direct naar inhoud van 6.4 Geluid
Plan: Parkstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1008Parkstad-oh02

6.4 Geluid

Geluidhinder kan ontstaan door verschillende activiteiten. In de Wet geluidhinder zijn geluidsnormen opgenomen voor wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai. Deze normen geven de hoogst acceptabele geluidsbelasting bij geluidsgevoelige functies zoals woningen.

6.4.1 Wegverkeer

Als in een zone langs een weg nieuwe situaties mogelijk worden gemaakt, dan moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken, het stedelijk gebied en de maximum snelheid. In de onderstaande tabel is de zonebreedte aangegeven.

Tabel 1, Breedte geluidszones langs wegen

Soort gebied   Stedelijk gebied  
Aantal rijstroken   1 of 2   3 of meer  
Zonebreedte   200 meter   350 meter  

In nieuwe situaties is de voorkeurswaarde aan de gevel 48 dB en een maximaal toegestane waarde van 63 dB. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft volgens artikel 83 van de Wet geluidhinder de bevoegdheid om een hogere waarde vast te leggen als de hoogte van de geluidbelasting ligt tussen de voorkeurswaarde en de maximaal toegestane waarde. Een hogere waarde besluit moet voldoen aan het Ontheffingsbeleid van de gemeente Rotterdam. Het ontwerp van het hogere waardebesluit wordt tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Om na te gaan in hoeverre aan de normen van de Wet geluidhinder kan worden voldaan zijn geluidsberekeningen uitgevoerd.

De geluidsbelasting op de gevel van de afzonderlijke locaties is berekend. De zoneplichtige wegen in het gebied zijn: Laan op Zuid, 2e Rosestraat, Brede Hilledijk, Rosestraat, Putselaan, Paul Krugerstraat, Posthumalaan en de Hillelaan.

De verlengde Martinus Steijnstraat, de Hilledijk, de verlengde Machiniststraat en de Spoorweghaven hebben een toegestane maximumsnelheid van 30 km/u. Conform de Wgh zijn deze wegen niet getoetst, maar wel inzichtelijk gemaakt. Op de 30 km/u wegen is geen overschrijding van de voorkeurswaarde.

De geluidsbelasting bij de zoneplichtige wegen is getoetst aan de voorkeursgrenswaarde zoals in de Wgh is vastgelegd. Bij alle bouwblokken wordt de voorkeursgrenswaarde overschreden. In de onderstaande tabel wordt per wegvak de aan te vragen hogere waarde gegeven.

Tabel 2, Overzicht aan te vragen hogere waarde wegverkeer

locatie   bestemming   zoneplichtigeweg   zonder stiller wegdek Lden
(incl.aftrek art 110 Wgh) dB  
met stiller wegdek
Lden
(incl.aftrek art 110 Wgh) dB  
GD 1   woning   Laan op Zuid   59   59  
GD 2   woning/onderwijsinstelling   Laan op Zuid
Brede Hilledijk
Paul Krugerstraat  
61
58
60  
61
58
59  
GD 3   woning   Laan op Zuid
Paul Krugerstraat  
59
60  
59
59  
GD 4   woning   Laan op Zuid
2e Rosestraat  
59
49  
59
-  
GD 5   woning/onderwijsinstelling   Laan op Zuid   59   59  
GD 6   woning   Laan op Zuid
2e Rosestraat  
58
50  
58
-  

Een hogere waardebesluit is noodzakelijk omdat niet met bron-, overdracht- of ontvangermaatregelen kan worden voorkomen dat de geluidbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde.

Een mogelijke bronmaatregel is het toepassen van stiller asfalt. Om de geluidbelasting te beperken kan op de Brede Hilledijk, een deel van de 2e Rosestraat en de Laan op Zuid wegdektype ZSA-SD worden gelegd, dat zorgt voor een reductie van 4 dB. Ter hoogte van de kruisingen Laan op Zuid/Brede Hilledijk, Laan op Zuid/ 2e Rosestraat en de Brede Hilledijk/Hillelaan en ook op de Paul Krugerstraat kan wegdektype SMA0/6 toegepast, met een geluidreductie van 1 dB.

