In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB’21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de “watertoets”: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem. Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder(s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies in de vorm van een watertoets. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van het overleg opgenomen. Op basis van de watertoets zal de waterbeheerder Keurontheffing en, indien nodig, een Wvo-vergunning (Wet verontreiniging oppervlaktewater) verlenen.
Beleid algemeen
Het algemene waterbeleid dat op het plangebied van toepassing is, staat beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding van de Rijksoverheid (zie hoofdstuk 3) en het beleid van het Waterschap Hollandse Delta. Daarnaast zullen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de komende jaren richtinggevend worden voor het regionale waterbeheer in Nederland.
Waterwet (2009)
Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de 'watersysteembenadering'. Het doel van de waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, w.o. de Kaderrichtlijn Water. Een opvallend feit is dat met de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet de Wvo-vergunning voor het lozen vanuit gemeentelijke rioolstelsels op het oppervlaktewater en de heffing op riooloverstorten verdwijnen. Deze worden vervangen door algemene regels die zijn geformuleerd in het Besluit lozen buiten inrichtingen (AMvB). Niet alles is echter onder te brengen in de algemene regels. Daartoe introduceert de Waterwet de integrale watervergunning. In de integrale watervergunning gaan zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) op in één aparte watervergunning.
NBW en KRW
Naast het beleid en beheer van het waterschap voor de betreffende regio zullen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de komende jaren richtinggevend worden voor het regionale waterbeheer in Nederland. Het NBW betreft vooral kwantiteitsaspecten van het waterbeheer, zoals de waterberging bij hevige regenval. De KRW richt zich met name op de chemische en ecologische waterkwaliteit. Waterschap Hollandse Delta is volop bezig met beide richtlijnen. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen gaan dit samen aanpakken. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water.
Beleid Waterschap Hollandse Delta
Het waterbeheer van de kern Westmaas is in handen van het Waterschap Hollandse Delta. Hollandse Delta heeft als kerntaak te zorgen voor goed waterbeheer in Zuid-Holland Zuid. Goed waterbeheer is van groot belang in dit drukke gebied met veel bedrijvigheid. De vele functies die het gebied kent, vragen elk om een bepaalde manier van goed waterbeheer. Bij dit alles staat de waterveiligheid voorop.
In het waterbeheerplan 2009 - 2015 staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid én om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.
Beleid Binnenmaas 'Waterplan Binnenmaas'
In het integraal waterbeheersplan staat dat de waterbeheerder(s) stedelijke waterplannen moeten opstellen, dit is naar aanleiding van het beleid zoals is beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding. De gemeente Binnenmaas en het Waterschap Hollandse Delta hebben daartoe besloten een integraal waterplan op te stellen voor de zes dorpskernen Puttershoek, Maasdam, Mijnsheerenland, Heinenoord, Westmaas en s’-Gravendeel. Ten behoeve van het waterplan zijn alle watergangen binnen de dorpskernen geïnventariseerd. Het gemeentelijk waterplan van de gemeente Binnenmaas is halverwege 2004 gereed gekomen en omvat het waterbeleid voor alle kernen in de gemeente Binnenmaas. Het definitieve hoofdrapport is 12 januari 2006 vastgesteld en in uitvoering. De opgenomen maatregelen worden sindsdien per kern uitgevoerd. De gemeente en het waterschap hebben voor het waterplan een centrale doelstelling opgenomen, te weten: "Met het gemeentelijk waterplan Binnenmaas wensen de waterpartners een lange termijn visie voor het waterbeleid binnen de bebouwde kom op te stellen dat is uitgewerkt in een maatregelenplan. Met de uitvoering van het maatregelenplan wordt het watersysteem op orde gebracht. Tevens dient het waterplan als uitgangspunt voor de watertoets die sinds 1 november 2003 verplicht is."
In het waterplan van de gemeente Binnenmaas streeft men naar het verkrijgen van een goed en gezond watersysteem.