Ongewogen geluid binnen | 65 | 59 | 55 | 50 | 46 | 42 | 39 | 36 | dB |
Trafohuisjes, gemalen, gasdrukmeet- en regelstations, nutsvoorzieningen, gezondheidszorg met overnachtingsfunctie.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
Waterlopen (sloten, singels, vijvers e.d.) ten behoeve van de waterberging, alsmede de aan- en afvoer van oppervlaktewater.
De Wet geluidhinder zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp voor dit bestemmingsplan.
Een gebouw wordt zo gebouwd dat tijdens een overstroming water in de woning kan komen maar dat het pand geen of weinig schade ondervindt en na de overstroming weer bruikbaar is.
De Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp voor dit bestemmingsplan.
De Woningwet zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp voor dit bestemmingsplan.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van een bouwwerk.
Van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels verspringen of niet evenwijdig lopen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
Vanaf het punt van de gevel van een gebouw welke het dichtst bij de perceelsgrens is gelegen, haaks op de perceelsgrens.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, zonnepanelen, dakgoten en overstekende daken, liftopbouwen, glazenwasinstallaties, technische installaties e.d. buiten beschouwing gelaten, alsmede een dikker dakpakket wanneer dat nodig is voor een groen dak, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50% van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 3.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, mag niet meer bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde op een afstand van 50 meter van de grens van de inrichting.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.2; alvorens deze omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de VRR en de GGD, waarbij VRR en GGD hun advies baseren op het 'Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond'.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van 3.3.3 'Geluid van inrichtingen', mits dit niet leidt tot een hogere etmaalwaarde op de gevel van een geluidgevoelig gebouw dan 50 dB(A) etmaalwaarde.
De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - 1' bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50% van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 4.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.2 alvorens deze omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de VRR en de GGD, waarbij VRR en GGD hun advies baseren op het 'Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond'.
De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - 2' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 5.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.3.2 alvorens deze omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de VRR en de GGD, waarbij VRR en GGD hun advies baseren op het "Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond".
De voor 'Bedrijf - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - 3' bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 6.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, mag niet meer bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde op een afstand van 50 meter van de grens van de inrichting.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.2; alvorens deze omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de VRR en de GGD, waarbij VRR en GGD hun advies baseren op het "Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond".
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van 6.3.3 'Geluid van inrichtingen', mits dit niet leidt tot een hogere etmaalwaarde op de gevel van een geluidgevoelig gebouw dan 50 dB(A) etmaalwaarde.
De voor 'Bedrijf - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en met inachtname van het bepaalde in 7.4.3;
Op de voor ' Bedrijf - 4' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder 'a' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' een bouwhoogte van 46 meter toestaan, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder 'f' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' een hoogteaccent van 70 meter toestaan, met dien verstande dat:
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 7.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
Geluidruimte voor inrichtingen gelegen binnen de aanduiding | Afstand vanaf grens inrichting (m) | 07.00 - 19.00 uur | 19.00 - 23.00 uur | 23.00 - 07.00 uur |
overige zone - geluidruimte zone 1 | 30 | 45 dB(A) | 40 dB(A) | 35 dB(A) |
overige zone - geluidruimte zone 2 | 50 | 45 dB(A) | 40 dB(A) | 35 dB(A) |
overige zone - geluidruimte zone 3 | 50 | 50 dB(A) | 45 dB(A) | 40 dB(A) |
overige zone - geluidruimte zone 4 | 50 | 55 dB(A) | 50 dB(A) | 45 dB(A) |
Tabel 1: gebruiksruimte per bedrijf
Voor maakbedrijven als bedoeld in lid 7.1 a t/m d, alsmede voor de bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 8' en 'specifieke vorm van bedrijf – 10' geldt dat buiten de terreingrens geen geur afkomstig van de inrichting waarneembaar mag zijn.
Voor maakbedrijven als bedoeld in lid 7.1 a t/m d, alsmede voor de bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 8' en 'specifieke vorm van bedrijf – 10' geldt dat nieuwe Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan.
Voor maakbedrijven als bedoeld in lid 7.1 a t/m d, alsmede voor de bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 8' en 'specifieke vorm van bedrijf – 10' geldt dat er geen bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan. die stofhinder buiten de inrichtingsgrens veroorzaken.
