Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Parapluplan Parkeren Oegstgeest 2021
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0579.BPParkerenOEG-VA01

Toelichting

hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Het parkeerbeleid voor Oegstgeest is geactualiseerd en opgenomen in de Parkeernota Oegstgeest 2021; zie bijlagen bij toelichting, bijlage 1. De juridische basis voor parkeerbeleid ligt voor een groot deel in de bestemmingsplannen. Daarom is in de afzonderlijke bestemmingsplannen vaak iets opgenomen over parkeren, met name parkeernormen. Om bij ontwikkelingen en het verlenen van omgevingsvergunningen het actuele parkeerbeleid inclusief de parkeernormen van toepassing te laten zijn voor heel Oegstgeest, is het voorliggende parapluplan opgesteld. Dit parapluplan vervangt het op 21 juni 2018 vastgestelde 'Parapluplan Parkeren'.
 
Voor het algemene parkeerbeleid wordt daarom verwezen naar de Parkeernota Oegstgeest 2021, of naar de meest recente opvolger daarvan. Bestemmingsplan-specifieke zaken zoals het regelen of verbieden van parkeren op eigen terrein, blijven onverminderd geldig.
1.2 Ligging en begrenzing
Voorliggend plan omvat het gehele grondgebied van de gemeente Oegstgeest. Op navolgende afbeelding is de gemeentegrens te zien van de gemeente Oegstgeest.
 
Figuur1 Gemeentegrens Oegstgeest
1.3 Werkwijze en opzet van toelichting
Voorliggend plan voorziet in de juridische borging van het aspect parkeren. Met de vaststelling van deze thematische herziening wordt de parkeerregeling van toepassing verklaard voor alle geldende bestemmingsplannen binnen de gemeente Oegstgeest. Tegelijkertijd blijven de parkeerregelingen in de geldende bestemmingsplannen onverminderd van kracht, voor specifieke zaken waar de Parkeernota Oegstgeest 2021 niet op ingaat.
 
Voor de toelichting betekent het bovenstaande dat dit bestemmingsplan een andere opzet kent dan gebruikelijk. Aspecten zoals de beleidskaders en de uitvoerbaarheid met betrekking tot milieuaspecten zijn niet van toepassing op dit plan en komen dan ook niet ter sprake.
 
In de toelichting wordt wel ingegaan op de huidige beleidssituatie van het parkeren in de gemeente Oegstgeest (hoofdstuk 2), de juridische planopzet (hoofdstuk 3) en de planprocedure (hoofdstuk 4).
 
hoofdstuk 2 Parkeerregeling in Oegstgeest
Dit bestemmingsplan is parallel aan de Parkeernota Oegstgeest 2021 opgesteld en wordt, na het doorlopen van de gebruikelijke procedure, vastgesteld door de raad. In de parkeernota worden de parkeernormen genoemd voor nieuwe situaties -nieuwbouw, verbouw of functiewijziging- om te bepalen of sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
 
Voorbeeldregeling 
In de meeste van kracht zijnde bestemmingsplannen binnen de gemeente Oegstgeest is een parkeerregeling opgenomen. In sommige gevallen betreft dat een specifieke parkeerregeling binnen bepaalde bestemmingen, waarbij parkeernormen worden benoemd. In recente bestemmingsplannen betreft het een regeling voor 'Voldoende parkeergelegenheid' in de Algemene regels. Deze luidt als volgt:
  1. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  2. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  3. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a. en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie. 
Deze regeling vormt de basis voor het voorliggende parapluplan, maar met een aantal nuanceringen. Deze komen in het volgende hoofdstuk aan bod.
 
Bestaande parkeerregelingen in bestemmingsplannen 
Daarnaast wordt de regeling in het voorliggende parapluplan aangevuld met een bepaling waarmee de parkeerregelingen zoals die reeds in bestemmingsplannen zitten, intact blijven voor specifieke aspecten waar de Parkeernota niet op ingaat, zoals bepalingen voor parkeren op eigen terrein. Dat biedt rechtszekerheid voor de betrokken bewoners of initiatiefnemers, dat zij kunnen vertrouwen op specifieke zaken die in een eerder stadium zijn vastgelegd.
 
Een uitzondering wordt gemaakt voor een tweetal bestemmingsplannen ('Haaswijk' en 'Voscuyl en Bloemenbuurt'), waarin weliswaar een parkeerregeling voorkomt, maar waar de parkeerregeling, door een fout in die plannen, niet functioneert. Het voorliggende parapluplan voorziet voor deze twee bestemmingsplannen in een parkeerregeling. Hierbij blijven alle andere bepalingen van die bestemmingsplannen onverminderd van kracht.
 
Daarnaast blijven de parkeerregelingen in de bestemmingsplannen 'Nieuw-Rhijngeest Zuid (wonen)' en 'Nieuw-Rhijngeest Zuid (bedrijven)' in tact.
 
hoofdstuk 3 Juridische planopzet
Algemene achtergrond
Op basis van artikel 3.1.2 lid 2 sub a van het Besluit ruimtelijke ordening kan een bestemmingsplan regels bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Van belang daarbij is dat het algemeen gekende en geaccepteerde beleidsregels zijn. Het voordeel van deze benadering is dat de beleidsregel zelf direct juridisch verankerd is via het bestemmingsplan én betekent dat, dat als de beleidsregel wordt aangepast, die vanzelf óók verankerd is in het daarvoor opgestelde bestemmingsplan. Het gaat hier om een parapluherziening, aanvullend op alle bestemmingsplannen, inclusief uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen in de gemeente Oegstgeest.
 
