direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein
Plan: Klein Koninkrijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPSGDklkoninkrijk-VG01

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.1': bedrijven uit categorie 5.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.2': bedrijven uit categorie 5.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 383201, uit de ten hoogste categorie 5.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'haven': een bedrijfshaven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend opslag van goederen;
  • h. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, nutsvoorzieningen, opslag, verkeers- en parkeervoorzieningen, scheepvaartverkeerstekens, laad- en losvoorzieningen, water en groen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  • d. de goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 20 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder sub a bedraagt de bouwhoogte van kranen ten hoogste 35 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  • b. detailhandel is niet toegestaan;
  • c. buitenopslag met een totale stapelhoogte van meer dan 6 m is op onbebouwde gronden in geen geval toegestaan;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder lid c is ter plaatse van de aanduiding 'opslag' opslag van goederen toegestaan tot een maximum oppervlak van 3.000 m² met een maximum stapelhoogte van ten hoogste 3 m;
  • e. opslag van en groothandel in meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • f. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • g. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • h. kantoorruimte ten behoeve van een bedrijf is toegestaan tot een oppervlak van ten hoogste 10% van het bouwperceel; kantooroppervlak van meer dan 3.000 m² per bouwperceel is in geen geval toegestaan.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.
3.5 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 sub d om een hogere goothoogte toe te staan, mits:

  • a. de overschrijding van de goothoogte ten hoogste 50% bedraagt;
  • b. het gezamenlijk grondoppervlak van de betreffende gebouwen niet meer bedraagt dan 20% van het maximum te bebouwen oppervlak.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsbevoegdheid voor bedrijfsactiviteiten
  • a. burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen indien vernieuwde inzichten en/of technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
  • b. de bedrijfsactiviteiten die door middel van deze wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt worden, dienen wat betreft invloed op de omgeving te behoren tot een categorie van bedrijfsactiviteiten die in dit bestemmingsplan reeds is toegestaan.