Status: | vastgesteld |
---|
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 150kV-ondergronds kabeltracé Dordrecht Merwedehaven - Alblasserdam met identificatienummer NL.IMRO.0590.BP11150kVtrace-3001 van de gemeente Papendrecht.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt. Een aanbouw wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
het door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, dan wel het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
bouwwerk geen gebouw zijnde. Een ander bouwwerk met dak wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde, met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een aan de woning ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, echter zonder dat anderszins sprake is van horeca. Onder Bed & Breakfast vallen in ieder geval niet overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering noodzakelijk is.
(deel van een) pand dat een kenmerkend onderdeel van het historisch aanzicht van Papendrecht vormt.
een strook grond ter plaatse van en ter weerszijden van de hoogspanningsverbinding die dient om de veiligheid en het ongestoord functioneren van de verbinding te kunnen garanderen.
feitelijk (duurzaam) aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een vrijstaand gebouw dat functioneel en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw waar het bij hoort. Een bijgebouw bij een woning is ondergeschikt aan de woonfunctie, bijvoorbeeld een garage of berging. Een bijgebouw wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
een bouwwerk ten dienste van de geleiding van de groeirichting van bomen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een kelder en de ruimte(n) in de kap, met een hoogte van minimaal 2.40 meter.
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een op de grond staande overkapping van één bouwlaag bij een bestaande (bedrijfs)woning of een bestaand woongebouw, die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor motorvoertuigen, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door de (bedrijfs)woning of daarbij behorende bijgebouwen en/of ondersteuningen van de overkapping. Een carport wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
uitbreiding van de woning waarbij een (gedeeltelijke) verdieping bovenop de woning wordt aangebracht, waarmee een nieuwe ruimte wordt gecreëerd of een bestaande ruimte wordt vergroot. Dit resulteert in een wijziging van de vorm en het profiel van het dak, waarbij de bestaande bouw- of goothoogte meestal wordt verhoogd.
Verschillende vormen van dakopbouw
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel moet ook verstaan worden commerciële dienstverlening zoals schoenmakers en vergelijkbare bedrijven.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder tevens belwinkel en internetcafé. De commerciële uitoefening van maatschappelijke functies wordt hieronder ook begrepen.
al dan niet bebouwd perceel exclusief hoofdgebouw, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voor zover de beheersverordening die inrichting niet verbiedt.
bouwwerk ten behoeve van de afbakening van een erf.
een weg met een verblijfsfunctie, bestemd voor het toegankelijk maken van percelen en die gekenmerkt wordt door het ontbreken van rijbaanscheiding en een scheiding van snel- en langzaam verkeer.
ondergeschikte toevoeging van maximaal één bouwlaag aan de gevel van een gebouw. Een erker wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
een weg die zowel doorstroming als uitwisseling tot doel heeft en gekenmerkt wordt door scheiding van snel- en langzaamverkeer (parallelle fietspaden) en gelijkvloerse kruisingen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging, in een bestemmingsplan of beheersverordening een geluidzone moet worden vastgesteld.
een denkbeeldige lijn ter plaatse van de voorgevel van een gebouw, zoals dat blijkens de verbeelding aanwezig is, en het verlengde daarvan (tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen).
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. Het hoofdgebouw bij de woonbestemmingen is aangegeven door middel van een bouwvlak.
Een ondergrondse (hoogspannings)verbinding die is bestemd voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van maximaal 150 kiloVolt (kV);
een ruimte die of gebouw dat door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard ten behoeve van derden, zonder baliefunctie.
wettelijke regels, opgesteld door het waterschap, waarin regels zijn opgenomen voor het bouwen en het gebruik van de gronden die aan een waterloop of (binnen een) waterkering zijn gelegen;
een niet zelfstandig dragende horizontale overbouwing, welke slechts bestaat uit een constructie tegen weersinvloeden tegen de muur van een gebouw aangebracht meestal boven een deur, raampartij of gehele pui. Een luifel wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
de hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de bestaande bebouwing;
vergroting van de ruimte onder een zadeldak, waarbij het voordakvlak wordt verlengd en de nok hoger en verder naar achter komt te liggen. Aan de achterkant wordt een nieuwe goot gecreëerd, met tussen die goot en het dakvlak een kozijn.
