Plan: | Weenapoint |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1013Weenapoint-oh01 |
In het plangebied is in de huidige situatie sprake van 42.000 m² kantoren en voorzieningen en 5.000 m² woningen. De woongebouwen aan het Kruisplein/Diergaardesingel blijven ongewijzigd en worden derhalve in dit bestemmingsplan conserverend bestemd.
De bebouwing in de eindsituatie is in totaal maximaal 110.000 m2 plus 5.000 m2 van de huidige woningen en bestaat uit een combinatie van kantoren (maximaal 80.000 m2), woningen (250 plus de bestaande) en voorzieningen (maximaal 33.000 m2). Het bestemmingsplan maakt tevens de realisatie van maximaal 850 parkeerplaatsen mogelijk.
Met de toevoeging van maximaal 68.000 m2 bvo blijft de ontwikkeling ruim onder de drempel die in de m.e.r.-regelgeving is opgenomen voor een stadsproject (toename met 200.000 m² bvo of meer). De herontwikkeling van Weenapoint is echter ook een stap om te komen tot de ontwikkeling van het RCD. Als de gehele ontwikkeling van het RCD in beschouwing wordt genomen, dan is sprake van een stadsproject: het omvat een toename met meer dan 200.000 m² bvo. Voor een project met een dergelijke omvang moet, volgens het vigerende Besluit milieueffectrappotage (versie 2010) behorende bij de Wet milieubeheer onderdeel D 11.2, worden beoordeeld of sprake is van een plicht tot milieueffectrapportage (m.e.r.-beoordelingsplicht).
Er is aanleiding om voor het bestemmingsplan Weenapoint een m.e.r.-beoordeling uit te voeren. Met het oog op de omvang van de ontwikkeling van het RCD èn de ambitie van de gemeente om binnen het RCD de plots in samenhang te ontwikkelen, heeft de gemeente gekozen om de stap van het beoordelen over te slaan en het nieuwe bestemmingsplan Weenapoint direct de procedure van besluitmilieueffectrapportage (besluit m.e.r.) te laten doorlopen.
Tevens zal het nieuwe bestemmingsplan Weenapoint de ruimte bieden aan recreatieve voorzieningen zoals een theater. Het is denkbaar dat die voorziening meer dan 250.000 bezoekers per jaar aantrekt. Voor een project met een dergelijke omvang moet, volgens het Besluit milieueffectrappotage (versie 2010) behorende bij de Wet milieubeheer onderdeel D 10.1, worden beoordeeld of sprake is van een plicht tot milieueffectrapportage (m.e.r.-beoordelingsplicht). Door de hierboven beschreven procedure-keuze van de gemeente wordt direct ook aan deze plicht voldaan.