direct naar inhoud van 6.6 Bodem
Plan: DWL-de Esch
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1003DWLdeEsch-oh01

6.6 Bodem

Het wettelijk kader bij de bepaling van de mate en ernst van bodemverontreiniging wordt gevormd door de Wet bodembescherming (Wbb). Op grond van de mate en omvang van een verontreiniging in grond en/of grondwater wordt bepaald of, conform de Wbb, sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hierop is de principiële noodzaak tot sanering gebaseerd. In de Wbb wordt op basis van risico's voor mens en ecosystemen vervolgens onderscheid gemaakt tussen spoedeisende en niet spoedeisende sanering. Als een sanering spoedeisend is, dient binnen vier jaar aangevangen te worden met de sanering. Als geen sprake is van een spoedeisende sanering, kan sanering worden uitgesteld totdat op de locatie een herinrichting en/of bestemmingswijziging aan de orde is.

Voor het verkrijgen van een bouwvergunning, moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit goed genoeg is om te bebouwen ten behoeve van de toegekende bestemming (bodemgeschiktheids-verklaring): er mag pas worden gebouwd als de bodem schoon genoeg is bevonden. In het kader van de bouwplannen zal de bodem ter plaatse nader worden onderzocht. Indien nodig zal de bodem voorafgaand of tijdens de bouw geschikt gemaakt worden op basis van de nota "Naar een gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid in provincie en stad".

Plangebied

In 2000 is de indicatieve Bodemkwaliteitkaart Rotterdam opgesteld. Dit document geeft een indicatie van de mate waarin de bodem in een bepaald gebied is verontreinigd. Op basis van globaal historisch onderzoek naar de ontwikkelings- en gebruiksgeschiedenis, en de vervuilende bronnen en processen, is een verdeling in "ruimtelijke eenheden" (RE) gemaakt. Deze ruimtelijke eenheden hebben bij benadering hetzelfde vervuilingsniveau. In het plangebied vallen de ruimtelijke eenheden:

  • 45a (Oude Plantage en De Esch);
  • 45a1 (Waterbedrijf Europoort, H. Bavinckstraat en Buitenbassinweg);
  • 45b en 45b1 (Sportcomplexen en kazerne);
  • 45c (Voormalig DWL-terrein).

Tabel 6.5 Verwachte bodemkwaliteit

  < streefwaarde   < tussenwaarde   > interventiewaarde  
45a       contactzone, ondergrond  
45a1   contactzone     ondergrond  
45b   ondergrond   contactzone    
45b1   ondergrond     contactzone  
45c   contactzone, ondergrond      

In tabel 6.5 is de verwachte bodemkwaliteit weergegeven. Verwacht wordt dat er verontreinigingen boven de interventiewaarde voorkomen in zowel de contactzone als de ondergrond van het park de Oude Plantage en natuurgebied De Esch, in de ondergrond van Waterbedrijf Europoort, Autostrada, H. Bavinckstraat en Buitenbassinweg en in de contactzone van een strook grond tussen Sportcomplex Leonidas en de Herman Bavinckstraat.

Vanaf de jaren '50 tot in de jaren '80 werden grote delen van polder De Esch opgespoten met onderhoudsbagger uit de Rotterdamse haven. Het gaat om de volgende loswallen (op tijdsvolgorde): De Oude Plantage, Schaardijk/De Esch (het natuurgebied, het huidige DWL-terrein en het bedrijventerrein Schaardijk), het bedrijventerrein aan het Toepad en het buitenbassin van de voormalige DWL. In al deze gebieden is de ondergrond sterk vervuild (door de baggerspecie).

De meeste loswallen zijn gesaneerd, hier bestaat de contactzone (de bovenste 1 meter) uit schone grond. Dit geldt niet voor de Oude Plantage en het natuurgebied, hier is de hele bodem sterk vervuild.

In het deel van de polder waar de sportcomplexen en de kazerne liggen is het terrein niet opgespoten met bagger en is de ondergrond schoon. Er zijn koolassen benut voor ophoging/verharding van de volkstuinen, kazerne en oud zwembad. In de strook met volkstuintjes is de bovengrond sterk vervuild. Op het aangrenzende terrein heeft tot 1959 een loodwitfabriek gestaan en de bagger uit de sloot werd op de kant van de volkstuinenstrook gezet. Er is hier een matige kans op puntbronnen.

In het woongebied op het voormalige DWL-terrein is de hele bodem schoon.

Voor de ontwikkellocaties binnen het plangebied (Woningbouw op het Leodinasterrein, logiesgebouw en kantoorgebouw kazerne) zijn geen bodemonderzoeken uitgevoerd. Hier dient derhalve nog bodemonderzoek te worden uitgevoerd om een geschiktheidsverklaring te verkrijgen voor de bouwvergunning.

Indien hieraan wordt voldaan leidt de bodemkwaliteit volgens de gemeente dan ook niet tot een belemmering voor de bouwplannen in het plangebied.