Nokverhoging
werkzaamheden die periodiek moeten worden uitgevoerd ter instandhouding van de met de bestemming beoogde doeleinden;
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, bemalingsinstallaties, gemalen, telefooncellen, bluswatervoorzieningen en zendmasten.
ruimte die voor iedereen toegankelijk is;
een weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een op de grond staand bouwwerk geen gebouw zijnde van één bouwlaag, voorzien van een gesloten dak zonder wanden. Een overkapping wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een perceel.
een bedrijf of inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het planologisch toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin bedrijfsmatig handelingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden tevens begrepen:
openbaar toegankelijke voorziening bestaande uit een of meer speeltoestellen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, met de daarbij behorende voorzieningen.
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts)voorzieningen, zoals:
een weg met een primaire verkeersfunctie, bedoeld voor een zo veel mogelijk conflictvrije afwikkeling van gemotoriseerd verkeer, die gekenmerkt wordt door een fysieke rijbaan-scheiding en ongelijkvloerse kruisingen.
min of meer afgescheiden plek in de buitenlucht behorende bij een naast- of nabijgelegen horecabedrijf waar eten en drinken kan worden genuttigd.
gedeelte van het erf dat geheel of gedeeltelijk is ingericht met gazons, planten en/of bomen.
erf dat geen onderdeel uitmaakt van het achtererfgebied.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg (danwel evenwijdig aan de dijk) en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt. De voorgevel van patio-/kwadrantwoningen is de gevel ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'.
die zijde van een hoofdgebouw waar zich de voorgevel bevindt.
verkoop van goederen zonder dat sprake is van uitstalling ten verkoop en een baliefunctie of anderszins een publieksaantrekkende werking, waarbij uitsluitend contact wordt gelegd via internet en het enkel verzending van goederen vanuit de woning betreft.
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat kamerverhuur in een pand beperkt is en blijft tot maximaal vier personen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het op dat perceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen of dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 70% van de breedte van de achtergevel of meer dan 50% van de breedte van de overige gevels, is de goot, de druiplijn of het boeiboord van die dakkapel of dakopbouw maatgevend voor het bepalen van de goothoogte.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | SBI-code 1993 | uit ten hoogste milieucategorie |
specifieke vorm van bedrijventerrein - 7 | 281 | 4.1 |
met dien verstande dat:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op deze gronden mogen gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Een seksinrichting is enkel toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.1 onder d, teneinde een kantoorvloeroppervlakte van ten hoogste 3.000 m² toe te staan, mits het kantooraandeel niet meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte. Toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid is uitsluitend toegestaan, indien de milieuhygiënische situatie en de externe veiligheidssituatie ter plaatse vestiging niet in de weg staat.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.1 onder f waarbij ingeval van ontwikkelingen niet behoeft te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, indien:
Het college van burgemeester en wethouders kan het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, mag na planwijziging niet minder bedragen dan de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig te wijzigen dat risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten dienste van het openbaar nut (nutsvoorzieningen).