Voor maakbedrijven als bedoeld in lid 7.1 a t/m d, alsmede voor de bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 8' en 'specifieke vorm van bedrijf – 10' geldt dat nieuwe inrichtingen in de zin van de Wet geluidhinder niet zijn toegestaan.
Voor maakbedrijven als bedoeld in lid 7.1 a t/m d, alsmede voor de bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 8' en 'specifieke vorm van bedrijf – 10' geldt dat nieuwe m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten boven de drempelwaarde uit de D-lijst in de bijlage bij het Besluit m.e.r. niet zijn toegestaan.
Er is maximaal 19.500 m² bvo nieuwe Dag- en avondhoreca (met achtergrondmuziek), cultuur, sport, Kleinschalige detailhandel, Ondergeschikte detailhandel en dienstverlening toegestaan.
Voor de functie Maakbedrijven geldt dat er maximaal 161.000 m² bvo nieuwe maakbedrijven is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.4.2; alvorens deze omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de VRR en de GGD, waarbij VRR en GGD hun advies baseren op het "Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond".
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.
De voor 'Bedrijf - Overig' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - Overig' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 9.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, mag niet meer bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde op een afstand van 50 meter van de grens van de inrichting.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3.2; alvorens deze omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de VRR en de GGD, waarbij VRR en GGD hun advies baseren op het 'Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond'.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van 9.3.3 'Geluid van inrichtingen', mits dit niet leidt tot een hogere etmaalwaarde op de gevel van een geluidgevoelig gebouw dan 50 dB(A) etmaalwaarde.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijventerrein' bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 10.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, mag niet meer bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde op een afstand van 50 meter van de grens van de inrichting.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.3.2; alvorens deze omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de VRR en de GGD, waarbij VRR en GGD hun advies baseren op het 'Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond'.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van 10.3.3 'Geluid van inrichtingen', mits dit niet leidt tot een hogere etmaalwaarde op de gevel van een geluidgevoelig gebouw dan 50 dB(A) etmaalwaarde.
De voor 'Detailhandel - Perifeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Detailhandel - Perifeer' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Groen' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
Ter plaatse van het aanduidingsvlak 'cultuur en ontspanning' mag maximaal 20% in gebruik worden genomen als parkeerterrein.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Horeca' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Kantoor' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.
De voor 'Overig - Bedrijf -5 en Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Overig - Bedrijf -5 en Verkeer-Verblijfsgebied' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie, met die verstande dat:
Op de voor 'Overig - Bedrijf -5 en Verkeer-Verblijfsgebied' bestemde gronden mag, nadat de bestemming is verkleur, niet worden gebouwd, behoudens:
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen.
Ten aanzien van het bepaalde in lid 15.1 geldt dat een nieuw hoog-risico biologisch laboratorium niet is toegestaan.
De voor 'Overig - Verkeer-Verblijfsgebied en Woongebied -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Overig - Verkeer-Verblijfsgebied en Woongebied -1' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies, met dien verstande dat:
Totdat de bestemming is verkleurd, zoals bedoeld in lid 16.3.1 , gelden de Bouwregels van de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied.
Nadat de bestemming is verkleurd, zoals bedoeld in lid 16.3.1 , gelden de Bouwregels van de bestemming Woongebied - 1.
Nadat de bestemming is verkleurd, zoals bedoeld in lid 16.3.1 , gelden de specifieke gebruiksregels die zijn opgenomen in lid 16.3.3 t/m 16.3.6.
Er zijn in totaal niet meer dan 2.764 woningen toegestaan binnen de bestemmingen Woongebied - 1 en Overig - Verkeer-Verblijfsgebied en Woongebied -1;
Gebouwen mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van Geluidsgevoelige objecten indien:
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen - gehoord de milieudeskundige en stedenbouwkundige - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Nadat de bestemming is verkleurd, zoals bedoeld in lid 16.3.1 , gelden de Nadere eisen woningen van de bestemming Woongebied - 1 zoals die zijn opgenomen in 24.5.
Nadat de bestemming is verkleurd, zoals bedoeld in lid 16.3.1 , gelden de Nadere eisen vitale en kwetsbare functies en maatschappelijke voorzieningen van de bestemming Woongebied - 1 zoals die zijn opgenomen in 24.6.