Overdrachtsmaatregelen zoals een geluidsscherm zijn vanuit verkeerskundig en stedenbouwkundig opzicht niet wenselijk in een stedelijk woongebied. De woningen en onderwijsinstellingen waarvoor een hogere waarde wordt aangevraagd, moeten worden voorzien van geluidwerende gevelvoorzieningen.

Bij de stedenbouwkundige verkaveling wordt bij de oriëntatie rekening gehouden met de afschermende werking die de nieuwe bebouwing levert ten opzichte van de bestaande bebouwing. Alle woningen hebben een geluidluwe gevel.

6.4.2 Railverkeer

Metrolijn D en de spoorverbinding 'Rotterdam - Dordrecht' (traject 601) hebben invloed op het plangebied. In deelgebied GD1 is de geluidbelasting van de metro 66 dB. Dit is hoger dan de voorkeurswaarde maar lager dan de hoogst toelaatbare waarde. Er wordt een hogere waardebesluit aangevraagd voor 66 dB.

De geluidbelasting die wordt veroorzaakt door de trein is op locatie GD4 en GD6 hoger dan de voorkeurswaarde. Ook hier wordt een hogere waardebesluit aangevraagd van 61 dB voor locatie GD4 en 67 dB voor locatie GD6.

Tabel 3, Overzicht aan te vragen hogere waarde railverkeer

locatie   bestemming   spoortraject   Lden  
GD 1   woning   Metrolijn D (traject 625)   66  
GD 4   woning   Trein Rotterdam - Barendrecht
(trajecten 607 en 609)  
61  
GD 6   woning   Trein Rotterdam - Barendrecht
(trajecten 607 en 609)  
67  

6.4.3 Industrielawaai

De geluidcontour van industrieterrein Maas-Rijnhaven ligt over Parkstad heen. De voorkeurswaarde van 50 dB(A) voor industrielawaai wordt echter niet overschreden doordat er geluidbeperkende maatregelen genomen zijn in het kader van de sanering van industrielawaai en de aanvullende afspraken met diverse bedrijven op Katendrecht. Voor industrielawaai is geen hogere waardebesluit nodig.

6.4.4 Scheepvaartlawaai

Voor scheepvaartlawaai bestaat geen wettelijk kader. Het is echter wel een geluidsbron die in het kader van een goede ruimtelijke ordening in overweging moet worden genomen bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen langs scheepvaartroutes. In de milieueffectrapportage voor de 2e Maasvlakte is de geluidsbelasting van de scheepvaart voor nagenoeg heel Rotterdam in beeld gebracht. Hierbij is als streefwaarde voor scheepvaartlawaai dezelfde voorkeursgrenswaarde genomen als bij spoorweglawaai; 55 dB. Uit de MER blijkt dat de geluidbelasting van de scheepvaart lager is dan 55 dB en zal de nieuwe bebouwing geen geluidhinder ondervinden als gevolg van scheepvaart.

6.4.5 Conclusie

De geluidbelasting als gevolg van industrielawaai en scheepvaartlawaai is zodanig laag dat dit geen hinder veroorzaakt. De geluidbelasting van wegverkeer en railverkeer overschrijdt de voorkeurswaarde, daarom moet een hogere waarde aangevraagd worden. Met in achtneming van het Ontheffingsbeleid van de gemeente Rotterdam wordt het hogere waardebesluit opgesteld en tegelijk met dit bestemmingsplan ter inzage gelegd.

Buiten de woningen en scholen waarvoor een hogere waardebesluit is aangevraagd, is het mogelijk dat bij de uitwerking van het bestemmingsplan nog meer geluidgevoelige voorzieningen worden gepland. Deze voorzieningen moeten voldoen aan de Wet geluidhinder door bij het ontwerp te kiezen voor een locatie waarbij de geluidbelasting onder de voorkeurswaarde blijft, door geluidsreducerende maatregelen of door het toepassen van een dove gevel.