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten behoeve van of in de vorm van:
De bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken zonder dak gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor (volks)tuinen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op de voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 20 meter.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 10.2 onder a. voor de bouw van andere dan de genoemde andere bouwwerken, zoals voederplaatsen en steigers, mits:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op de voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken zonder dak gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.3 onder h. ten behoeve van het realiseren van een eenlaags opbouw op een aangebouwd bijbehorend bouwwerk naast de woning , onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.3 onder h. ten behoeve van het realiseren van een tweelaags opbouw op een aangebouwd bijbehorend bouwwerk naast de woning, onder de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11.3.1.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.3 onder a. ten behoeve van het realiseren van een uitbreiding aan de voorzijde van de woning in de vorm van een erker, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.3 onder b. ten behoeve van het bouwen van een praktijk- en/of kantoorruimte aan huis voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.2 onder f. ten behoeve van een nokverhoging onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.2 onder f. ten behoeve van een dakopbouw onder de volgende voorwaarden en/of in de volgende gevallen:
De uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten aan huis en aan huis verbonden beroepen is onder de volgende voorwaarden toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is (per aanduiding) maximaal 1 detailhandelsvestiging toegestaan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.4.1 onder i. ten behoeve van het realiseren van een toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid in de vorm van een bed & breakfast, onder de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'Karakteristiek' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige cultuurhistorisch waardevolle en/of karakteristieke bebouwing (beeldbepalende panden) geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 11.6.1 is niet van toepassing op:
Voor de beslissing omtrent de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.6.1 geldt het toetsingskader ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor een aardgastransportleiding.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 12.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) zoals opgenomen in dit bestemmingsplan, mede bestemd voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding van 150 kiloVolt (kV) met de bijbehorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn de artikelen 12.4.1, 14.4.1, 15.4.1, 16.4.1, 17.4.1 en 18.2 niet van toepassing gelet op de aanleg van de ondergrondse hoogspanningsverbinding zoals door middel van voorliggend bestemmingsplan en regels mogelijk wordt gemaakt.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde voor de andere daar voorkomende bestemmingen is het verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Leiding - Hoogspanning' mede bestemde gronden.
Het in lid 13.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de ondergrondse hoogspanningsleiding, met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 13.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Het in lid 13.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het in lid 13.4.1 genoemde verbod een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verlenen:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) zoals opgenomen in dit bestemmingsplan, mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van 150 kiloVolt (kV) met de bijbehorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde voor de andere daar voorkomende bestemmingen is het verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' mede bestemde gronden.
Het in lid 14.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bovengrondse hoogspanningsleiding, met een maximale bouwhoogte van hoogspanningsmasten van 85 meter;
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 14.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Het is verboden om op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
Het in lid 14.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het in lid 14.4.1 genoemde verbod een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verlenen:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor een rioolpersleiding.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 15.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor een hoofdwaterleiding.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en bescherming van de aanwezige of te verwachten archeologische waarden conform de Beleidskaart archeologie die als Bijlage 1 bij de regels is gevoegd.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Op de voor 'Waarde - Archeologie' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 17.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 17.2 mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad.
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 17.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als genoemd in artikel 17.4.1 wordt slechts verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de bescherming van de archeologische waarden, op grond waarvan de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2. Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
bouwhoogte | ||
- | van erf- en terreinafscheidingen bij bedrijven | 3 m |
- | van erf- en terreinafscheidingen bij bedrijfswoningen tussen de voorgevel en/of het verlengde daarvan en de openbare weg | 1 m |
- | van erf- en terreinafscheidingen bij bedrijfswoningen elders | 2 m |
- | van vrijstaande antennes anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast | 15 m |
- | van lichtmasten | 9 m |
- | van overkappingen | 8 m |
- | van (schotel)antennes ten behoeve van mobiele telecommunicatie | 6 m |
- | van silo's | 12 m |
- | van (transport)kranen | 45 m |
- | van tuinmeubilair | 2 m |
- | nutsvoorzieningen | 4 m |
- | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de verbeelding en Hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouw(onder)delen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, zonnepanelen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen ten hoogste 3 m bedraagt.
Voor het bouwen van boomgeleidingsconstructies gelden de volgende regels:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt, tenzij in de afzonderlijke bestemming anders is geregeld, in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van de gronden en/of bouwwerken:
Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 22.1.1, met dien verstande dat de geluidsbelasting vanwege industrielawaai aan de gevels van de te realiseren geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie - De Staart' gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie - Oosteind' gelden de volgende regels:
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' zijn geluidzoneringsplichtige inrichting:en toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' de volgende regels:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen vaarweg, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.6.1 in die zin dat bouwwerken, worden gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan, mits hierdoor geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, een omgevingsvergunning verlenen voor:
Het college van burgemeester en wethouders kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt:
waarbij deze voorrangsregels niet van toepassing zijn op de aanleg van het ondergronds 150 kV-kabeltracé.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 26.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 26.1 met maximaal 10%.
Lid 26.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 26.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 26.4, na inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 26.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels behorende bij het bestemmingsplan 150kV-ondergronds kabeltracé Dordrecht Merwedehaven - Alblasserdam.