De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Parkeerterrein' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied 1' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied 2' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Wegverkeer' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Water' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van waterbouwkundige aard, zoals keerwanden, beschoeiingen, duikers, bruggen, gemalen e.d.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Wonen' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits:
De in lid 23.1 onder 'a' genoemde woningen mogen uitsluitend in gebruik worden genomen indien:
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Woongebied - 1' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.
Er zijn in totaal niet meer dan 2.764 woningen toegestaan binnen de bestemmingen Woongebied - 1 en Overig - Verkeer-Verblijfsgebied en Woongebied -1;
Gebouwen mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van Geluidsgevoelige objecten indien:
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits:
Woningen mogen uitsluitend in gebruik worden genomen indien:
Burgemeester en wethouders kunnen - gehoord de milieudeskundige en stedenbouwkundige - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse hogedruk gastransportleiding, inclusief de bijbehorende voorzieningen, alsmede de bijbehorende belemmeringenstroken.
Op de voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden mag, in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Gas' , binnen bedoelde zone niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 25.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Gas' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Gas' mag worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen waarbij wordt afgeweken van het bepaalde in lid 25.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Leiding - Gas', mits het belang van de leiding hierdoor niet wordt geschaad, met dien verstande dat kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
Op de voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren, alsmede graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 25.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren daarvan.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse hoogspanningsleidingen, inclusief de bijbehorende voorzieningen, alsmede de bijbehorende belemmeringenstroken. In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden, mag in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Hoogspanning', op bedoelde gronden niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 26.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Vervangende nieuwbouw is toegestaan indien de oppervlakte en hoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Hoogspanning' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 26.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere bestemming(en) dan 'Leiding - Hoogspanning', mits het belang van de hoogspanningsleiding hierdoor niet wordt geschaad. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig, betrouwbaar en duurzaam functioneren van de betreffende leiding.
Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsleiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van bedoelde leiding.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren, alsmede graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 26.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren daarvan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsleiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsleiding.
De voor 'Leiding - Warmte' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse warmtetransportleidingen, inclusief de bijbehorende voorzieningen, alsmede de bijbehorende belemmeringenstroken.
Op de voor 'Leiding - Warmte' bestemde gronden mag, in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Warmte, binnen bedoelde zone niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 27.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Warmte' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Warmte' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3 en niet hoger dan 3 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen waarbij wordt afgeweken van het bepaalde in lid 27.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Leiding - Warmte', mits het belang van de leiding hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
Op de voor 'Leiding - Warmte' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 27.4.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en de betreffende leiding en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren, alsmede graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken.
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 27.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren daarvan.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse drinkwater transportleiding, inclusief de bijbehorende voorzieningen, alsmede de bijbehorende belemmeringenstroken.
Op de voor 'Leiding - Water' bestemde gronden mag, in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Water', binnen bedoelde zone niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 28.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Water' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Water' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3 en niet hoger dan 3 meter
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen waarbij wordt afgeweken van het bepaalde in lid 28.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Leiding - Water', mits het belang van de leiding hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
Op de voor 'Leiding - Water' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en de betreffende leiding en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren, alsmede graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 28.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren daarvan.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) die een groter oppervlak hebben en tevens dieper reiken dan de oppervlakte- en dieptematen die genoemd zijn in 29.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hierna onder 29.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die:
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend, nadat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) die een groter oppervlak hebben en tevens dieper reiken dan de oppervlakte- en dieptematen die genoemd zijn in 30.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hierna onder 30.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die:
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend, nadat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) die een groter oppervlak hebben en tevens dieper reiken dan de oppervlakte- en dieptematen die genoemd zijn in 31.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hierna onder 31.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die:
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend, nadat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de aan het gebied eigen zijnde cultuurhistorische waarden.
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' bestemde gronden is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
In afwijking van het bepaalde in lid 32.2.1 is geen vergunning vereist ingeval van:
Vergunning wordt verleend, indien:
Alvorens te beslissen op een aanvraag, winnen burgemeester en wethouders het advies in van de commissie voor Welstand en Monumenten.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering.
