direct naar inhoud van Artikel 32 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Oude Westen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1012OudeWesten-oh01

Artikel 32 Verkeer - Verblijfsgebied

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen ten behoeve van wandelen, verblijven en spelen, zoals trottoirs, voetpaden en trappen;
  • b. voorzieningen voor rijdende en stilstaande voertuigen, zoals rijstroken, trambanen, fietspaden, parkeerplaatsen;
  • c. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een parkeergarage toegestaan, dit betreft de locaties ter hoogte van de Diergaardesingel en Rochussenstraat;
  • d. ter plaatse van van de gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - spoor" ten behoeve van metro/sneltram;
  • e. groenvoorzieningen, waterpartijen, waterlopen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen;
  • f. bouwwerken voor kleinschalige openbaar nutsvoorzieningen, verkeer en vervoersvoorzieningen;
  • g. geluidswerende voorzieningen;
  • h. ongebouwde (gevel)terrassen, aangrenzend aan een bestemming waar horeca is toegelaten;
  • i. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
  • j. "Waarde - Archeologie - 1", ''Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "'Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "'Waterstaat - Waterstaatkundige functie", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.
32.2 Bouwregels
32.2.1 Algemeen

Op de voor "Verkeer - Verblijfsgebied" bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:

  • a. in de bestemming passende bouwwerken (geen gebouwen zijnde), zoals straatmeubilair, huisvuilcontainers (al dan niet ondergronds) niet groter dan 10 m3, abri's, bovenleidingmasten c.q. portalen ten behoeve van trambanen, alsmede niet voor bewoning bestemde kleine gebouwen voor openbaar nut, verkeer en vervoer, welke gebouwen niet groter mogen zijn 80 m3;
  • b. uitstekende delen aan gebouwen als bedoeld in lid 32.1 onder g, niet dieper dan 2 meter uit de gevel en ten minste 2,2 meter boven maaiveld.
32.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor " Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "Waterstaat - Waterstaatkundige functie", is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.

32.3 Specifieke gebruiksregels

Horeca

Ongebouwde (gevel) terrassen als bedoeld in lid 1 van de regels dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a. nooduitgangen, brandtrappen en brandkranen dienen vrijgehouden te worden;op trottoirs dient minimaal een 1,80 meter brede obstakelvrije doorloopruimte te zijn gegarandeerd;
  • b. een ongebouwd terras dat niet langs een rijweg is gesitueerd (bijvoorbeeld een plein) dient een vrije doorgang van minimaal 4,50 meter breed te hebben.
32.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels van de ter plaatse geldende bestemming, door terrasschermen met een maximale hoogte van maximaal 1.60 meter toe te staan. De terrasschermen dienen in overeenstemming te zijn met de door het college vastgestelde nota “Kwaliteiteisen voor terrassen".