Plan: | Rotterdam The Hague Airport |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1041RdamAirport-va01 |
het bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport met identificatienummer NL.IMRO.0599.BP1041RdamAirport-va01 van de gemeente Rotterdam.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam of een andere deskundige op het gebied van archeologie.
een of meer gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een percentage dat aangeeft hoeveel van het oppervlak van een bestemmingsvlak door gebouwen mag worden ingenomen.
de bedrijven genoemd in de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels.
het Besluit externe veiligheid inrichtingen zoals dat luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Bouwverordening Rotterdam 2010, zoals deze luidt op het tijdstip van vaststelling van dit bestemmingsplan.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het vloeroppervlak van een bouwwerk, inclusief de niet direct voor het hoofddoel bruikbare ruimten (bijvoorbeeld bij een productiebedrijf of winkel, de magazijn-, expeditie-, kantoorruimten). Gebouwde parkeervoorzieningen worden niet tot het bruto vloeroppervlak gerekend.
een vrijstaand gebouw dat door constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een hoofdgebouw gelegen op hetzelfde perceel.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. Een belwinkel en een seksinrichting worden hier niet onder
begrepen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Hieronder worden verstaan: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, andere
gezondheidszorggebouwen dan de genoemde (t.w. verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen,
medische centra, poliklinieken en kinderdagverblijven), alsmede de terreinen die behoren bij de andere gezondheidszorggebouwen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, alsmede woonwagenstandplaatsen. NB Delen van een onderwijsgebouw die niet zijn bestemd voor geluidsgevoelige onderwijsactiviteiten, maken voor de toepassing van de Wet geluidhinder geen deel uit van een onderwijsgebouw.
een geluidszone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van bedrijven en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de
geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het
perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken zoals broodjeszaken, cafetaria's, croissanteries, koffiebars, lunchrooms, ijssalons, snackbars, tearooms, traiteurs, bistro's, restaurants, biljartcentrum, cafés, proeflokalen, shoarmazaken, grillrooms.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met – al dan niet – als nevenactiviteit het faciliteren van vergaderlocaties en het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
functies die direct bij het luchtvaartproces betrokken zijn, daaraan ondersteunend zijn of waarvan de aanwezigheid op de luchthaven van belang is voor de bedrijfsvoering van de betreffende functie.
De bovenkant van het aansluitende, afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande
dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden.
sociale, culturele, gezondheids-, educatieve en levensbeschouwelijke voorzieningen ten behoeve van de openbare dienst, waaronder een medisch centrum, een detentiecentrum, een mortuarium.
De DCMR Milieudienst Rijnmond of de daarvoor in de plaats tredende instantie.
een voorziening voor onderhoud aan en dienstverlening ten behoeve van materieel en motorvoertuigen van passagiers, werknemers of de luchthaven, al dan niet gecombineerd voorzieningen zoals een wasstraat, elektrisch oplaadpunt, een autoverhuurbedrijf en een kleinschalige showroom.
Het Normaal Amsterdams Peil is de referentiehoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden
gerelateerd.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
op het openbaar leidingen net aangesloten voorzieningen op het vlak van gas-, water-, elektriciteitsdistributie, blokverwarming, (riool)gemalen (een gasdrukregelstation wordt niet hieronder begrepen), alsmede voorzieningen voor een fecaliënstort.
Indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg
maatgevend.
een gedeelte van de rijbaan van een weg (welke door middel van doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd is) van zodanige breedte dat bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen daarvan gebruik kunnen maken.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
de Wet geluidhinder zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp voor dit
bestemmingsplan.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van een bouwwerk.
vanaf het punt van de gevel van een gebouw welke het dichtst bij de perceelsgrens is gelegen, haaks op de perceelsgrens.
De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - 1' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie', is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het plan af te wijken en een grotere bouwhoogte van ten hoogste 20% toe te staan, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4 onder a, om andere bedrijfsactiviteiten toe te staan, mits deze - gehoord de Milieudeskundige - naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de toegestane bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf - 1 zodanig wijzigen dat nieuwe Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de luchtvaartverkeerszones het plan wijzigen en nieuwe geluidgevoelige maatschappelijke functies toestaan indien de geluidsbelasting op de gevel ten gevolge van ten gevolge van weg-, spoor of industrielawaai niet meer bedraagt dan de daarvoor ten hoogste toelaatbare waarde uit de Wet geluidhinder of een bij het wijzigingsbesluit vast te stellen hogere waarde.