Ter plaatse van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering', mag in afwijking van de bouwregeling voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterkering', niet binnen bedoelde zone worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 33.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie waterstaat - waterkering mogen worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van waterbouwkundige aard, zoals kademuren, duikers, keerwanden, beschoeiingen e.d.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning volor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 33.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterkering', mits het belang van de waterkering hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de dijkbeheerder, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van genoemd belang.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van een hoofdwatergang.
Op de voor ''Waterstaat - Waterstaatkundige functie' bestemde gronden, mag in afwijking van de bouwregeling voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 34.2 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' , mits het belang van de hoofdwatergang hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van het waterschap, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van genoemd belang.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen in de gebieden Marconikwarter en Keilekwartier en ter plaatse van de conserverend bestemde kavels in het Galileipark zoals begrensd met de gebiedsaanduiding 'overige zone – parkeren 2' kan de parkeerbehoefte berekend worden op basis van de parkeernormen en berekeningsmethode, zoals opgenomen in de 'Beleidsregeling parkeernormen voor auto en fiets gemeente Rotterdam 2022' onder de volgende voorwaarden:
Indien de 'Beleidsregeling parkeernormen voor auto en fiets gemeente Rotterdam 2022' wordt gewijzigd of herzien, wordt een aanvraag voor een omgevingsvergunning getoetst aan het op dat moment geldende beleid.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken als bedoeld in artikel 36.2 waarbij nog niet is voorzien in:
Voor de toepassing van artikel 2.17 Activiteitenbesluit in de avond- en de nachtperiode, gelden op de gevels van gerealiseerde of vergunde geluidgevoelige gebouwen binnen M4H en op de gevels van gedezoneerde woningen binnen de eerder geldende grenzen van het industrieterrein M4H, de onderstaande waarden voor de maximale geluidniveaus (LAMax), gemeten in de meterstand Fast, in plaats van de waarden voor de maximale geluidniveaus (LA Max) uit het Activiteitenbesluit:
Ingeval noch de regels, noch de verbeelding (plankaart) duidelijkheid verschaffen over de wijze van afdekking van gebouwen, mogen gebouwen met verschillende kapvormen of plat afgedekt worden.
Tenzij in de regels in hoofdstuk 2 anders is bepaald, is op een kap/schuin dakvlak een dakkapel toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Indien de maximum toegestane bouwhoogte/aantal bouwlagen van een gebouw is bereikt, geldt dat een dakterras bij een woonfunctie mag worden gerealiseerd onder de voorwaarden dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – overkraging' kunnen burgemeester en wethouders kunnen - gehoord de milieudeskundige en de stedenbouwkundige - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder 'd' en artikel 19.2.1 onder 'b' teneinde een overkraging toe te staan, met dien verstande dat:
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' zijn grote lawaaimakers toegestaan.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het onderhoud, de veiligheid of mogelijkheden voor versterking van de primaire waterkering.
Op de voor 'vrijwaringszone - dijk' bestemde gronden is het verboden om:
Het in artikel 40.2.2 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 40.2.2 onder 'a' geen gevaar oplevert voor de waterkering of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de waterkering ter bescherming van het belang van de waterkering.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 1', ten behoeve van de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein Havens Noord Oost-Frankenland, zijn geen Geluidsgevoelige objecten toegestaan, tenzij:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 2', ten behoeve van de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein Waal-Eemhaven, zijn geen Geluidsgevoelige objecten toegestaan, tenzij:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukregelstation 1' het volgende:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukregelstation 2' het volgende:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
Gronden en/of bouwwerken mogen alleen in gebruik worden genomen voor Kwetsbare objecten of Beperkt kwetsbare objecten indien is aangetoond op welke manier de gebruikers zijn beschermd tegen brandoverslag als gevolg van een fakkelbrand.
ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geur 1' zijn nieuwe geurgevoelige objecten alleen toegestaan indien uit nader onderzoek blijkt dat:
ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geur 2' zijn nieuwe geurgevoelige objecten niet toegestaan.
