direct naar inhoud van Bijlage 1 behorend bij Wonen - 3
Plan: Zevenkamp en Nesselande
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1043ZevenkmpNes-oh01

Bijlage 1 behorend bij Wonen - 3

Straat   huisnummer   Type   Huisnummer   Type  
Bart van der Leckstraat   1, 2, 29, 30   E   3 t/m 28   C  
Bernard Canterstraat   4 t/m 30
even  
I   3 t/m 25
oneven  
H  
Bernard Toon Gitsstraat   1 t/m 26   F      
Bertus Meijerstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Brandingdijk   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Cesar Domelastraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Freek van Leeuwenstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Geert Adegeeststraat   2 t/m 42
even  
J      
Geert van Oorschotstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Georges van Tongerloohof   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Ger Ladagestraat   4 t/m 30
even  
I   3 t/m 25
oneven  
H  
Gerrit Rietveldstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Henk Bruintjesstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Herman Beilingplein   18, 19   G      
Jac. Jongertstraat   1, 2, 29, 30   E   3 t/m 28   C  
Jan Sirkstraat   1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15   F      
Jan Wilspad   4 t/m 38
even nummers  
B      
Jef Laststraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Johannes Tielensstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Laan van Avant-Garde   238   A      
Laurens van Kuikstraat   1 t/m 26   F      
Marius Richterstraat   45, 47 tm 80   J   1 t/m 40, 42   F  
Marlow Mosshof   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Nelly van Moorselhof   2d, 2e, 2f, 2g, 2h, 2j, 2k, 2l, 2m, 2n, 2p, 2q, 2r, 2s, 2t, 2u, 2v   A      
Paul Schuitemastraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Piet Begeerstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Piet Mondriaansingel   4, 6, 8, 10, 16, 18, 20, 22, 28, 30, 32, 38, 40, 42, 48, 50, 52, 54, 60, 62   D      
Piet Zwartstraat   1, 2, 29, 30   E   3 t/m 28   C  
Robert van 't Hoffstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Theo van Doesburgstraat   3 t/m 17 oneven   C      
Vilmos Huscarstraat   1, 2, 29, 30   E   3 t/m 28   C  
Willem van der Kulkstraat   Dakkapellen alleen toegestaan mits vergunningvrij        
Wout van Heusdensingel   87, 93, 105, 111   K   89, 91, 107, 109   L  

Voorzijde:

1. type C aan de voorzijde van de woning:

  • het hart van de dakkapel dient in het verlengde te liggen van de onderliggende grote ramen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 2.50 meter zijn en de hoogte maximaal 1.80 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdieping dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

2. type D, aan de voorzijde en type E, aan de straatzijde van de woning:

  • het hart van de dakkapel dient in het verlengde te liggen van de onderliggende grote ramen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 2.50 meter zijn;
  • direct rustend op de verdiepingsvloer, in het verlengde van de gevel, met een hoogte van maximaal 2.80 meter.

3. type F (met uitzondering van de woningen met een bijzondere kapvorm) aan de voorzijde van de

woning:

  • het hart van de dakkapel dient in het verlengde te liggen van het hart van het grote raam op de begane grond;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 1.90 meter zijn en de hoogte maximaal 1.70 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

4. type G, aan de voorzijde van de woning:

  • het hart van de dakkapel dient in het midden van het gevelvlak te liggen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 2.50 meter zijn en de hoogte maximaal 1.80 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdieping dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

5. type H aan de voorzijde:

  • het hart van de dakkapel dient, gecombineerd per twee woningen, op de woningscheidende muur te zijn gesitueerd;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 3.00 meter zijn en de hoogte maximaal 1.60 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

6. type I aan de voorzijde:

  • het hart van de dakkapel dient, gecombineerd per twee woningen, op de woningscheidende muur te zijn gesitueerd;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 3.30 meter zijn en de hoogte maximaal 1.60 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

Achterzijde/gevelzijde

Voor dakkapellen aan de achterzijde van de woning geldt:

1. type A aan de gevelzijde van de woning, gericht op het binnengebied:

  • de bovenzijde blijft ten minste 1.35 meter onder de nok;
  • de afstand tussen onderzijde dakkapel en vloer kaplaag dient minimaal 85 cm en maximaal 1meter te zijn (binnenwerks gemeten);
  • de hoogte van de dakkapel mag maximaal 1.70 zijn;
  • de zijkant blijft ten minste 1.70 meter uit het hart van de woningscheidende wand en 2.10 meter uit de kopgevel.

2. type B aan de gevelzijde van de woning, gericht op het binnengebied:

  • de bovenzijde blijft ten minste 90 cm meter onder de nok;
  • de afstand tussen onderzijde dakkapel en vloer kaplaag dient minimaal 85 cm en maximaal 1meter te zijn (binnenwerks gemeten);
  • de hoogte van de dakkapel mag maximaal 1.80 zijn;
  • de zijkant blijft ten minste 1.30 meter uit het hart van de woningscheidende wand en 1.50 meter uit de kopgevel.

