direct naar inhoud van 5.3 Huidige watersysteem
Plan: DWL-de Esch
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1003DWLdeEsch-oh01

5.3 Huidige watersysteem

5.3.1 Oppervlaktewater

Het oppervlaktewater in het plangebied heeft de bestemming "Water" gekregen. De hoofdwatergangen in het plangebied hebben daarnaast de aanduiding "Waterstaat - Waterstaatkundige functie" gekregen (een strook van vijf meter uit de insteek van het talud van een watergang), waarop het bepaalde in de Keur van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard mede van toepassing is. Hierdoor worden de waterhuishoudkundige belangen beschermd in het bestemmingsplan.

Het plangebied wordt doorsneden door de Nesserdijk en bevindt zich daardoor deels binnendijks en deels buitendijks en grenst aan de Nieuwe Maas. Voor het binnendijkse gebied is het HHSK de kwaliteits- en kwantiteitsbeheerder van het oppervlaktewater. Rijkswaterstaat is de beheerder van het buitendijks gebied. Het wateroppervlak bedraagt 1,2 ha in het buitendijkse zuidelijke natuurgebied, 5,6 ha binnendijks en 1,7 ha in het westelijke buitendijkse gebied. De verschillende peilgebieden worden apart bemalen waarbij het water wordt afgevoerd naar de Nieuwe Maas.

In 2007 in met een peilbesluit van het HHSK besloten om twee peilgebieden(GPG -187 en 197) samen te voegen op een peil van NAP -2,35 meter. In juni 2009 is dit doorgevoerd.

Het bemalingdistrict is het oude DWL-terrein. Het water in de voormalige filterbakken wordt bemalen op 1,30 meter boven NAP. Het uitgiftepeil varieert van 3,25 tot 4,75 meter boven NAP aan de westzijde van de Lage Filterweg en van 2,50 tot 2,80 meter boven NAP aan de oostzijde van deze weg.

Het grote hoogteverschil met de rest van het plangebied komt omdat de woningen op het oude DWL-terrein buitendijks liggen.

Rondom park de Oude Plantage varieert het uitgiftepeil van 2,85 tot 7,25 meter boven NAP.

5.3.2 Grondwater

Uit het grondwateronderzoek (IGWR, 2005) dat uitgevoerd is in het kader van waterplan Kralingen-Crooswijk blijkt dat binnen het binnendijkse ontwikkelingsgebied 1 tot 0,10 mm/dag kwel optreedt. In de database van IGWR zijn onvoldoende peilbuisgegevens aanwezig om een uitspraak te kunnen doen over de grondwaterstand. Het HHSK heeft op basis van het algemeen hoogtebestand en het waterpeil van 2,40 meter NAP de drooglegging bepaald. Zij geeft een maatgevende drooglegging op van 0,40 meter. De drooglegging is het verschil tussen de maaiveldhoogte en het peil van het oppervlaktewater. Deze maatgevende drooglegging is bepaald aan de hand van de laagste drempelhoogte, waardoor het niet representatief is voor het gehele gebied. Echter dient wel rekening te worden gehouden met deze geringe drooglegging om zo wateroverlast in de toekomst te voorkomen.

5.3.3 Waterkering

Het gebied van het bestemmingsplan wordt doorsneden door de primaire waterkering en ligt daardoor deels buitendijks (westzijde en zuidpunt). De primaire waterkering loopt via de Nesserdijk zuidwaarts en vervolgens tussen het natuurgebied aan de zuidzijde en waterbedrijf Evides naar het westen. De Nieuwe Maas wordt begrensd door een voorliggende kade. Deze waterkeringen zijn inclusief de bijbehorende beschermingszone op de plankaart aangegeven met een dubbelbestemming "Waterkering", hier gelden bouwbeperkingen. De vijfjaarlijkse toetsing van de primaire waterkeringen door het Hoogheemraadschap is in 2008 afgerond. De primaire waterkering is hierbij goed door de toetsing gekomen en voldoet daarmee aan alle punten.

De "Beleidslijn grote rivieren" beschrijft het westelijke buitendijkse gebied als artikel 2a gebied van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr), wat inhoudt dat geen Wbr vergunning aangevraagd hoeft te worden bij Rijkswaterstaat voor dit deel van het buitendijks gebied (zie figuur 5.1). Voor het resterende buitendijkse gebied moet deze vergunning wel aangevraagd worden.

Het natuurgebied aan de zuidzijde van De Esch is in de "Beleidslijn Grote Rivieren" gekenmerkt als bergend regime (zie figuur 5.1). Waar het 'bergend' regime geldt worden (bouw)activiteiten toegestaan mits deze voldoen aan de algemene rivierkundige voorwaarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1003DWLdeEsch-oh01_0013.gif"

Figuur 5.1 Primaire waterkeringen en beschermingszones DWL-de Esch

Het plangebied is relatief veilig voor overstroming vanuit de Nieuwe Maas. De ontwikkelingen leiden niet tot veranderingen in de kans op overstromening, de potentiële schade neemt echter wel toe. Het overstromingsrisico zal in totaal niet significant toenemen.

Ter plaatse van de Plantagelaan wordt geadviseerd 0,5 meter hoger dan huidig maatgevende hoogwaterstand te bouwen. (3,4 + 0,5 = 3,9 +NAP)

5.3.4 Riolering

Het gehele plangebied wordt bemalen door hoofdrioolgemaal de Groene Wetering, waarna het rioolwater afgevoerd wordt via een persleiding naar RWZI Kralingseveer. Voor piekafvoeren treedt in eerste instantie een overstortbemaling in werking die overstort op de Nieuwe Maas afvoert (IGWR, 2006) om overstorten op het binnenwater te voorkomen. Er ligt een rioolwaterpersleiding aan de zuidoostkant van de Oude Plantage.

Langs de Van Ghentkazerne ligt een absoluut stelsel, waar alleen vuilwater op mag worden afgevoerd. Doordat in de huidige situatie problemen zijn met de rioolberging, zal het gemaal bij toekomstige ontwikkelingen verdiept moeten worden (IGWR, 2006). Verder is een regenwaterriool aanwezig. Bij de aanleg van het kantoor voor het SDDC met 200 tot 300 medewerkers wordt verwacht dat de belasting op het vuilwaterriool zal toenemen met 1,20 m³ per uur (uitgaande van 6 liter per uur per werknemer). Tevens worden er in totaal max 200 woningen extra in het bestemmingsplan toegevoegd. Hierdoor zal de rioolbelasting omhoog gaan. Uitgaande van een piek van 30 liter huishoudelijk afvalwater per woning per uur, wordt de extra toename door de extra woningen geschat op 6m3 per uur.

Uitgangspunt van Afdeling Watermanagement van Gemeentewerken is dat de ontwikkelaar de kosten draagt die het gevolg zijn van eventueel benodigde uitbreiding van het rioolstelsel. In overleg met Afdeling Watermanagement van Gemeentewerken moet besloten worden of uitbreiding van het gemaal Toepad noodzakelijk is. Hemelwater afkomstig van het dakoppervlak kan worden afgevoerd naar het bestaande regenwaterriool. Het huidige regenwaterstelsel is niet gedimensioneerd op een toename van 0,70 hectare verhard oppervlak. Bij planontwikkeling moet dan ook worden rekening gehouden met de mogelijkheid water vast te houden en te bergen op eigen terrein en dit vervolgens vertraagd af te kunnen voeren. Hemelwater afkomstig van schone oppervlakken, zoals daken en voetpaden kan rechtstreeks afgevoerd worden naar het oppervlaktewater.