direct naar inhoud van 4.7 Wegverkeerslawaai
Plan: Bedrijventerrein Oosteind
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.bp04Oosteind-3002

4.7 Wegverkeerslawaai

Toetsingskader

De ontwikkelingen op bedrijventerrein Oosteind hebben mogelijk gevolgen voor de geluidsbelasting ter plaatse van aanwezige bedrijfswoningen. Deze bedrijfswoningen zijn, ondanks hun ligging op een gezoneerd industrieterrein, op het gebied van wegverkeerslawaai geluidsgevoelig (maar niet voor industrielawaai). Uitgangspunt is dat op het bedrijventerrein geen nieuwe bedrijfswoningen rechtstreeks zijn toegestaan.

In het kader van dit planMER is het uitstralingseffect bezien. Het gaat daarbij om de effecten van de ontwikkeling met betrekking tot wegverkeerslawaai langs de wegen die het bedrijventerrein ontsluiten, daar waar sprake is van een verkeerstoename als gevolg van de daadwerkelijke ontwikkelingen. Voor toetsing van het uitstralingseffect bestaat geen wettelijk kader. In dit onderzoek is als uitgangspunt gehanteerd, dat alle wegen waar sprake is van een intensiteitstoename van = 20% en waarlangs geluidsgevoelige bestemmingen aanwezig zijn, onderzocht moeten worden. Bij een toename van = 20% is er namelijk pas een significant effect op de geluidsbelasting. Bij een toename van de verkeersomvang met minder dan 20% is er sprake van een geluidstoename van minder dan 1 dB (wat voor het menselijk oor niet hoorbaar is).

Onderzoek, conclusie en vertaling naar verbeelding en regels

Op geen enkele weg zal een verkeerstoename van meer dan 20% plaatsvinden wanneer de ontwikkelingen op het bedrijventerrein worden doorgevoerd. Verder akoestisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk. De ontwikkelingen op het bedrijventerrein leiden niet tot een significante verslechtering van het akoestisch klimaat. Dit aspect behoeft geen vertaling in verbeelding en regels.