Binnen de aanduiding 'Overige zone - Evenementen Merwehaven' zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen. De volgende evenementen zijn jaarlijks toegestaan:
Categorie | Maximaal aantal bezoekers gelijktijdig aanwezig | Maximaal aantal evenementen per jaar | Maximaal aantal evenementen-dagen per jaar | Maximale geluidbelasting ter plaatse van de gevel het dichtstbijzijnde geluidgevoelige object |
Groot | >2500 | 0 | 0 | 75 dB(A), 85 dB(C) |
Middel | 501 tm 2500 | 0 | 0 | 70 dB(A), 80 dB(C) |
Klein | <500 | 5 | 5 | 65 dB(A), 75 dB(C) |
Binnen de aanduiding 'Overige zone - Evenementen Marconi/Keilekwartier' zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen. De volgende evenementen zijn jaarlijks toegestaan:
Categorie | Maximaal aantal bezoekers gelijktijdig aanwezig | Maximaal aantal evenementen per jaar | Maximaal aantal evenementen-dagen per jaar | Maximale geluidbelasting ter plaatse van de gevel het dichtstbijzijnde geluidgevoelige object |
Groot | >2500 tm 4000 | 3 | 3 | 75 dB(A), 85 dB(C) |
Middel | 501 tm 2500 | 2 | 2 | 70 dB(A), 80 dB(C) |
Klein | <500 | 7 | 18 | 65 dB(A), 75 dB(C) |
Binnen de aanduiding 'Overige zone - Evenementen Galileipark 1 (Bierbrouwerij)' zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen. De volgende evenementen zijn jaarlijks toegestaan:
Categorie | Maximaal aantal bezoekers gelijktijdig aanwezig | Maximaal aantal evenementen per jaar | Maximaal aantal evenementen-dagen per jaar | Maximale geluidbelasting ter plaatse van de gevel het dichtstbijzijnde geluidgevoelige object |
Groot I | >2500 tm 3.750 | 1 | 1 | 75 dB(A)/90 dB(C) |
Groot II | >2500 tm 3000 | 2 | 2 | 75 dB(A), 85 dB(C) |
Middel | 501 tm 2500 | 3 | 3 | 70 dB(A), 80 dB(C) |
Klein | <500 | 0 | 0 | 65 dB(A), 75 dB(C) |
Binnen de aanduiding 'Overige zone - Evenementen Galileipark 2 (Kolenbak)' zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen. De volgende evenementen zijn jaarlijks toegestaan:
Categorie | Maximaal aantal bezoekers gelijktijdig aanwezig | Maximaal aantal evenementen per jaar | Maximaal aantal evenementen-dagen per jaar | Maximale geluidbelasting ter plaatse van de gevel het dichtstbijzijnde geluidgevoelige object |
Groot | >2500 | 0 | 0 | 75 dB(A), 85 dB(C) |
Middel | 501 t/m 1.500 | 29 | 29 | 70 dB(A), 80 dB(C) |
Klein I | <500 | 10 | 10 | 65 dB(A), 75 dB(C) |
Klein II | <500 | 40 | 40 | Zonder versterkte muziek |
Binnen de aanduiding 'Overige zone - Evenementen Galileipark 3 (Ferroplein)' zijn de gronden tevens bestemd voor evenementen. De volgende evenementen zijn jaarlijks toegestaan:
Categorie | Maximaal aantal bezoekers gelijktijdig aanwezig | Maximaal aantal evenementen per jaar | Maximaal aantal evenementen-dagen per jaar | Maximale geluidbelasting ter plaatse van de gevel het dichtstbijzijnde geluidgevoelige object |
Groot | >2500 tm 3000 | 0 | 0 | 75 dB(A), 85 dB(C) |
Middel | 501 tm 2500 | 0 | 0 | 70 dB(A), 80 dB(C) |
Klein | <500 | 8 | 8 | 65 dB(A), 75 dB(C) |
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - aandachtsgebied organisatie evenementen' geldt in aanvulling tot het gestelde in lid 40.7.1 t/m 40.7.5 dat de organisator van een evenement:
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone – lpg mogen geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - industrieterrein met geluidruimteverdeling M4H' zijn behalve voor de daar toegelaten bestemming(en), mede bestemd voor het verdelen van de beschikbare geluidruimte op het industrieterrein.
