Plan: | Bedrijventerrein Oosteind |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0590.bp04Oosteind-3002 |
Zoals in de inleiding is gesteld, is het bestemmingsplan hoofdzakelijk consoliderend van aard, waarbij een globale wijze van bestemmen is toegepast. Recente ontwikkelingen (vergunde bouwplannen) zijn daarbij - vergelijkbaar met reeds bestaande situaties - voorzien van een passende regeling. Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de daarbij behorende ministeriële regelingen dienen bestemmingsplannen op vergelijkbare wijze opgebouwd, gepresenteerd en tevens digitaal uitwisselbaar gemaakt te worden. De regeling is afgestemd op de Wro, Bro en daarbij behorende ministeriële regelingen. Hiermee wordt de rechtsgelijkheid en de uniformiteit binnen de gemeentelijke c.q. landelijke bestemmingsplannen gediend.
Op basis van dit bestemmingsplan zullen herontwikkeling en revitalisering zonder verdere uitwerking van de bestemmingen of andere juridisch-planologische procedures kunnen worden uitgevoerd binnen de bouw- en gebruiksmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Het bestemmingsplan is consoliderend van aard wat betreft de toegelaten functies. Deze systematiek is conform bestemmingsplan Industrieterrein Oosteind (1977). Wel is een nieuwe milieuzonering over het bedrijventerrein gelegd, zodat bij herontwikkeling en revitalisering optimaal rekening kan worden gehouden met de omgeving.
Daarnaast vervult het plan, na realisatie van de herinrichting, een belangrijke beheer- en gebruiksfunctie. Iedere functie in het plangebied is voorzien van een daarop toegesneden bestemmingsregeling. Ten behoeve van de beoogde herontwikkeling en revitalisering is de nodige flexibiliteit in het plan ingebracht door middel van de opname van algemene ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden. Deze planvorm biedt flexibiliteit voor de beoogde herontwikkeling en revitalisering en tegelijkertijd rechtszekerheid voor de bewoners en gebruikers van de aangrenzende gebieden. De omvang van de diverse functies is vastgelegd in de bestemmingsregeling. Door deze wijze van bestemmen, zijn de functies ruimtelijk begrensd.