Voorwaardelijke verplichting & gebruik
Het voorzien in de juiste en voldoende parkeervoorzieningen is een voorwaardelijke verplichting. Dat betekent dat het niet alleen getoetst wordt op het moment dat een vergunning wordt verleend maar dat daarna ook voorzien moet worden in de juiste instandhouding van de voorzieningen.
 
De behoefte aan parkeervoorzieningen komt voort uit het gebruik van gronden en opstallen. Het is daarmee een 'gebruiksregeling' en niet een bouwbepaling. Dat betekent dat er aan moet worden voldaan ongeacht of er (al dan niet vergunningplichtig) gebouwd wordt. 
 
Verbeelding 
Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uitsluitend uit regels, en geen bestemmingen. Om die reden bestaat de verbeelding uit niet meer dan de bepaling van het plangebied (in dit geval het gehele gemeentelijke grondgebied).
 
Parkeerbeleid
In de binnen de gemeente gehanteerde regeling wordt verwezen naar de op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels. In het voorliggende parapluplan wordt dit nader gespecificeerd, waarbij verwezen wordt naar de Parkeernota Oegstgeest 2021 of de opvolger daarvan. Door hiervoor een bepaling op te nemen wordt te zijner tijd aan de hand van de geactualiseerde Parkeernota bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
 
Er wordt in eerste instantie uitgegaan van parkeren op eigen terrein. Mocht dat niet (geheel) lukken dan komen parkeermogelijkheden in de omgeving in beeld. Dit wordt geregeld via een afwijkingsbevoegdheid.
  
Bestaande regelingen
In verschillende bestemmingsplannen, zoals deze nu gelden binnen de gemeente, zijn regelingen opgenomen voor het parkeren. Deze regelingen blijven onverminderd van kracht voor zover deze specifiek zijn voor het betreffende bestemmingsplan en zaken betreft waarop de Parkeernota niet in gaat. Dit met uitzondering van de bestemmingsplannen 'Haaswijk' en 'Voscuyl en Bloemenbuurt', waarin de daar in opgenomen parkeerregelingen niet functioneren. Het voorliggende parapluplan voorziet om die reden ook voor deze twee bestemmingsplannen in een adequate parkeerregeling.
Voor de bestemmingsplan 'Nieuw-Rhijngeest Zuid (wonen)' en 'Nieuw-Rhijngeest Zuid (bedrijven)' wordt een uitzondering gemaakt. De betreffende bestemmingsplannen kennen aparte parkeerregelingen die blijven gelden na vaststelling van het 'Parapluplan Parkeren Oegstgeest 2021'.
 
Afwijken
Het gemeentelijke parkeerbeleid is generiek beleid. Dat beleid kan, om plan- en/of locatiespecifieke redenen, te streng zijn. Daarom kan afgeweken worden. In dat kader is een goede motivering nodig. Het gaat in het voorliggende parapluplan om de volgende situaties:
  1. afwijken van het parkeren op eigen terrein. Mocht het niet mogelijk zijn om (geheel of gedeeltelijk) op eigen terrein te parkeren, dan mogen nieuwe of bestaande parkeergelegenheden in de omgeving er bij worden betrokken. Het college kan op dat moment bepalen of op een passende wijze voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid.
  2. afwijken van de norm. Het kan zijn dat, gezien het specifieke gebruik en/of de structuur van de omgeving, de norm lager kan zijn. Bijvoorbeeld als er reeds meer dan voldoende parkeerplaatsen in het openbaar gebied voorzien of aanwezig zijn die aangewend mogen worden. Bij herontwikkelingsopgave kan het ook zo zijn dat op de planlocatie volgens de huidige parkeernormen al een tekort is. Het is lang niet altijd mogelijk om dat tekort bij de herontwikkeling volledig op te lossen. Ook dan kan afgeweken worden, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
hoofdstuk 4 Procedure
4.1 Algemeen
Aangezien het onderhavige plan geen nieuw beleid omvat, het gaat immers uitsluitend om het van toepassing verklaren van staand beleid, is het niet nodig om vooroverleg of inspraak te voeren.
 
Wel zal het parapluplan conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken in ontwerp ter inzage worden gelegd. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking opnieuw 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.2 Verslag zienswijzen
Het ontwerpparaplubestemmingsplan heeft, overeenkomstig artikel 3.8 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening, van 18 maart 2021 tot en met 28 april 2021 ter inzage gelegen.
Gedurende deze periode zijn zienswijzen ingediend. Deze komen aan bod in de bijgevoegde zienswijzennota (zie bijlagen bij toelichting, bijlage 2). Hierin zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. Tevens is aangegeven of het tot aanpassingen van het parapluplan leidt.