Tot strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Tot een strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt tevens gerekend:
als dat leidt tot een overschrijding van de waarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in de representatieve bedrijfssituatie in de dag-, avond- of nachtperiode, op de toetspunten behorende bij het kavel waarop de inrichting is gelegen, als opgenomen in de geluidtoetsingstabel in Bijlage 3;
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit binnen de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kavel met specifieke geluidruimte ' een inrichting te splitsen in twee of meer inrichtingen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 41.3 voor het splitsen van een inrichting wordt verleend als naar het oordeel van burgemeester en wethouders aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in deze regels worden bepaald conform het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 Industrielawaai en de Handleiding meten- en rekenen industrielawaai voor complexe situaties (methode II) waarbij:
Burgemeester en wethouders kunnen, vanwege de specifieke omstandigheden en mogelijkheden, de verwachte ontwikkelingen en de betrokken belangen in aanmerking nemend, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 41.2 indien:
Ter plaatse van de bestemming Overig - Bedrijf -5 en Verkeer-Verblijfsgebied vervalt de geluidruimte voor het kavel indien de automatische verkleuring als bedoeld in 16.3.1 heeft plaatsgevonden.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - industrieterrein met geluidruimteverdeling M4H' kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de gebruiksregels voor de bestemmingen als volgt wijzigen:
onder de volgende voorwaarden:
De geluidruimte voor een inrichting die is gelegen op gronden buiten de aanduiding 'kavel met specifieke geluidruimte' wordt bepaald op basis van oppervlaktebronnen, met voor elke oppervlaktebron een bronsterkte overeenkomstig de waarden als aangewezen in 41.2. Deze oppervlaktebronnen emitteren geluid volgens het spectrum industrielawaai, hebben een hoogte van 2 meter boven het plaatselijk maaiveld en een verdeling van ten minste één deelbron per 5 meter in de x en y richting (per 25m2 een deelbron). Het volledige terrein van de inrichting wordt als onbebouwd beschouwd met een met een bodemdemping 0.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor afwijkingen van toegestane afmetingen, maten (waaronder minimale en maximale afstanden) en percentages tot niet meer dan 10% van die afmetingen, maten en percentages, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de milieusituatie.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van de regels van dit bestemmingsplan ten aanzien van de maximum toegestane bouwhoogte van een gebouw, ten behoeve van technische voorzieningen op het dak, welke noodzakelijk zijn voor het doelmatig functioneren van het bouwwerk, zoals liftopbouwen, zonnepanelen, lichtkoepels, schoorstenen, antennemasten, luchtverversingsapparatuur, glazenwas installatie e.d., mits de overschrijding van de maximum bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de in dit bestemmingsplan toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
Met het vaststellen van het voorliggende bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wordt, gebruikmakend van artikel 7c, lid 9 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, ter hoogte van de gronden met de bestemming Woongebied - 1, de volgende hogere waarden ingevolge artikel 110a, lid 1 van de Wet geluidhinder vastgesteld:
*Blok 1, 2, 3, 4 en 6 zoals bedoeld in Bijlage 5 Kaart toetspunten hogere waarden
** Voor de in de tabel genoemde bronmatregelen, zie Bijlage 4 Hogere waarden.
Dit lid treedt in werking op het moment dat de bestemming Overig - Verkeer-Verblijfsgebied en Woongebied -1 is verkleurd zoals bedoeld in lid 16.3.1.
Met het vaststellen van het voorliggende bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wordt, gebruikmakend van artikel 7c, lid 9 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, ter hoogte van de woningen op de gronden met de bestemming Overig - Verkeer-Verblijfsgebied en Woongebied -1, voor alle toetspunten zoals aangegeven op Bijlage 5 Kaart toetspunten hogere waarden een hogere waarde van 55 dB(A) vanwege het industrielawaai van industrieterrein Havens Noord Oost-Frankenland ingevolge artikel 110a, lid 1 van de Wet geluidhinder vastgesteld.
Voor evenementen geldt dat het equivalente geluidsniveau (gemeten over een tijdsinterval van 3 minuten) veroorzaakt door het ten gehore brengen van muziek en/of het gebruik van geluidsapparatuur ter plaatse van de gevel van Geluidsgevoelige objecten niet meer mag bedragen dan het bepaalde onder evenementen in lid 40.7.
Indien blijkt dat ruimte resteert binnen de categorie Groot of Middel voor wat betreft het aantal evenementen en/of evenementdagen is het toegestaan gebruik te maken van de hogere evenementencategorie onder voorwaarde dat vastgehouden wordt aan de maximale geluidsbelasting en op- en afbouwperiode van de oorspronkelijke categorie.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Merwe-Vierhavens'