direct naar inhoud van 6.6 Bodem
Plan: Afrikaanderwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1029Afrkndrwijk-oh01

6.6 Bodem

Het wettelijk kader bij de bepaling van de mate en ernst van bodemverontreiniging wordt gevormd door de Wet bodembescherming (Wbb). Op grond van de mate en omvang van een verontreiniging in grond en/of grondwater wordt bepaald of, conform de Wbb, sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hierop is de principiƫle noodzaak tot sanering gebaseerd. In de Wbb wordt op basis van risico's voor mens en ecosystemen vervolgens onderscheid gemaakt tussen spoedeisende en niet spoedeisende sanering. Als een sanering spoedeisend is, dient binnen vier jaar aangevangen te worden met de sanering. Als geen sprake is van een spoedeisende sanering, kan sanering worden uitgesteld totdat op de locatie een herinrichting en/of bestemmingswijziging aan de orde is.

Voor het verkrijgen van een bouwvergunning, moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit goed genoeg is om te bebouwen ten behoeve van de toegekende bestemming (bodemgeschiktheids-verklaring): er mag pas worden gebouwd als de bodem schoon genoeg is bevonden. In het kader van de bouwplannen zal de bodem ter plaatse nader worden onderzocht. Indien nodig zal de bodem voorafgaand of tijdens de bouw geschikt gemaakt worden op basis van de nota "Naar een gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid in provincie en stad".

Plangebied

Tot 1895 bestond het gebied voornamelijk uit polders. De bouwactiviteiten beginnen in het uiterste noorden van de wijk vanaf 1895. Tussen 1900 en 1910 wordt ook het binnendijkse deel in de voormalige Hillepolder volgebouwd. Er is in die tijd tevens een laag zandig bodemmateriaal, opgemengd met puin en koolassen opgebracht. Door projectontwikkelaars worden kleine kwalitatief slechte hoogbouwwoningen gerealiseerd op smalle kavels in hoge dichtheden. Vanaf 1981 wordt de stadsvernieuwing gestart, waarbij geleidelijk alle bouwtechnisch te slechte woningen worden vervangen door nieuwbouw en de overige woongebouwen zijn gerenoveerd. Vanaf 1985 wordt hierbij veelal ook de bodem gesaneerd. In het onderzoeksgebied zijn geen asbestverdachte activiteiten aanwezig geweest. Het algemene beeld van de bodemkwaliteit in de Afrikaanderwijk is dat de contactzone (de bovenste meter van de bodem) matig verontreinigd is. Er zijn wel concentraties van PAK en zware metalen te verwachten die groter zijn dan de interventiewaarde. De ondergrond van de Afrikaanderwijk is licht verontreinigd. Er is in het gebied een middelhoge kans op puntbronnen (plaatselijke hoge concentraties van verontreiniging). Uit eerder bodemonderzoek is gebleken dat er ter plaatse van de ontwikkellocaties mogelijk sprake is van ernstige bodemverontreiniging. Aanvullend bodemonderzoek zal daarom plaatsvinden in het kader van de procedure voor het afgeven van een bouwvergunning.