direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: 4e uitwerkingsplan Rijnfront
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 11 WRO uitwerking
IMRO-idn: NL.IMRO.0579.UP4Rijnfront-VG01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, daaronder begrepen aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erven, tuinen, water, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Op grond met deze bestemming mag bebouwing worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" op de verbeelding mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • c. de afstand van de zijgevels van de vrijstaande woningen tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt tenminste 1,5 meter;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen" op de verbeelding mogen woningen worden gebouwd waarvan één zijgevel van het hoofdgebouw op de zijdelingse perceelgrens mag worden gebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "aaneengebouwd" mogen woningen worden gebouwd waarvan beide zijgevels op de zijdelingse perceelsgrenzen zijn gebouwd;
  • f. goothoogte, bouwhoogte, aantal woningen en bebouwingspercentage mogen niet groter zijn dan op de verbeelding is aangegeven;
  • g. bij elke woning wordt ten minste 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd.
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

op grond met deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. steigers mogen worden gebouwd mits
    • 1. de steiger niet wordt gebouwd aan een doorgaande vaarweg;
    • 2. de breedte van de steiger niet groter is dan de helft van de perceelsbreedte;
    • 3. de hoogte van de steiger niet groter is dan 1 meter;
  • b. behoudens erf- en terreinafscheidingen mogen geen bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht voor de voorgevelrooilijn;
  • c. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn is niet groter dan 1 meter;
  • d. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn is niet groter dan 2 meter;
  • e. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijnde is niet groter dan 3 meter.
  • f. in afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.1sub a mag buiten het bouwvlak een schiphuis worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. een schiphuis mag uitsluitend worden gebouwd bij een vrijstaande woning;
    • 2. de oppervlakte van het schiphuis is niet groter dan 25 m² ;
    • 3. de goothoogte van het schiphuis is niet groter dan 3 meter;
    • 4. de bouwhoogte van het schiphuis is niet groter dan 5 meter.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Gebruiksregels
  • 1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming;
  • 2. onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen het gebruik van (onderdelen van-) een woning voor een aan huis verbonden bedrijf;
  • 3. gebruik van ruimten binnen de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende regels:
    • a. ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van de woning tot ten hoogste 30 m² mag worden gebruikt voor het aan-huis-verbonden beroep;
    • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • c. door degene die de activiteit ontplooit kan worden aangetoond dat de activiteit geen extra parkeerruimte vereist binnen het openbaar gebied;
    • d. er mag geen detailhandel, groothandel of horeca-activiteit plaatsvinden;
    • e. onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen het gebruik van ruimten binnen de woning en bijbehorende bouwwerken voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 6.4 lid 2 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning enop het erf voor een publieksaantrekkende bedrijfsactiviteit aan huis voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende regels:
    • a. ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van -bij elkaar geteld- de woning en de bijbehorende bouwwerken, tot ten hoogste 50m² mag worden gebruikt voor eht aan huis verbonden bedrijf;
    • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • c. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd;
    • d. het bedrijf dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
    • e. de activiteit mag niet vergunningplichtig ingevolge de Wet milieubeheer zijn;
    • f. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met het aan-huis-verbonden beroep;
  • 2. Burgemeester en wethouders wijken af van het bepaalde in lid 6.4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige beleid, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.