3 type C en D aan de achterzijde van de woning:

  • het midden van de dakkapel dient in het verlengde te liggen van de penant tussen de twee grote ramen op de eerste verdieping;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 2.50 meter zijn en de hoogte maximaal 1.80 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

4 type F aan de achterzijde van de woning:

  • het midden van de dakkapel dient in het midden van het dakvlak te liggen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 2.50 meter zijn en de hoogte maximaal 1.80 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

5 type G aan de achterzijde van de woning:

  • het midden van de dakkapel dient in het verlengde te liggen van de penant tussen de twee grote ramen op de eerste verdieping;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 4.00 meter zijn en de hoogte maximaal 1.80 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

6 type H aan de achterzijde van de woning:

  • het midden van de dakkapel dient in het midden van het dakvlak te liggen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 4.20 meter zijn en de hoogte maximaal 1.60 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

7 type I aan de achterzijde:

  • het midden van de dakkapel dient in het midden van het dakvlak te liggen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 3.30 meter zijn en de hoogte maximaal 1.60 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.;

8. type J1 heeft geen voordakvlak, in het achterdakvlak is dakkapel toegestaan mits:

  • het hart van de dakkapel in het hart van het dakvlak is gesitueerd;
  • de maximale breedte 3,70 meter is;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer minimaal 0,80 en maximaal 0,90 meter is;
  • de maximale hoogte van de dakkapel 1,80 meter (inclusief dakrand) is.

9. type J2

Aan de voorzijde is een dakkapel toegestaan mits:

  • de afstand tot het hart van de woningscheidende muur minimaal 0,50 meter bedraagt;
  • de maximale breedte 3,30 meter is;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer minimaal 0,80 en maximaal 0,90 meter is;
  • de maximale hoogte van de dakkapel 1,80 (inclusief dakrand) is.

Aan de achterzijde is een dakkapel toegestaan mits:

  • het hart van de dakkapel in het hart van het dakvlak is gesitueerd;
  • de maximale breedte 3,70 meter is;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer minimaal 0,80 en maximaal 0,90 meter is;
  • de maximale hoogte van de dakkapel 1,80 meter(inclusief dakrand) is.

10. type J3

Aan de voorzijde is een dakkapel toegestaan mits:

  • de afstand tot het hart van de woningscheidende muur minimaal 0,50 meter bedraagt;
  • de maximale breedte 3,30 meter is;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer minimaal 0,80 en maximaal 0,90 meter is;
  • de maximale hoogte van de dakkapel 1,80 (inclusief dakrand) is.

Aan de achterzijde is een dakkapel toegestaan mits:

  • de dakkapel minimaal 0,43 meter uit de as van de westelijke woningscheidende muur is gesitueerd en minimaal 2,06 meter uit de as van de oostelijke woningscheidende muur;
  • de maximale breedte 3,50 meter is;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer minimaal 0,80 en maximaal 0,90 meter is;
  • de maximale hoogte van de dakkapel 1,80 meter (inclusief dakrand) is.

9 type K aan de achterzijde van de woning:

  • het midden van de dakkapel dient in het midden van het dakvlak te liggen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 3.60 meter zijn en de hoogte maximaal 1.80 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

10 type L aan de achterzijde van de woning:

  • de afstand tot de as van de woningscheidende muur dient minimaal 2.25 m te bedragen;
  • de breedte van de dakkapel mag maximaal 3.60 meter zijn en de hoogte maximaal 1.80 meter;
  • de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer dient minimaal 80 en maximaal 90 cm te zijn.

Algemene regeling voor dakkapellen voor het Georges Vantongerloohof

Aan de voorzijde is een dakkapel toegestaan mits:

- op het voor-dakvlak de afstand tot de zijgevel minmaal 1,5 mteter bedraagt;

- op het voorzij-dakvlak de afstand tot de zijgevel minmaal 1,00 meter bedraagt;

- de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingspvloer 1,10 meter is;

- de maximale hoogte van de dakkapel 1,50 meter (inclusief dakrand) is.

Aan de achterzijde is een dakkapel toegstaan mits:

- op het achter-dakvlak de afstand tot de zijgevel minmaal 1,5 meter bedraagt;

- op het achterzij-dakvlak de afstand tot de zijgevel mimimaal 1,00 meter bedraagt;

- de afstand onderzijde dakkapel tot bovenkant verdiepingsvloer 1,10 meter is;

- de maximale hoogte van de dakkapel 1,50 meter (inclusief dakrand) is.

Regeling voor dakkapellen aan de voorzijde van woningen waarvoor geen specifieke regeling geldt

Bij de overige woningen met kap, waar geen specifieke regeling geldt is eveneens een dakkapel aan de voorzijde toegestaan. Voor die gevallen gelden dezelfde criteria als die in de Nota Welstand voor dakkapellen aan de voorzijde worden gehanteerd. Bij zadeldaken met een hellingshoek van 30° en grotere gelden de volgende criteria ten aanzien van de afmetingen en verschijningsvorm:

Plaatsing

- Afstand tot de nok: minimaal 0,50 meter en de bovenzijde van de dakkapel dient op één lijn met naastgelegen dakkapellen te liggen;

- afstand tot de dakvoet: minimaal 0,50 meter en maximaal 1,00 meter;

- afstand tot de woningscheidende muur: minimaal 0,50 meter;

- afstand tot zijgevellijn: minimaal 0,50 meter indien zijerf niet grenst aan de openbare weg of openbaar groen en minimaal 2,00 meter indien zijerf grenst aan de openbare weg of openbaar groen;

- afstand tot de voorgevelrooilijn: (alleen bij dwarskap): minimaal zijerf grenzend aan de openbare weg of openbaar groen;

- hoogte: maximaal 1,50 meter (inclusief dakrand);

- breedte: maximaal 1/3 van de woningbreedte (as bouwmuur).