direct naar inhoud van 6.6 Bodem
Plan: Overschiese Kleiweg en Zestienhovensekade
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1015Ovklwzestka-oh02

6.6 Bodem

De kwaliteit van de bodem wordt gewaarborgd in de Wet Bodembescherming. De bodemkwaliteit kan van invloed zijn op de beoogde functies, of financiële haalbaarheid van een bestemmingsplan. De bodem zelf kan ook verschillende functies hebben, zoals een archeologische-, of aardkundige waarde, energie-opslag, waterberging, drinkwaterwinning. Deze functies worden indien relevant eerder in deze toelichting beschouwd. In deze paragraaf staat de kwaliteit van de bodem centraal.

Ter bescherming van toekomstige gebruikers worden bij nieuwe bestemmingen, of veranderingen van de huidige bestemmingen bepaalde eisen gesteld aan de kwaliteit van de bodem. Dat betekent dat soms onderzoek moet worden gedaan naar de bodemkwaliteit. Indien daaruit blijkt dat er sprake is van een (vermoedelijk) ernstige bodemverontreiniging wordt in deze paragraaf aangegeven hoe daar in relatie met de beoogde bestemming mee wordt omgegaan. Daaruit zal moeten blijken dat de beoogde bestemming haalbaar is.

Voor het verkrijgen van een bouwvergunning, moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit goed genoeg is om te bebouwen ten behoeve van de toegekende bestemming (bodemgeschiktheidsverklaring): er mag pas worden gebouwd als de bodem schoon genoeg is bevonden. In het kader van de bouwplannen dient de bodem ter plaatse nader worden onderzocht. Indien nodig zal de bodem voorafgaand of tijdens de bouw geschikt gemaakt worden op basis van de nota “Naar een gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid in provincie en stad”.

Plangebied

In 2000 is de Indicatieve Bodemkwaliteitkaart Rotterdam opgesteld. Dit document geeft een indicatie van de mate waarin de bodem in een bepaald gebied is verontreinigd.

Het voormalige industrielint langs de Rotterdamse Schie onderscheidt zich van de omgeving door de voorgeschiedenis van houtkoperijen en andere vervuilende bedrijven en de ligging tussen de Rotterdamse Schie en de Oudedijk/Zestienhovensekade. De gedeelten waar houtkoperijen hebben gestaan zijn veelal gesaneerd dan wel afgedekt met zand bij de herinrichting. De overige delen zijn veelal matig diffuus verontreinigd. De puntbronnen zijn deels gesaneerd.

Tot begin 20e eeuw was het bebouwingslint langs de Overschiese Kleiweg geheel agrarisch van karakter. In de twintiger jaren krijgt dit bebouwingslint steeds meer stedelijke kenmerken door de bouw van eengezinswoningen met tuinen. Aanzienlijke delen van het gebied zijn diffuus verontreinigd door het opbrengen van vervuilde singel-/slootbagger. Daarnaast zijn grote en kleine puntbronnen aanwezig.

Conclusie

Van de bodemkwaliteit is niet af te leiden dat woningbouw op de te ontwikkelen locaties onmogelijk is. Het bodemonderzoek ten tijde van de bouwaanvraag geeft uitsluitsel of het noodzakelijk is om extra maatregelen te treffen voor het verkrijgen van de bodemgeschiktheidsverklaring.