Ontwikkelingen Reyerpark

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

5.2.1 Vooroverleg

In het kader van het overleg als bedoeld ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan 'Ontwikkelingen Reyerpark' voorgelegd aan de wettelijke overlegpartners. Van onderstaande instanties is een reactie ontvangen:

• 1. Waterschap Hollandse Delta;
• 2. Oasen N.V.;
• 3. N.V. De Nederlandse Gasunie.

Overleg met de provincie heeft plaatsgevonden via het zogenaamde E-formulier. Hieruit is gebleken dat er geen provinciale belangen spelen.

 

De ingediende overlegreacties zijn hieronder samengevat en voorzien van een beantwoording.

 

Ad. 1 Waterschap Hollandse Delta

Het plan geeft met betrekking tot de taken van het Waterschap geen reden tot het maken van opmerkingen.

 

Commentaar

Hiervan wordt kennis genomen. Bij eventuele vragen en/of opmerkingen zal de gemeente contact opnemen met de desbetreffende contactpersoon van het waterschap.

 

Ad.2 Oasen N.V.

Milieubeschermingsgebied
Het plangebied ligt midden in het milieubeschermingsgebied behorende bij de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland. Het grondwater ter plaatse dient als bron voor de lokale drinkwatervoorziening. Ter bescherming van de drinkwatervoorziening is door de provincie een aantal 'Milieubeschermingsgebieden voor grondwater' aangewezen waar extra aandacht voor de bodem en grondwaterkwaliteit is geregeld. Om de kwaliteit hiervan te waarborgen zijn er aanvullende regels opgesteld in de provinciale milieuverordening om het grondwater te beschermen. Afhankelijk van de betrokken zone geldt een lichter of zwaarder beschermingsregime.
Vanwege de ligging in het grondwaterbeschermingsgebied willen wij u adviseren om bij de nieuwe inrichting van de parkeergelegenheid de bodem vloeistofdicht te maken en af te laten wateren naar het riool. In verband met lekkende brommers en scooters willen wij dit ook adviseren voor de fietsenstalling.

Bronleidingen
In het plan lijkt de waterpartij op de bronleiding van Oasen te komen. Om te voorkomen dat de leiding moet worden verlegd, willen wij u verzoeken de bronleiding vrij te houden. Ter verduidelijking sturen wij een kaart mee waar de ligging van de bronleidingen op te zien is.

Oasen verzoekt tot slot op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkelingen.

Commentaar

De gemaakte opmerkingen worden meegenomen in het vervolg van het traject. De bestaande dekking wordt in stand gehouden. In het kader van de voorbereiding op de uitvoering zal de gemeente (projectleider) contact opnemen de betreffende contactpersoon van Oasen N.V.

Ad.3 N.V. Nederlandse Gasunie

In het plangebied is één hogedruk aardgastransportleiding van ons bedrijf gelegen. Planologisch gezien geeft het voorontwerpbestemmingsplan geen aanleiding tot het plaatsen van opmerkingen.

Aangezien er werken van infrastructurele aard zijn voorzien in het gebied van de leiding, dient wel technische afstemming plaats te vinden om de veilige en ongestoorde ligging van de aanwezige leiding, ten diensten van de openbare gasvoorziening, te waarborgen. Het verzoek is omtrent mogelijke consequenties en eventueel te treffen maatregelen tijdig overleg te plegen met de Nederlandse Gasunie.

Commentaar

In het kader van de voorbereiding op de uitvoering zal de gemeente (projectleider) contact opnemen de betreffende contactpersoon van de Nederlandse Gasunie.

5.2.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan 'Ontwikkelingen Reyerpark' heeft op grond van artikel 3.8 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening met ingang van 12 april 2013 gedurende zes weken (tot en met 24 mei 2013) ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn kon een ieder zienswijzen indienen bij de gemeenteraad.

In totaal zijn er 2 zienswijzen ingediend. Een zienswijze is ontvankelijk als deze uiterlijk 24 mei 2013 is ingekomen, dan wel per post is verzonden, waarbij de datum van de poststempel bepalend is. Beide zienswijzen voldoen aan dit criterium en zijn dan ook ontvankelijk.

De zienswijzen zijn hieronder samengevat/overgenomen en voorzien van een gemeentelijke reactie die cursief is weergegeven.

Zienswijze 1: Ridderkerkse Sportvereniging Saturnus '72

Aandacht wordt gevraagd voor het punt veiligheid en invalideparkeerplaatsen. Om deze reden wordt gevraagd een afscheiding te plaatsen tussen het clubhuis en de parkeerplaats/toegangsweg. Daarnaast is het verzoek een 'groene strook' te realiseren tussen de parkeerplaats en het clubhuis.

Verzocht wordt om geïnformeerd te worden of er een mogelijkheid bestaat om bij ons huidige handbalveld een tweede veld en/of beachhandbalveld te realiseren. Deze wens is al eerder neergelegd bij Sport en Welzijn.

Gemeentelijke reactie

Bij de inrichting wordt rekening gehouden met de landschappelijke inrichting en het gebruik voor bepaalde doelgroepen. Er wordt in het plan ook rekening gehouden met parkeren voor minder validen.

Het verzoek om een tweede veld en/of beachhandbalveld te realiseren valt buiten strekking van dit bestemmingsplan. Sport en Welzijn is in deze het aanspreekpunt.

Zienswijze 2: Oasen N.V.

Het plangebied ligt midden in het milieubeschermingsgebied behorende bij de Provinciale milieuverordening Zuid-Holland. In dit gebied is het verboden buiten inrichtingen een parkeergelegenheid te ontwikkelen (bepaling 3.2.1 lid g, van de PMV). Wel kan de Omgevingsdienst Haaglanden ontheffing verlenen als de parkeergelegenheid onder andere vloeistofdicht wordt uitgevoerd met correcte afwatering. Dit geldt ook voor het verplaatsen van het fiets- en brommerhok. Deze dient ook vloeistofdicht te zijn. Verder dient bij de aanleg van de parkeerplaats zand te worden gebruikt van ten minste categorie 'wonen'.

Verzocht wordt om op de hoogte gehouden te worden van de ontwikkelingen.

Gemeentelijke reactie

Voor de reconstructie van het parkeerterrein is ontheffing nodig van de provincie omdat de locatie binnen het waterbeschermingsgebied ligt. Voor deze zone gelden inderdaad weer meer restricties dan voor de boringsvrije zone. De parkeergelegenheid wordt vloeistofdicht uitgevoerd met correcte afwater mogelijkheden.

In de Provinciale milieu verordening wordt niets gezegd over het toepassen van het soort funderingsmateriaal. In bepaling 3.2.1., lid 1a, staat enkel dat er geen schadelijke stoffen op of in de bodem gebracht mogen worden.

Voor de hoogovenslakken is met onderzoek vastgesteld dat het om een niet schadelijke stof voor de bodem gaat (geen uitloging ed).

Oasen N.V. is benaderd met het onderzoeksrapport. Daarnaast om met het verzoek te overleggen of het akkoord is om het materiaal te hergebruiken. Mede vanwege de kosten en vanuit het duurzaamheidsprincipe (transport afvoer afvalstof en aanvoer van nieuw materiaal).

Conclusie

Beide zienswijzen leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en verbeelding van het bestemmingsplan zijn naar aanleiding van de ingediende zienswijzen niet gewijzigd.