Plan: | Park Ringdijk Slikkerveer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0597.BPSLIK2013PARKRING-OH01 |
Waterbeheer en watertoets
In een vroeg stadium van de planvorming moet overleg worden gevoerd met de waterbeheerder. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheergebied van het waterschap Hollandse Delta. Deze is verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.
Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagt de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt.
Gemeentelijk beleid
De hoofddoelstelling van het Waterplan 2 Ridderkerk (2008-2012) is: 'Het realiseren van een goed beheersbaar en aantrekkelijk watersysteem, met helder water van voldoende kwaliteit en gevarieerde veilige oevers, dat op de gewenste gebruiksfuncties is afgestemd. Het waterplan moet leiden tot een brede en integrale visie op het watersysteem.' In het waterplan staan de maatregelen beschreven die de gemeente Ridderkerk en waterschap Hollandse Delta tot 2012 uitvoeren om de waterkwaliteit van sloten en singels te verbeteren en de wateroverlast te beperken. Wateroverlast wordt aangepakt door ruimte voor water te creëren. Daarnaast worden maatregelen uitgevoerd om de kwaliteit van het water te verbeteren.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied ligt in de gemeente Ridderkerk en bestaat nu voornamelijk uit braakliggende grond/grasveld met aan de zuidwestzijde de recreatieplas Donkersloot. De bodem in het plangebied bestaat uit zeekleigronden. Er is sprake van grondwatertrap V en VI. Dit wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand minder dan 0,40 m onder maaiveld ligt en de gemiddelde laagste grondwaterstand meer dan 1,20 m onder maaiveld. De maaiveldhoogte in het plangebied ligt ongeveer op NAP.
Grondwaterbeschermingsgebied
Het plangebied ligt in de boringsvrije zone van een grondwaterbeschermingsgebied (figuur 4.1). Ter bescherming van de grondwaterkwaliteit dient voor bouwwerkzaamheden en graafwerkzaamheden dieper dan 2,5 m, of andere handelingen die de weerstand van de bodem kunnen aantasten, afstemming met de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland plaats te vinden. In hoofdstuk 5 en bijlage 6 van deze Provinciale milieuverordening zijn de bijbehorende voorschriften te vinden.
Figuur 4.1 Milieubeschermingsgebieden voor grondwater (uitsnede kaart 8 Krimpenerwaard/Alblasserwaard behorende bij de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland)
Waterkwantiteit
Aan de oostzijde van het plangebied op circa 330 meter afstand ligt rivier 'De Noord'. De Noord is de verbindende rivier tussen de Beneden Merwede-Oude Maas en de Nieuwe Maas-Lek. Bij Papendrecht splitst De Noord zich in twee takken, met in het midden het eiland Sophiapolder. De Noord is belangrijk voor de scheepvaart. Vooral binnenvaartschepen tussen Rotterdam en het achterland maken gebruik van de rivier. Ook de route gebonden recreatievaart maakt druk gebruik van De Noord. Om de rivier goed bevaarbaar te houden worden regelmatig baggeractiviteiten uitgevoerd.
In het zuidwesten van het plangebied ligt de recreatieplas 'Donkersloot'. De waterkwaliteit in deze plas is goed (zwemwater). Via de inlaat bij de haven wordt het ingelaten water eerst door voorbezinking en vervolgens door een lange verblijftijd in de watergang aan de binnenzijde van de dijk gezuiverd. Via een overlaat komt het voorgezuiverde water in de zwemplas ter verversing. Vanuit de zwemplas stroomt het water verder in zuidwestelijke richting via een overlaat op de tweede plas, die een natuurfunctie heeft.
Waterkwaliteit
De watergang De Noord behoort tot de KRW-waterlichamen. De Europese KRW-richtlijn moet ervoor zorgen dat het oppervlakte- en grondwater vanaf 2015 van een goede kwaliteit is.
Veiligheid en waterkeringen
Aan de noordoostzijde ligt het plangebied binnen de kern- en beschermingszone van een primaire waterkering, hierbinnen worden, anders dan de aanleg van groen en water, geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is (nog)niet aangesloten op een rioolstelsel.
Toekomstige situatie
Algemeen
Binnen het plangebied vinden diverse ontwikkelingen plaats, zo worden er een kerk en een clubgebouw voor de scouting gerealiseerd met bijbehorende parkeerplaatsen en een plein. Verder wordt binnen het plangebied een groene buffer en een nieuwe waterpartij gerealiseerd en wordt de recreatieplas Donkersloot aan de zuidzijde van het plangebied uitgebreid.
Waterkwantiteit
Toename in verharding dient gecompenseerd te worden. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor de versnelde afstroom van hemelwater een vergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Bij een toename aan verhard oppervlak van meer dan 250 m2 dient er volgens het beleid van waterschap Hollandse Delta 10% van de toename aan functioneel open water gerealiseerd worden.
Binnen het plangebied wordt circa 6.500 m2 nieuw verhard oppervlak gerealiseerd, er wordt echter ook circa 7.000 m2 nieuw wateroppervlak gerealiseerd. In de compensatie voor de toename in verhard oppervlak wordt derhalve ruimschoots voorzien.
Het realiseren van extra waterberging draagt bij aan de zelfvoorziening van het gebied. Hierdoor wordt het watersysteem veerkrachtiger en duurzamer.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Veiligheid en waterkeringen
De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Voor de onderhavige woningbouw is dan ook een ontheffing noodzakelijk. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.
Conclusie
De uitvoering van voorliggende bestemmingsplan heeft door de ontwikkeling van natuur en extra waterberging positieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.