De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - 2' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie', is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het plan af te wijken en een grotere bouwhoogte van ten hoogste 20% toe te staan, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4 onder a, om andere bedrijfsactiviteiten toe te staan, mits deze - gehoord de Milieudeskundige - naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de toegestane bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf - 1 zodanig wijzigen dat nieuwe Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de luchtvaartverkeerszones het plan wijzigen en nieuwe geluidgevoelige maatschappelijke functies toestaan indien de geluidsbelasting op de gevel ten gevolge van ten gevolge van weg-, spoor of industrielawaai niet meer bedraagt dan de daarvoor ten hoogste toelaatbare waarde uit de Wet geluidhinder of een bij het wijzigingsbesluit vast te stellen hogere waarde.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Gemengd' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie', is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het plan af te wijken en een grotere bouwhoogte van ten hoogste 20% toe te staan, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4 onder a, om andere bedrijfsactiviteiten toe te staan, mits deze - gehoord de Milieudeskundige - naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de toegestane bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Gemengd zodanig wijzigen dat nieuwe Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de luchtvaartverkeerszones het plan wijzigen en nieuwe geluidgevoelige maatschappelijke functies toestaan indien de geluidsbelasting op de gevel ten gevolge van ten gevolge van weg-, spoor of industrielawaai niet meer bedraagt dan de daarvoor ten hoogste toelaatbare waarde uit de Wet geluidhinder of een bij het wijzigingsbesluit vast te stellen hogere waarde.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. Op de voor 'Groen' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie', is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Verkeer' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functie.
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie', is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het plan af te wijken en een grotere bouwhoogte van ten hoogste 20% toe te staan, met dien verstande dat:
- door onderzoek is aangetoond dat het belang van de veilige luchtvaart niet worden aangetast en de beheerder van het Instrument Landing System (ILS), te weten de Inspectie Leefomgeving van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu hierover positief advies heeft uitgebracht en door de Luchtverkeersleiding Nederland een verklaring van geen bezwaar is afgegeven en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet onevenredig worden aangetast
-- de maximale oppervlakten aan functies zoals genoemd in artikel 13 niet worden overschreden.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en),
mede bestemd voor een ondergrondse olietransportleiding, alsmede voor de hierbij behorende bovengrondse voorzieningen.
Op de voor 'Leiding - Olie ' bestemde gronden mag, in afwijking van de bouwregels voor de andere
voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Olie' , binnen bedoelde zone niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 8.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de
bestemming 'Leiding - Olie ' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het
tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Olie' mogen worden gebouwd in de bestemming passende
bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het
bepaalde in lid 8.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere
toegelaten bestemming(en) dan 'Leiding - Olie', onder voorwaarde dat de minimum afstand gemeten
vanuit de hartlijn van de leiding tenminste 5 meter bedraagt, de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de
beheerder van de leiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de
vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
Op de voor 'Leiding - Olie' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden
uit te voeren:
Het verbod in artikel 8.4.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van inwerkingtreding van het plan in uitvoering waren.
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 8.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de
beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de
vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) welke voldoen aan de oppervlakte- en dieptematen welke genoemd zijn in lid 9.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hierna onder 9.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren met een oppervlakte van meer dan 200 m² en die tevens dieper reiken dan 1 meter beneden maaiveld.
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of voor werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone' zijn geluidgevoelige functies niet toegestaan.
Binnen de aanduiding 'overige zone- gezoneerd industrieterrein' is op de met een specifieke aanduiding opgenomen locaties de uitoefening van activiteiten mogelijk door bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere regels stellen ten aanzien van:
Burgemeester en wethouders kunnen omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid indien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij de omgevingsvergunning regels stellen aan de afwijkingsmogelijkheden als bedoeld in het vorige lid.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd beleidsregels vast te stellen, welke in de plaats treden van de in dit artikel opgenomen parkeernormen (inclusief de bijbehorende bijlage 3).
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport'.