Plan: | JOP Kraaihoek Middenpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0590.pb01JOPDreeslaan-3001 |
Beleid en normstelling
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden voorkomen dat deze in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Bij ontwikkelingen dient voldoende oppervlaktewaterberging te zijn en moet rekening worden gehouden met infiltratie en afvoer van kwalitatief goed water om vervuiling van bodem en milieu te voorkomen. Bij het realiseren van meer verhard oppervlak dient dit te worden gecompenseerd in oppervlaktewater.
Onderzoek en conclusie
Voor ontwikkelingen waarbij de oppervlakte aan verharding minder dan 500 m² toeneemt, hoeft geen compensatie plaats te vinden. De aard en omvang van de JOP met bijbehorende verharding zijn dusdanig kleinschalig (maximaal 20 m²) dat oppervlaktewatercompensatie niet nodig is. De extra verharding zorgt namelijk niet voor een hogere belasting op het oppervlaktewater- en hemelwaterafvoernetwerk. Bij de keuze van materialen dient er rekening mee te worden gehouden dat deze geen uitlogende, of anderszins milieuvervuilende, eigenschappen mogen hebben om de milieukwaliteit van onder andere de bodem te waarborgen.