direct naar inhoud van Hoofdstuk 9 Financiële uitvoerbaarheid
Plan: Weenapoint
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1013Weenapoint-oh01

Hoofdstuk 9 Financiële uitvoerbaarheid

Gemeentelijke kosten

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 3 november 2009 de status 'in uitvoering' toegekend aan de grondexploitatie Ontwikkellocaties Rotterdam Central District. Met het in uitvoering brengen van deze grondexploitatie ligt het gemeentelijke financiële kader om de ambities voor het Central District waar te maken vast. De herontwikkeling van Weenapoint betreft een particuliere ontwikkeling binnen deze grondexploitatie. Het bestemmingsplan Weenapoint omvat deze particuliere ontwikkeling. Voor dit project zal de bestaande bebouwing van het kantorencomplex Weenapoint (grotendeels) worden gesloopt, zullen extra parkeervoorzieningen worden gerealiseerd en wordt de buitenruimte opnieuw ingericht.

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan is de gemeente verplicht een exploitatieplan op te stellen of met de ontwikkelaar een overeenkomst te sluiten die de dekking van de gemeentelijke kosten anderszins verzekert. Met de ontwikkelaar van het Weenapoint, de Maarsen Groep, is een dergelijke overeenkomst gesloten. Dientengevolge is besloten om geen exploitatieplan vast te stellen, gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan.

Financiële haalbaarheid

De financiële haalbaarheid van het project is onderzocht. Hiervoor is gekeken naar:

  • Beschikbaarheid van gronden en terreinen (waaronder verwervingskosten, schadeloosstellingen, herhuisvesting van zittende gebruikers etc.);
  • Programmatische mogelijkheden en wensen (de bouwkosten en mogelijke huurniveaus, de vormfactor, faseerbaarheid en mogelijke grondopbrengst). Naar de verkeersafwikkeling en parkeeroplossing is expliciet onderzoek gedaan;
  • Civieltechnische aspecten van de ontwikkeling (onderzoek naar de bodem- en infrastructuurgesteldheid en de kosten van noodzakelijke en gewenste ingrepen);
  • Overige kosten;
  • De opbrengsten uit anterieure contracten.

De gemeente concludeert dat, binnen de kaders van het bestemmingsplan, een financieel haalbaar bouwproject mogelijk is.